Cijfers over ADHD
Aantal kinderen en jongeren met ADHD
Het is niet bekend hoeveel kinderen en jongeren op dit moment ADHD hebben. Er zijn geen recente Nederlandse onderzoeken of registraties die daarover betrouwbare gegevens kunnen leveren. Onderzoeken zijn onderling moeilijk vergelijkbaar door gebruik van verschillende diagnostische classificatiesystemen en verschillende bronnen (deskundigen, ouders of de kinderen zelf). Het criterium disfunctioneren, dat wil zeggen de mate waarin kinderen problemen ervaren op school en in het gezin, wordt volgens de Gezondheidsraad ook in veel onderzoek onvoldoende meegewogen.
Internationaal onderzoek geeft echter wel een indicatie van de prevalentie van ADHD bij kinderen en jongeren. Wereldwijd is de gemiddelde prevalentie van ADHD bij kinderen en jongeren 5,3 procent. Uit onderzoek naar psychopathologie bij kinderen en jongeren uit verschillende culturen blijkt dat Nederland niet noemenswaardig verschilt van andere landen wat betreft het vóórkomen van stoornissen (Boer e.a., 2017).
In een meta-analyse van prevalentie-onderzoeken naar ADHD loopt de prevalentie uiteen van 4 tot 13 procent. Vooral methodologische verschillen tussen de studies verklaren de verschillen tussen de prevalentiecijfers. Wanneer men voor deze methodologische verschillen corrigeerde, werd een lagere prevalentie, tussen de 5,9 en 7,1 procent, gevonden. Geen enkele studie in dit onderzoek beoordeelde echter het disfunctioneren in meerdere situaties. Als disfunctioneren in het dagelijkse leven wel was meegenomen, zou de prevalentie waarschijnlijk lager liggen (Boer e.a., 2017).
Op grond van meta-analyses van het epidemiologisch onderzoek naar ADHD, heeft 2 tot 7 procent van alle kinderen ADHD (Gezondheidsraad, 2014). Het percentage wordt beïnvloed door criteria, methode en leeftijdsgroep.
Rapportage door ouders
In 2023 zegt 5,1 procent van de ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar dat hun kind ADHD of ADD heeft. Bij jongens komt het volgens deze gegevens aanzienlijk vaker voor dan bij meisjes (jongens: 6,6 procent, meisjes: 3,5 procent). Deze cijfers zijn gebaseerd op de Gezondheidsenquête, die is gehouden onder ouders (CBS, 2022).
Ook is aan de ouders gevraagd in hoeverre hun kind symptomen van ADHD of ADD vertoont, zoals rusteloos gedrag, friemelen en draaien en zich kort op bepaalde bezigheden richten. 4,2 procent van de ouders heeft hier bevestigend op geantwoord. Jongens vertonen vaker symptomen van ADHD of ADD dan meisjes. 4,5 procent van de jongens vertoont symptomen van ADHD of ADD. Bij meisjes gaat het om 3,9 procent.
10,1 procent van de ouders zegt dat hun zoon rusteloos gedrag vertoont en niet stil kan zitten. Van de ouders van meisjes zegt 8,1 procent dit. Friemelen en draaien komt volgens ouders bij ruim 10 procent van de jongens voor en 6,8 procent van de meisjes. Ook concentreren op een bezigheid gaat bij jongens lastiger dan bij meisjes (jongens: 9,5 procent; meisjes: 7,3 procent).
Onderzoek onder volwassenen naar ADHD in de kindertijd
In het NEMESIS-3-onderzoek (ten Have e.a., 2022) is bij volwassenen een diagnostisch interview afgenomen waarmee onder andere ADHD in de kindertijd kan worden bepaald. Van de deelnemers aan dit onderzoek heeft, afgaande op dit interview, 3,6 procent in de kindertijd ADHD gehad. Bij 4,3 procent van de mannen en 3,0 procent van de vrouwen die deelnamen aan het onderzoek was sprake van ADHD in de kindertijd.
Onder de 18-24-jarigen die bevraagd zijn heeft 4 procent ooit in het leven symptomen van ADHD gehad. Het gaat hierbij om 4,8 procent van de jonge mannen en 3,1 procent van de jonge vrouwen (ten Have e.a., 2022).
ADHD-middelen verstrekt aan 0- tot 25-jarigen
In 2023 kregen 148.365 kinderen en jongeren van 0 tot 25 jaar ADHD-middelen verstrekt. Dit is bijna drie keer zoveel als in 2006. Toen ging het om 55.315 kinderen en jongeren. Het aantal kinderen dat ADHD-middelen verstrekt krijgt, verschilt per leeftijdsgroep. Kinderen van 10 tot 15 jaar kregen het vaakst ADHD-middelen, namelijk 5,2 procent van de 10- tot 15-jarigen. Het percentage jongeren aan wie ADHD-middelen verstrekt werden, is vergeleken met 2022 iets toegenomen (CBS, 2025a).

Gegevens in een tabel
Percentage jongens en meisjes aan wie ADHD-middelen verstrekt zijn in 2023
Leeftijdsgroep | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5 tot 10 jaar | 2,1 | 1,9 | 1,8 | 1,7 | 1,6 | 1,6 | 1,5 | 1,4 | 1,4 |
10 tot 15 jaar | 6,1 | 6,0 | 5,8 | 5,6 | 5,4 | 5,2 | 5,1 | 5,1 | 5,2 |
15 tot 20 jaar | 4,5 | 4,6 | 4,5 | 4,5 | 4,5 | 4,3 | 4,3 | 4,5 | 4,7 |
20 tot 25 jaar | 2,0 | 2,1 | 2,2 | 2,2 | 2,3 | 2,4 | 2,7 | 2,8 | 3,1 |
Jongens onder de 20 jaar krijgen relatief vaker ADHD-middelen verstrekt dan meisjes onder 20. Bij 10- tot 15-jarigen is het verschil tussen jongens (7,3 procent) en meiden (3,0 procent) het grootst. Bij 20- tot 25-jarigen is het verschil tussen mannen en vrouwen klein (CBS, 2025b).

Gegevens in een tabel
Percentage jongens en meisjes aan wie ADHD-middelen verstrekt zijn in 2023
Geslacht | 5 tot 10 jaar | 10 tot 15 jaar | 15 tot 20 jaar | 20 tot 25 jaar |
---|---|---|---|---|
Jongens | 2,1 | 7,3 | 5,4 | 3,0 |
Meisjes | 0,7 | 3,0 | 3,9 | 3,2 |
Definitie
ADHD staat voor 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder'. In het Nederlands spreekt men wel van 'aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit'. In de DSM-5 valt ADHD onder de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
De belangrijkste symptomen van ADHD zijn onoplettendheid (aandachtstekort), impulsiviteit en hyperactiviteit. Deze symptomen komen afzonderlijk of in combinatie voor in verschillende verschijningsvormen:
- het gecombineerde beeld, met zowel onoplettendheid als hyperactiviteit/impulsiviteit
- het beeld waarbij onoplettendheid voorop staat
- het beeld waarbij hyperactiviteit en impulsiviteit overweegt
Het gecombineerde beeld komt het meest voor.
Niet ieder druk kind heeft ADHD
Als een kind symptomen van ADHD vertoont, wil dat nog niet zeggen dat het deze stoornis ook echt heeft. Tijdelijke of plotseling voorkomende symptomen van ADHD kunnen een reactie zijn op een traumatische gebeurtenis of een spannende periode. Rusteloosheid kan bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van angst.
Bij kinderen die in hun dagelijkse functioneren belemmerd worden door een extreme mate van hyperactiviteit, impulsiviteit en/of aandachtstekort is sprake van de klinische diagnose ADHD (Gezondheidsraad, 2014).
Meer informatie
Bronnen
- American Psychiatric Association (2014). Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5). Amsterdam: Boom Psychologie & Psychiatrie.
- Boer, F., van den Hoofdakker, B., Prins, P., Hogeman-Weijers, W., Oud, M., van de Glind, G. & Sinnema, H. (2017). Richtlijn ADHD voor jeugdhulp en jeugdbescherming.
- CBS (2025a). Personen met verstrekte geneesmiddelen; leeftijd en geslacht
- CBS (2025b). Verstrekking ADHD-middelen sinds 2006 verviervoudigd
- CBS (2024). Kinderen van 4-12 jaar met ADHD
- Gezondheidsraad (2014). ADHD: medicatie en maatschappij. Advies aan de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale zaken en Werkgelegenheid.
- Ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., & de Graaf, R. (2022). Nemesis-3. Nederlandse studie naar gezondheid en welzijn. Utrecht: Trimbos-instituut.
- ADHD (Kenniscentrum-kjp.nl)
Lees ook
-
Cijfers over gedragsproblemen
Cijfers over gedragsproblemenHoeveel kinderen en jongeren in Nederland hebben een gedragsprobleem? En wat wordt verstaan onder gedragsproblemen? Op deze pagina vind je de cijfers.
-
Cijfers over gedragsstoornissen
Cijfers over gedragsstoornissenHoeveel kinderen en jongeren in Nederland hebben een gedragsstoornis? Op deze pagina leggen we uit wat een gedragsstoornis is en geven vind je de cijfers.
