Cijfers over schulden en betalingsachterstanden
Jongeren met betalingsachterstanden
In 2024 hadden 19.000 jongeren van 18 tot 25 jaar een of meerdere geregistreerde betalingsachterstanden. Dit is ongeveer 1,15 procent van alle 18- tot 25-jarigen. In 2020 hadden ruim 33.000 jongeren geregistreerde betalingsachterstanden; 2,16 procent van alle 18- tot 25-jarigen. Het aantal jongeren met betalingsachterstanden neemt dus af. Dit komt deels doordat jongeren minder vaak lenen (BKR, 2025).

Gegevens in een tabel
Aantal personen tussen de 18 en 25 jaar met een geregistreerde betalingsachterstand op een lopend krediet (x 1.000)
Jaar | Aantal personen van 18 tot en met 24 jaar (x 1.000) |
---|---|
2020 | 33 |
2021 | 29 |
2022 | 26 |
2023 | 22 |
2024 | 19 |
Leningen onder jongeren
BKR, die alle leningen in Nederland registreert, stelt dat 10,9 procent van de 18- tot 25-jarigen een consumptief krediet heeft. Het gaat om 179.000 jongvolwassenen in 2024. Dit aantal is de afgelopen jaren gedaald. In 2019 had nog ruim een op de vijf jongvolwassenen (339.000 jongvolwassenen) een consumptief krediet (BKR, 2025). Deze cijfers zijn op basis van de bij BKR geregistreerde kredieten. BKR registreert niet alle leningen. Informele leningen en openstaande rekeningen worden bijvoorbeeld niet geregistreerd.

Gegevens in een tabel
Aantal personen tussen de 18 en 25 jaar met een geregistreerd lopend krediet (x 1.000)
Jaar | Aantal personen tussen de 18 en 25 jaar (x 1.000) |
---|---|
2019 | 339 |
2020 | 297 |
2021 | 249 |
2022 | 225 |
2023 | 199 |
2024 | 179 |
In een onderzoek van Deloitte is aan jongeren zelf gevraagd of ze schulden hebben. Daarin zijn informele leningen en openstaande rekeningen wel meegenomen. 47 procent van 18- tot en met 24-jarigen zei consumptieve schulden te hebben in 2024. In 2023 was dit 56 procent (Deloitte, 2025).
Jongeren en jongvolwassenen met een studieschuld
Tussen 2011 en 2024 is het aantal personen met een studieschuld bijna verdubbeld, van 754 duizend naar 1,6 miljoen. Vooral na 2015 steeg dit aantal snel. Vanaf 2021 lijkt het aantal personen met een studieschuld te stabiliseren. De gemiddelde hoogte van de studieschuld steeg de afgelopen jaren. In 2016 lag de gemiddelde studieschuld op 12,3 duizend euro. In 2024 was dit 17,8 duizend euro (CBS, 2024a).

Gegevens in een tabel
Aantal personen met studieschuld (x 1.000)
Jaar | Tot 20 jaar | 20 tot 25 jaar | 25 tot 30 jaar |
---|---|---|---|
2015 | 49 | 339 | 331 |
2016 | 77 | 375 | 349 |
2017 | 100 | 408 | 366 |
2018 | 111 | 460 | 384 |
2019 | 112 | 493 | 400 |
2020 | 103 | 504 | 421 |
2021 | 145 | 535 | 430 |
2022 | 126 | 528 | 440 |
2023 | 119 | 512 | 452 |
2024 | 96 | 475 | 465 |

Gegevens in een tabel
Gemiddelde hoogte van de studieschuld (x € 1.000)
Jaar | Tot 20 jaar | 20 tot 25 jaar | 25 tot 30 jaar |
---|---|---|---|
2015 | 2,4 | 7,6 | 15,9 |
2016 | 2,4 | 7,5 | 15,9 |
2017 | 3,4 | 8,1 | 15,6 |
2018 | 3,9 | 9,2 | 15,9 |
2019 | 3,9 | 11,2 | 17,8 |
2020 | 3,7 | 12,8 | 18,6 |
2021 | 2,6 | 13,4 | 19,7 |
2022 | 2,4 | 13,9 | 21,1 |
2023 | 2,4 | 13,9 | 22,9 |
2024 | 1,9 | 13,1 | 24,6 |
Problematische schulden in huishoudens met kinderen
In 2024 waren er 352.250 huishoudens met kinderen met geregistreerde problematische schulden. Dit is ongeveer 13 procent van de huishoudens met kinderen. Het percentage huishoudens met kinderen met een geregistreerde problematisch schuld is vanaf 2021 licht gestegen (CBS, 2024b).

Gegevens in een tabel
Percentage huishoudens met kinderen met en zonder schulden
Jaar | Wel geregistreerde problematische schulden | Geen geregistreerde problematische schulden |
---|---|---|
2020 | 10,9% | 89,1% |
2021 | 10,3% | 89,7% |
2022 | 11,5% | 88,5% |
2023 | 12,8% | 87,2% |
2024 | 13,3% | 86,7% |
Problematische schulden in huishoudens met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering
Huishoudens met problematische schulden komen relatief vaker in aanraking met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering dan huishoudens zonder problematische schulden. Van de huishoudens met problematische schulden was 5,5 procent in aanraking gekomen met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering in 2024. Van de huishoudens zonder problematische schulden was dit 2,8 procent (CBS, 2024b).

Gegevens in een tabel
Percentage huishoudens met en zonder schulden met en zonder jeugdhulp, -bescherming en/of -reclassering in huishoudens op 1 januari 2024
Jeugdhulp, -bescherming en/of -reclassering in huishouden | Geen jeugdhulp, -bescherming en/of -reclassering in huishouden | |
---|---|---|
Met geregistreerde problematische schulden | 5,5% | 94,5% |
Zonder geregistreerde problematische schulden | 2,8% | 97,2% |
Definitie
De cijfers op deze pagina gaan over jongeren en jongvolwassenen met schulden. Het hebben van een schuld is niet gelijk een probleem, maar jongeren met schulden zijn wel kwetsbaar voor financiële problemen. Bijvoorbeeld wanneer zij hun schulden niet meer kunnen afbetalen of wanneer de afbetaling hun dagelijks leven in de weg staat.
Schulden of betalingsproblemen ontstaan deels door het aangaan van leningen. BKR spreekt van consumptieve kredietvormen (BKR, 2023). Een veelvoorkomende lening onder jongeren is een studielening via DUO. Veel studenten maken gebruik van zo'n lening, omdat zij niet genoeg inkomen hebben om hun kosten te betalen. Op deze manier bouwen veel studenten een studieschuld op. Openstaande rekeningen en leningen van vrienden of familie kunnen ook als een schuld worden gezien. Deze worden niet geregistreerd door BKR.
Wanneer gesproken wordt over betalingsachterstand, dan gaat het om jongeren die een bepaalde periode achterlopen met betalingen aan kredietaanbieders. Hierbij wordt gekeken naar verschillende soorten kredieten, zoals aflopend krediet, zakelijk krediet, private autolease, hypotheek en restschuld. Het hebben van schulden kan de kans op een betalingsachterstand vergroten. Wanneer een betalingsachterstand te lang aanhoud of te hoog oploopt, is het een problematische schuld (CBS, 2024b).
Bronnen
- CBS (2024a). Studieschulden 2011-2024
- CBS (2024b). Schuldenproblematiek in beeld
- BKR (2025). BKR Monitor 2024
- Deloitte (2025). Financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens. Geraadpleegd op 22 april 2025.
