Training Sport en Gedrag II

De training Sport en Gedrag II is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar die zich agressief (verbaal en/of fysiek) hebben gedragen op of rond het voetbalveld. De training heeft tot doel herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen door bewustwording bij jongeren van hun gedrag en de gevolgen daarvan, het versterken van vaardigheden en het handhaven van de binding tussen jongere en vereniging. Het betreft een individuele aanpak van 20 tot 44 uur waarin de jongere een aantal gesprekken met de Halt-medewerker heeft, opdrachten maakt, excuus aanbiedt aan het slachtoffer, boosheidscontroletraining doet en een (werk)opdracht op de vereniging uitvoert.

Erkend als: 
Goed onderbouwd
Op: 
Door: 
Deelcommissie Justitiële interventies
Erkend als integraal vve-programma.: 
Momenteel in herbeoordeling: 
Deze erkenning is ouder dan 5 jaar. De erkenningscommissie beoordeelt deze interventie opnieuw.
Gericht op: 
Agressieproblematiek
Leeftijd: 
12 tot en met 18 jaar
Doel: 
Voorkomen recidive
Methode: 
Individuele aanpak
Locatie: 
Op meerdere locaties
Uitvoering: 
Voorziening voor lichte hulp en ondersteuning

Doelgroep

C-, B- en A-junioren die door de tuchtcommissie van de KNVB een schorsing tussen de zes en 36 maanden hebben gekregen. Over het algemeen zijn dat jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Er wordt een maximumleeftijd van 21 jaar gehanteerd. Deze jongeren hebben zich buitensporig misdragen op of rond het voetbalveld. Daarbij is sprake van verbaal of fysiek geweld. De gewelddadige handelingen zijn gericht op eigen teamleden, tegenspelers, scheidsrechters, trainers en/of omstanders.

Doel

De training Sport en Gedrag II heeft tot doel het voorkomen van ongewenst (verbaal en/of fysiek) agressief gedrag op en rond het voetbalveld. Bij jongeren die dit soort gedrag hebben vertoond voorkomen we recidive door bewustwording van het gedrag en de gevolgen daarvan, het bevorderen van prosociaal gedrag doordat de jongere gedragsalternatieven aanleert en het handhaven en bevorderen van de binding tussen jongere en de vereniging.

Aanpak

De training Sport en Gedrag II bestaat uit:

  • Drie (individuele) bijeenkomsten gericht op reconstructie van het incident en reflectie op het gedrag en oriëntatie op prosociaal en sportief gedrag;
  • Excuus aanbieden (oefenen en vervolgens face-to-face aanbieden aan slachtoffer);
  • Acht individuele sessies boosheidscontroletraining;
  • Vervolgopdracht;
  • (Werk)opdracht bij de vereniging;
  • Evaluatiegesprek.

Onderbouwing

De training Sport en Gedrag II is ontwikkeld omdat jongeren die een overtreding op het voetbalveld hebben gepleegd eerder alleen geschorst worden. Wanneer jongeren alleen geschorst worden, reflecteren zij niet, zetten ze hun gedrag niet recht en krijgen ze geen gedragsalternatieven aangereikt. Daarnaast wordt de binding met de vereniging slechter. De training voorziet in bovengenoemde punten teneinde de kans op herhaling te verkleinen.

De training bestaat uit de volgende componenten:

  • Reconstructie van gedrag en oriëntatie op prosociaal en sportief gedrag: Door gesprekken, leeropdrachten en een zelftest krijgt de jongere meer inzicht in (on)sportief gedrag, in het algemeen en dat van hemzelf in het bijzonder, oorzaak-gevolgrelaties bij agressie, zijn eigen aandeel daarin en zijn eigen bijdrage om tot een oplossing te komen.
  • Boosheidscontroletraining: Deze component is erop gericht jongeren met onvoldoende impulsbeheersing en zelfcontrole in acht sessies aan te leren om hun boosheid en agressie beter te hanteren.
  • Excuus aanbieden: De jongere wordt in het contact met het slachtoffer geconfronteerd met de gevolgen van zijn gedrag. Door het persoonlijke contact kan de jongere zich minder distantiëren van de gevolgen van zijn daad.
  • (Werk)opdracht bij de vereniging: De binding met de vereniging blijft gehandhaafd door de (werk)opdracht omdat de vereniging genoegdoening ervaart en de jongere kan laten zien dat hij zich positief kan inzetten.

Reflectie loopt daar als rode draad doorheen en is van groot belang voor het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en toepassen daarvan in nieuwe situaties.

Onderzoek

In 2015 heeft een evaluatie naar de training Sport en Gedrag I plaatsgevonden (Duijvestein & Scherders, 2015). De belangrijkste conclusie was dat de jongeren die voor deelname aan de training kozen al over enige mate van zelfinzicht beschikten. Voor de weigeraars zou het volgen van een verplichte training, met een aanvulling in de vorm van een boosheidscontroletraining en een (werk)opdracht zinvol zijn. Op basis hiervan is de training Sport en Gedrag II ontwikkeld.

In 2017 heeft een evaluatie plaatsgevonden naar de training Sport en Gedrag II (Duijvestein & Deelen, 2017). De belangrijkste conclusies uit deze evaluatie zijn dat de training effect heeft, met name bij de doelgroep 'logische overtreders'. En dat professionaliteit en maatwerk de belangrijkste succesfactoren zijn.

Meer weten?

Meer weten over deze interventie? Neem contact op met: