Kind met lage sociaaleconomische status sport minder

Kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau en een laag gezinsinkomen sporten minder dan kinderen met hoogopgeleide ouders en een hoog gezinsinkomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.

Kinderen krijgen van huis uit beweeggewoontes mee. Volwassenen met een lage sociaaleconomische status sporten en bewegen minder dan hun leeftijdsgenoten. Die gewoonten geven ze door aan hun eigen kinderen.

Bij jongeren geldt hetzelfde voor bewegen als voor sporten. Als zij afkomstig zijn uit een gezin met een laag inkomen bewegen zij minder vaak dan jongeren met hoge gezinsinkomens. Bij kinderen geldt juist het tegenovergestelde: als zij hoogopgeleide ouders hebben, voldoen zij minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan kinderen met lager opgeleide ouders. Want hoewel kinderen met een lage sociaaleconomische status minder vaak sporten, spelen zij juist vaker buiten en lopen en fietsen ze meer.

De Nederlandse jeugd wordt al gestimuleerd om meer te bewegen en meer te sporten door bijvoorbeeld de inzet van buurtsportcoaches en het creëren van openbare sportplekken. Volgens de onderzoekers is het daarbij belangrijk om de leefwereld van kinderen en jongeren uit lage sociaaleconomische groepen in het oog te houden, omdat zij verschillende gewoonten hebben en daardoor ook verschillende sport- en beweegbehoeften.