Hoe pak je discriminatie aan?

Discriminatie is verboden en moeten we tegengaan. Het komt echter vaak voor en jongeren met diverse achtergronden zijn hier vaak slachtoffer van. Wat werkt tegen discriminatie? Hoe kun je een goed antidiscriminatiebeleid opstellen? 

Gevolgen van discriminatie 

Discriminatie is het nadelig behandelen van personen omdat zij tot een bepaalde groepering behoren of gerekend worden. Hoewel discriminatie bij wet verboden is, komt het nog steeds vaak voor. Mensen met een migratieachtergrond maken vaak discriminatie mee op basis van hun etnisch-culturele achtergrond, religie of huidskleur. Dit kan voorkomen op school, werk, bij het uitgaan, op straat of zelfs in contact met de politie. Zo kunnen jongeren met een migratieachtergrond bijvoorbeeld ervaren dat ze op school voor vergelijkbaar gedrag zwaarder gestraft worden dan jongeren zonder migratieachtergrond. 

Gediscrimineerd worden kan vervelende gevolgen hebben. Het maakt negatieve gevoelens los, zoals depressie, angst, agressie en stress. En het kan leiden tot minder zelfvertrouwen. 

Ook via media kan negatieve beeldvorming ontstaan over de eigen groep. Dit kan erg confronterend zijn. Het gevoel ontstaat altijd maar als 'de ander' te worden gezien, terwijl jongeren met een migratieachtergrond zich vaak wel sterk identificeren met Nederland of met de stad waarin ze wonen. Dit wordt de integratie-paradox genoemd: terwijl jongeren met een migratieachtergrond hard hun best doen om mee te draaien in de Nederlandse maatschappij, krijgen zij steeds meer het gevoel dat het nooit genoeg is en dat ze er nooit volledig bij zullen horen.

Mechanismen tegen discriminatie 

Om mensen minder te laten discrimineren heeft Kenniscentrum Inclusie en Samenleving (KIS) in het rapport Wat werkt bij het verminderen van discriminatie? de volgende werkzame mechanismen uiteengezet. 

Inleven en empathie bevorderen 

Wanneer mensen een verhaal horen van iemand die gediscrimineerd wordt, kunnen zij zich in deze persoon inleven en met hem of haar meevoelen. Dit kan empathie opwekken en vooroordelen en stereotyperen verminderen.

Sociale norm veranderen

Een sociale norm is datgene dat als gangbaar of wenselijk gedrag wordt gezien. Sociale normen hebben sterke invloed op hoe mensen zich gedragen. Wie ziet dat anderen uit de 'eigen groep' discriminatie afkeuren, zal ook zelf proberen minder te discrimineren.

Confronteren en bewustwording stimuleren 

Bij mensen die zelf gemotiveerd zijn om niet te discrimineren, werkt het om hen te confronteren met hun vooroordelen. Zij kunnen zich daar schuldig door voelen. Dat motiveert hen om hun vooroordelen en stereotyperingen te controleren en daar alert op te zijn in hun handelen. 

Flexibel denken door counterstereotypen

Counterstereotypen zijn tegenovergestelde stereotypen. Beelden die niet passen bij het stereotype. Counterstereotypen zorgen ervoor dat je meer 'out of the box' denkt, waardoor het principe van stereotiep denken wordt omzeild.

Antidiscriminatiebeleid 

Gemeenten zijn wettelijk verplicht een antidiscriminatievoorziening (ADV) in te richten. Deze heeft twee wettelijke taken: 

  • Onafhankelijke bijstand verlenen aan personen bij de afhandeling van hun discriminatieklachten.
  • Registratie van klachten over discriminatie.

Als hulp bij het opstellen van een grondig antidiscriminatiebeleid, heeft Movisie de Handreiking antidiscriminatiebeleid voor gemeenten ontwikkeld. Het komt erop neer dat een effectief antidiscriminatiebeleid twee sporen bevat:

  • Aanpak discriminatie: maatregelen voor het aanpakken van discriminatie met aandacht voor de strafrechtelijke aanpak en preventie.
  • Aanpak gevolgen: maatregelen voor het aanpakken van de gevolgen van discriminatie door slachtoffers te ondersteunen en de positie van groepen die kwetsbaar zijn voor discriminatie te verbeteren. 

In zeven stappen kunnen gemeenten tot een goed antidiscriminatiebeleid komen: 

  1. Samenwerken met de ADV 
  2. Visie bepalen en draagvlak creëren 
  3. Verkennen wat er lokaal speelt 
  4. Apart beleid ontwikkelen én afstemmen met bestaand beleid 
  5. Doelen stellen en een plan vaststellen 
  6. Vastgestelde activiteiten uitvoeren
  7. Monitoren, evalueren en borgen
Foto Letty Darwish

Letty Darwish

adviseur en redacteur