Hoe gaan uitbuiters te werk?
Mensenhandelaren misleiden slachtoffers vaak vanuit een liefdesrelatie of vriendschap. Ze maken misbruik van een kwetsbare economische, psychische of sociale positie van het slachtoffer.
Afhankelijkheid en psychische druk
Psychische druk en afhankelijkheid van de dader is het belangrijkste dwangmiddel. Slachtoffers worden meestal niet op gewelddadige wijze geronseld, maar de uitbuiting zelf kan wel gepaard gaan met geweld. De psychische druk kan doorlopen tot na het misbruik en daardoor ook invloed hebben op de bereidheid om aangifte te doen. Ronseling via internet kan wel agressief verlopen waarbij beeldmateriaal van het slachtoffer wordt gebruikt om het slachtoffer te chanteren.
Crimineel netwerk
Slachtoffers van mensenhandelaren worden niet alleen ingezet voor prostitutie, maar ook voor andere criminele activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan drugssmokkel of het gedwongen afsluiten van leningen. Vaak opereren uitbuiters binnen een groter crimineel netwerk.
Snel veranderende werkwijze
De uitbuiters zijn vaak actief op en rond scholen en jeugdzorginstellingen. Tegenwoordig wordt maar liefst 50 procent van de slachtoffers geronseld via internet. Jongeren worden bijvoorbeeld verleid om zich voor de webcam uit de kleden. Of de uitbuiters zijn in het bezit van seksueel getinte beeldmateriaal waarmee ze jongeren chanteren. De problematiek beperkt zich niet tot grote steden of Randstedelijk gebied. De verschuiving naar internet en sociale media draagt bij aan het verborgen karakter van seksuele uitbuiting. De werkwijze van deze uitbuiters verandert continu . Dat maakt het probleem moeilijk grijpbaar. Goede registratie en zicht op de cijfers zijn van groot belang om meer grip te krijgen op problemen met uitbuiting.