Hoe betrek ik ouders bij schoolbeleid tegen pesten?

Het bieden van een veilige leeromgeving is een belangrijke taak van scholen. Pestgedrag verstoort die veiligheid en kan langdurige gevolgen hebben voor kinderen. Samenwerking met ouders is onmisbaar: door hen actief te betrekken, kunnen scholen pesten beter voorkomen en aanpakken. Hoe zorg je ervoor dat ouders structureel betrokken zijn bij het schoolbeleid tegen pesten?

Visie en schoolbeleid op orde 

Wanneer de visie van de school voor iedereen duidelijk is, kunnen daar passende gedragsregels aan worden verbonden. Helderheid over wat er wordt gedaan bij onwenselijk gedrag, zoals pesten, maakt het mogelijk signalen sneller te herkennen en te stoppen. Bespreek met het schoolteam welk gedrag je wilt zien in de school passend bij de visie en verwerk dit in het schoolbeleid. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een studiedag. 

Maak dit gedrag concreet en stel samen de regels en afspraken in de school vast. Zorg dat de gedragsregels voor iedereen zichtbaar zijn en weet wat ermee wordt bedoeld. Bespreek het in de klassen en op een algemeen moment met ouders.

Om ouders goed te informeren en te betrekken bij het tegengaan van pesten, is een heldere informatievoorziening belangrijk. Stuur bijvoorbeeld een digitale nieuwsbrief, deel foto's uit de klas of communiceer via ouderportalen. Zo hebben ouders zicht op wat er binnen school gebeurt en kunnen zij makkelijker meedenken en ondersteunen.

Samen reflecteren en aanscherpen 

Reflecteer regelmatig op de naleving van de gedragsregels met het schoolteam en ouders. Lukt het om de regels en afspraken in de praktijk te brengen? Kunnen teamleden hierover met elkaar in gesprek, ook als ze het niet met elkaar eens zijn? Wat noemen ouders? Leraren kunnen ouders vragen naar hun ervaringen tijdens oudergesprekken of het kan terugkomen in een ouderenquête. Hiermee kan het beleid aangescherpt worden.

Veiligheid vraagt om samenwerking tussen school, thuis en omgeving. Hoe beter zij elkaar kennen en begrijpen, hoe kleiner de kans op misverstanden en hoe sneller zij gezamenlijk kunnen ingrijpen bij signalen van pesten.

Aanspreekpunt pesten in de school 

Elke school moet een aanspreekpunt pesten hebben binnen het schoolteam. Zorg dat kinderen en ouders weten wie dit is en waar zij diegene kunnen bereiken. Dit kan bijvoorbeeld door de contactgegevens op te nemen in de schoolgids en op de website.  

Lees meer over wet- en regelgeving bij pesten.

Maak in de school goed zichtbaar bij wie leerlingen terechtkunnen wanneer zij zich niet veilig voelen. Hang bijvoorbeeld een foto op van de 'luisterleerkracht' of 'geluksleerkracht', of plaats een brievenbus waarin leerlingen een gesprek kunnen aanvragen.

Zorg voor een schoolbrede aanpak pesten

Om pesten effectief aan te pakken, is het belangrijk dat het anti-pestbeleid onderdeel wordt van een schoolbrede aanpak. Een aanpak die past bij de visie van de school en wordt gedragen door het team. Dit betekent dat alle medewerkers van de school weten welke stappen ze zetten bij pestsituaties en hoe ze ouders daarbij betrekken. Maak bijvoorbeeld een overzicht van verantwoordelijkheden per teamlid en leg deze vast in het schoolplan. Zorg voor één duidelijke, schoolbrede aanpak. Op die manier kunnen signalen van pesten sneller worden opgevolgd.

Een aanpak werkt pas echt goed als iedereen in de school dezelfde uitgangspunten hanteert. Bij KiVa oefenen we met leerlingen, leraren en ouders hoe je actief kunt helpen: iets doen wanneer dat nodig is, naar elkaar omkijken en samen oplossingen zoeken. Zo wordt het anti-pestbeleid een vanzelfsprekend onderdeel van elke dag.

Binnen Vreedzaam richten we ons op het neerzetten van een cultuur waarin iedereen goed met elkaar omgaat en samen verantwoordelijkheid draagt voor de sociale veiligheid in de school. Dat betekent onder andere dat alle teamleden dezelfde taal spreken, leerlingen consequent aanspreken op pestgedrag en hen betrekken bij het zoeken naar oplossingen voor problemen.

Sociale veiligheid monitoren

Scholen hebben een wettelijke zorgplicht om de sociale veiligheid van leerlingen te waarborgen. Ze moeten daarom jaarlijks monitoren hoe veilig leerlingen zich voelen en wat zij nodig hebben om zich prettig te voelen op school.

Sommige ouders vinden het spannend dat scholen gegevens verzamelen over sociale veiligheid. De Leerlingmonitor van KiVa doet dit anoniem, behalve wanneer er zorgen zijn over een leerling. Als school en ouders elkaar vertrouwen, kan het gezamenlijke doel centraal staan: het welbevinden van de kinderen. Zo wordt monitoren een middel om samenwerking te versterken.

Het afnemen van een veiligheidsmonitor vraagt om vertrouwen tussen school en ouders. Wanneer de school vooraf uitlegt waarom en hoe dit gebeurt – om samen te leren en te verbeteren – groeit dat vertrouwen. Ook is het goed als de school transparant is over wat zij doen met de opbrengst van de monitor onder leerlingen. Zij kunnen hier bijvoorbeeld hun beleidskeuzes op aanscherpen. Denk aan toezicht op het schoolplein tijdens pauzes of het bijhouden van incidenten.

Ondersteun ouders in hun rol 

Ouders kunnen elkaar ondersteunen, ook als het gaat om pesten. Als ouders elkaar kennen, is het makkelijker contact te zoeken wanneer er zorgen zijn. Dit soort informele steun kan problemen voorkomen en zorgen voor een positievere omgeving voor kinderen.  
Een school vormt samen met andere organisaties de pedagogische basis van gezinnen. Door ontmoetings- en contactmomenten voor ouders te creëren, kan de school bijdragen aan een sterke basis waarin kinderen opgroeien.

Ook goed contact tussen ouders is belangrijk. Laat bijvoorbeeld ouders met elkaar in gesprek gaan tijdens ouderbijeenkomsten of op digitale platforms: Hoe pak jij dingen aan? Hoe doe ik dat? Wat vinden we belangrijk voor onze kinderen?

Foto Mirella van den Burg

Mirella van den Burg, MSc

inhoudsdeskundige Vakmanschap en professionalisering
m.vandenburg [at] nji.nl