Zorgen over continuïteit van het onderwijs

Scholen en instellingen maakten zich in de periode tussen de zomervakantie en herfstvakantie grote zorgen over de continuïteit en kwaliteit van het onderwijs. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de effecten van het coronavirus op het onderwijs.

De inspectie deed eerder dit jaar twee keer een meting om een goed beeld te krijgen van het onderwijs tijdens de coronaperiode. Voor dit derde monitoronderzoek sprak de inspectie met schoolleiders en bestuurders van 847 scholen uit het gehele onderwijsveld in Nederland. Zij schetsen een beeld van het onderwijs in de periode vanaf de start van het nieuwe schooljaar 2020/2021 tot de herfstvakantie. Uit hun ervaringen blijkt dat de werkdruk in deze periode flink opliep bij het onderwijzend personeel. Dit leidde in sommige gevallen tot afstandsonderwijs of lesuitval.

Zorgen over continuïteit

Bijna alle ondervraagde scholen hadden in de periode vanaf de zomervakantie te maken met leraren die thuis waren om redenen die gerelateerd waren aan het coronavirus, zoals het wachten op een testuitslag of een quarantaineperiode. Een kwart van de scholen zei dat ze hierdoor groepen leerlingen weer naar huis moesten sturen. Dit kwam vooral voor in het speciaal onderwijs (40 procent) en het mbo (80 procent). Sommige scholen gingen zelfs tijdelijk volledig dicht.

Leerachterstanden

Er is bij schoolleiders en bestuurders ook aanhoudende zorg over oplopende leerachterstanden en het risico op groeiende kansenongelijkheid. In het primair onderwijs maakt ongeveer een op de drie ondervraagden zich zorgen over blijvende leerachterstanden. In het voorgezet onderwijs constateerde circa 85 procent van de scholen leerachterstanden.

Praktijkervaring

In het mbo en hbo maken ondervraagden zich vooral zorgen over studenten die in deze periode te weinig beroepsgerichte vaardigheden ontwikkelen door een gebrek aan praktijkervaring. Praktijklessen vonden niet altijd doorgang door gebrek aan ruimte of docenten. Daarnaast is het lastig voor studenten om in deze periode een stage te vinden. Dit leidt geregeld tot enkele maanden studievertraging.

Basisfuncties van onderwijs

Vincent Fafieanie van het NJi zegt dat het onderzoek laat zien dat ondanks de inspanningen van het onderwijs, vrijwel alle jongeren geraakt worden door de coronacrisis. 'Leerachterstanden, gemis aan beroepsgerichte vaardigheden en een gebrek aan werkplekken en stages zijn duidelijk in beeld. Het ministerie van OCW heeft onlangs extra budget vrijgemaakt voor extra ondersteuning in het onderwijs. Dat is een belangrijke stap. Het is voor de ontwikkeling van jongeren essentieel dat de basisfuncties van het onderwijs - kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming - zoveel mogelijk in stand gehouden worden.'

Volgens Fafieanie vormt de mentale en fysieke gezondheid van jongeren de basis voor het maatschappelijk functioneren en deelnemen aan het onderwijs. 'Een brede regionale samenwerking van onderwijs, maatschappelijke organisaties en werkgevers is gewenst om jongeren vitaal te houden. Zo gaat het mbo met regionale mobiliteitsteams aan de slag om werkzoekende jongeren snel te helpen aan nieuw perspectief. Dit vraagt ook om een intensieve samenwerking met partners in het sociale domein. Door hierin samen op te trekken met jongeren doen we niet alleen een beroep op hun vitaliteit, maar krijgen we ook een beter zicht op wat zij nodig hebben.'

Bron: Inspectie van het Onderwijs; Nederlands Jeugdinstituut