Geharmoniseerde outcome-set

In de Jeugdwet is vastgelegd dat gemeenten benoemen welke outcome-indicatoren voor jeugdhulp ze hanteren. Dat kan lastig zijn voor jeugdhulpaanbieders die voor meerdere gemeenten werken. Als elke gemeente een eigen set indicatoren bedenkt, vraagt dat van jeugdhulpaanbieders veel extra administratie. Bovendien verzamelen zij zelf al veel informatie over de uitkomsten van hun hulp, die gemeenten kunnen gebruiken.

Vandaar dat de VNG, de brancheorganisaties en het LOC met steun van het Nederlands Jeugdinstituut een geharmoniseerde set outcome-indicatoren hebben vastgesteld. Die geharmoniseerde set sluit enerzijds aan bij de praktijk in de 'oude' jeugd-ggz, jeugd- en opvoedhulp en lvb-zorg, en past anderzijds goed bij de nieuwe invulling en ambities van het jeugdstelsel.

Geharmoniseerde set outcome-indicatoren

De geharmoniseerde set is:

  1. Uitval of bereik
  2. Cliënttevredenheid (over het nut van de hulp)
  3. Doelrealisatie:
    3.1 De mate waarin cliënten zonder hulp verder kunnen
    3.2 De mate waarin er na beëindiging geen nieuwe start plaatsvindt (herhaald beroep)

    In geval van individuele, niet vrij toegankelijke jeugdhulp ook:
    3.3 De mate waarin problemen verminderd zijn en zelfredzaamheid of participatie is toegenomen
    3.4 De mate waarin overeengekomen doelen gerealiseerd zijn.

Vanaf 2026 zijn jeugdhulpaanbieders verplicht om gegevens over outcome aan te leveren voor de tijdens de verslagperiode afgesloten trajecten. Lees meer over deze verplichting in het Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugd vanaf 2026.

Hoe je vervolgens samen in gesprek gaat om te leren van de uitkomsten, lees je in Samen in gesprek over cijfers.

Meer informatie

Afke Donker

Dr. Afke Donker

senior inhoudsdeskundige Kwaliteit, beleid en monitoring
a.donker [at] nji.nl