Meedoen aan Met Andere Ogen

In april starten de Communities of Practice van het programma Met Andere Ogen. Daarin wisselen deelnemers expertise en ervaring uit om de samenwerking tussen onderwijs, zorg en jeugd te verbeteren.

Er starten vijf communities rondom een bepaald thema. Chaja Deen, namens het Nederlands Jeugdinstituut projectleider van de communities, vertelt: 'De thema's hebben we opgehaald uit de praktijk van inspiratieregio's die meedoen in het landelijk programma Met Andere Ogen. Dit programma heeft als doel de samenwerking met en tussen verschillende partijen te verbeteren, zodat kinderen optimale ontwikkelkansen krijgen. De communities staan ook open voor andere organisaties die willen aansluiten en samen met de inspiratieregio's willen leren en verbeteren.'

Waarom meedoen?

'Als deelnemer ben je onderdeel van een landelijke beweging om kansen voor kinderen echt een stap verder te brengen', zegt Chaja Deen. 'Je kunt kennis halen, brengen, uitwisselen en verdiepen. Je verrijkt je eigen werk, vergroot je netwerk en krijgt ook de kans om vanuit je eigen expertise de landelijke agenda te voeden. Het is ook inspirerend om samen te werken aan leeruitkomsten. Te zien waar je zelf staat en soms ook te merken waar je al goed op koers bent.'

Voor wie?

In de communities leren deelnemers van elkaar, van wetenschappelijke inzichten, praktijkervaringen en ervaringen van ouders en jongeren. Iedereen die daar deel van wil uitmaken kan in principe aansluiten. Elk thema heeft plek voor 15 tot 25 deelnemers.

Brede beweging

Met Andere Ogen is een brede beweging die landelijk en lokaal opereert. Het Nederlands Jeugdinstituut is kennispartner en een van de ruim 25 landelijke partijen die zich verbinden aan het programma. In elf inspiratieregio's wordt onder regie van een gemeente met onderwijs-, jeugd- en zorgpartijen gewerkt aan een lokaal werkende aanpak.

Kijk voor meer informatie en aanmelden op de website van Met Andere Ogen.
Vragen? Neem contact op met Chaja Deen (c.deen@nji.nl) of Sara Steijn (s.steijn@nji.nl).

Bron: Nederlands Jeugdinstituut