Wat is ADHD?

Kinderen met ADHD zijn vaak erg druk en snel afgeleid. Ze hebben moeite met luisteren bijvoorbeeld, of om hun aandacht ergens bij te houden. Ook zeggen en doen ze vaak dingen zonder er eerst over na te denken. Toch heeft niet elk kind met druk en impulsief gedrag ADHD. Op deze pagina lees je meer over wat ADHD inhoudt en hoe je het kunt herkennen.

Kenmerken van ADHD

Onoplettendheid, aandachttekort, impulsiviteit en hyperactiviteit zijn de belangrijkste kenmerken van ADHD. Er bestaan drie beelden van ADHD met elk hun eigen kenmerken:

  • Het kind heeft vooral moeite om de aandacht bij iets te houden. Dit wordt ook wel ADD genoemd. Dit beeld komt vaker voor bij meisjes met ADHD.
  • Het kind is druk, beweegt veel en kan moeilijk stilzitten. Ook laat het impulsief gedrag zien. Dit noem je het 'overwegend hyperactieve en impulsieve beeld'.
  • Het meest komt het voor dat kinderen kenmerken van beide soorten hebben: ze zijn én druk én hebben moeite om hun aandacht erbij te houden. Dan spreek je van het gecombineerde beeld van ADHD.

Diagnose of een classificatie?

ADHD is een beschrijving van gedrag. Kinderen die deze combinatie van gedragskenmerken laten zien, kunnen soms de classificatie ADHD krijgen. Een classificatie is een indeling in soorten. We noemen het niet een diagnose, omdat het geen aandoening of ziekte is.

Niet ieder druk kind heeft ADHD

Een kind dat kenmerken van ADHD vertoont, hoeft nog niet de classificatie ADHD te hebben. Elk kind is soms druk en heeft behoefte aan beweging en afwisseling. En elk kind moet leren zich te concentreren. Sommige kinderen zijn van zichzelf drukker en actiever dan anderen. En sommigen hebben een kortere spanningsboog dan anderen. Druk en ongeconcentreerd gedrag hangt ook samen met de verwachtingen die volwassenen hebben van het kind.

Verwachtingen en druk en ongeconcentreerd gedrag

School verwacht van kinderen dat zij zich tijdens de lessen kunnen concentreren. Er zijn veel prikkels, wisselingen in activiteiten en uitdagende oefentaken. Kinderen leren hier naarmate ze ouder worden steeds beter mee omgaan, maar het vraagt wel wat van hen. Het is daarom belangrijk om niet alleen naar het gedrag van het kind te kijken, maar ook naar wat je van hen vraagt. Past dit bij het kind? En is er voldoende tijd en ruimte voor het kind om zich even uit te leven en te ontspannen?

Uit onderzoek weten we dat een kind meer kans maakt om de classificatie ADHD te krijgen als het jonger is dan klasgenoten. Kinderen ontwikkelen hun executieve functies namelijk nog heel snel. Dit zijn regelfuncties van de hersenen die belangrijk zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag. Een kind van acht jaar en negen maanden kan zich vaak beter afsluiten voor prikkels dan een kind van acht jaar en twee maanden. In een klas zitten deze kinderen door elkaar en zal je als leerkracht ook verschillen merken. Houd dus rekening met de leeftijd, maar ook met het karakter van het kind.  

Spannende periodes

Daarnaast hebben spannende periodes of gebeurtenissen ook invloed op het gedrag van kinderen. Rond feestdagen merk je aan veel kinderen dat ze druk en onrustig zijn. En als een kind zich ergens zorgen om maakt of iets vervelends heeft meegemaakt, kunnen er ook meer kenmerken van ADHD voorkomen. Rusteloosheid kan bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van angst.

Voorwaarden voor een classificatie ADHD

Een kinderarts, orthopedagoog, GGZ-psycholoog of psychiater kan de classificatie ADHD stellen. Zij kijken hierbij naar de voorwaarden voor deze classificatie.  Deze voorwaarden zijn vastgesteld in de DSM-5: het handboek voor classificatie van psychische problemen:

  • Symptomen: er zijn zes of meer symptomen aanwezig. Ook deze symptomen, zoals aandachttekort en hyperactief gedrag, staan beschreven  in de DSM-5.
  • Leeftijd: de symptomen waren al aanwezig voordat het kind 12 jaar was.
  • Context: het kind heeft last van de kenmerken in meer dan één omgeving. Bijvoorbeeld zowel op school als thuis, of zowel thuis als bij de vrijetijdsbesteding.  
  • Beperkend: er zijn duidelijke aanwijzingen dat de symptomen het kind belemmeren in het doen en laten. Zo is leren op school bijvoorbeeld moeilijk. Of heeft het kind veel moeite met vrienden maken.
  • Andere diagnoses: de symptomen zijn niet te verklaren door een andere diagnose of classificatie.

ADHD (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie)

Foto Danielle de Veld