Leningen onder jongeren
De BKR, die alle leningen in Nederland bijhoudt, stelt dat 14,3 procent van de 18-25 jarigen een consumptief krediet heeft. Het gaat om 225.000 jongvolwassenen. Dit aantal is de afgelopen jaren iets gedaald. In 2018 had nog ruim één op de vijf jongvolwassenen (315.000 jongvolwassenen) een consumptief krediet (BKR, 2023).
Het aantal studenten met een studielening steeg wel de afgelopen jaren. In 2021 had 20 procent van de mbo-studenten een rentedragende lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Gemiddeld leenden studenten 239 euro per maand. Van de studenten in het hoger onderwijs leende 45 procent met een gemiddelde hoogte van 489 euro per maand. Ter vergelijking, in 2015 leende 13 procent van de mbo-studenten en 55 procent van de studenten in het hoger onderwijs (Nibud, 2021a; Nibud, 2022b).
Jongeren en jongvolwassenen met een studieschuld
Tussen 2011 en 2022 is het aantal personen onder de 25 jaar met een studieschuld verdubbeld, van 325 duizend naar 652 duizend. Vooral na 2015 steeg dit aantal snel. Ook de gemiddelde hoogte van de studieschuld bij deze groep steeg de afgelopen jaren. In 2016 lag de gemiddelde studieschuld op 6,6 duizend euro. In 2022 was dit 11,1 duizend euro (CBS, 2022a).
Bij personen tussen de 25 en 30 jaar zien we ook een stijging van zowel het aantal personen met een studieschuld als de hoogte van de schuld. De stijging van het aantal personen met een schuld en de hoogte van de schuld is wel sterker onder personen jonger dan 25 jaar (CBS, 2022a).

Gegevens in een tabel
Aantal personen met studieschuld (x 1.000)
Jaar | Jonger dan 25 jaar | 25-30 jaar |
---|---|---|
2011 | 325,9 | 247,1 |
2012 | 341,7 | 273,2 |
2013 | 352,4 | 295,2 |
2014 | 368,3 | 314,8 |
2015 | 387,8 | 331,1 |
2016 | 452,4 | 349,2 |
2017 | 508,4 | 366,3 |
2018 | 571,7 | 383,8 |
2019 | 603,9 | 399,1 |
2020 | 605,7 | 420,5 |
2021 | 678,7 | 429,0 |
2022 | 652,0 | 441,1 |

Gegevens in een tabel
Gemiddelde hoogte van de studieschuld (x € 1.000)
Jaar | Jonger dan 25 jaar | 25-30 jaar |
---|---|---|
2011 | 7,4 | 17,6 |
2012 | 7,1 | 16,4 |
2013 | 7,0 | 15,9 |
2014 | 6,9 | 15,8 |
2015 | 6,9 | 15,9 |
2016 | 6,6 | 15,9 |
2017 | 7,2 | 15,6 |
2018 | 8,2 | 15,9 |
2019 | 9,8 | 17,4 |
2020 | 11,2 | 18,2 |
2021 | 10,6 | 19,1 |
2022 | 11,1 | 20,3 |
Jongeren met betalingsachterstanden
Eind 2022 hadden 24.000 jongeren van 18-25 jaar één of meerdere betalingsproblemen. Dit is ongeveer 1,5 procent van alle jongeren tussen de 18-25 jaar. Eind 2019 waren dit er ruim 28.000. Het aantal jongeren met betalingsproblemen neemt dus iets af. Dit komt deels doordat jongeren minder vaak lenen. Jongeren die wel lenen, hebben juist vaker te maken met betalingsachterstanden. In 2022 ging het om 9,2 procent en in 2019 om 6,6 procent (BKR, 2023).
Jongeren met schuldhulp of schuldsanering
Ongeveer 1.900 jongeren kregen in 2021 schuldhulpverlening (BKR, 2022). Onder jongeren komt schuldsanering tegenwoordig zelden voor. In 2011 kregen nog 445 jongeren schuldsanering, in 2021 waren dit er nog maar 25 (CBS, 2022b).
Definitie
De cijfers op deze pagina gaan over jongeren en jongvolwassenen die te maken hebben met schulden. Het hebben van een schuld is niet gelijk een probleem, maar jongeren met schulden zijn wel kwetsbaar voor financiële problemen. Bijvoorbeeld wanneer zij hun schulden niet meer kunnen afbetalen of wanneer de afbetaling hun dagelijks leven in de weg staat.
Schulden of betalingsproblemen ontstaan deels door het aangaan van leningen. Het BKR spreekt van consumptieve kredietvormen (BKR, 2023). Een veelvoorkomende lening onder jongeren is een studielening via DUO. Veel studenten maken gebruik van zo'n lening, omdat zij niet genoeg inkomen hebben om hun kosten te betalen. Op deze manier bouwen veel studenten een studieschuld op.
Wanneer gesproken wordt over betalingsachterstand, dan gaat het om jongeren die een bepaalde periode achterlopen met betalingen aan kredietaanbieders. Hierbij wordt gekeken naar verschillende soorten kredieten, zoals aflopend krediet, zakelijk krediet, private autolease, hypotheek en restschuld. Het hebben van schulden kan de kans op een betalingsachterstand vergroten.
Een deel van de jongeren met betalingsachterstanden krijgt schuldhulpverlening. Jongeren worden dan door een gemeentelijke schuldhulpverlener geholpen een oplossing te vinden voor hun betalingsachterstand. Bij schuldsanering worden de schulden van de jongere afgekocht door de gemeentelijke kredietbank, waarbij de jongere een langere tijd heeft om het verschuldigde bedrag af te lossen (Nibud, 2023).
Bronnen
CBS (2022a). Studieschulden 2021-2022
CBS (2022b). Personen in de schuldsanering op 31 december; persoonskenmerken
Groen, A. & Houtsma, N. (2021a). Nibud MBO-onderzoek: Onderzoek naar de geldzaken van mbo-studenten. Utrecht: Nibud
