Hoe kun je omgaan met zelfdiagnoses van jongeren?

Op sociale media zijn video's over zelfdiagnoses erg populair. Dat komt omdat jongeren die niet lekker in hun vel zitten daar vaak naar informatie zoeken. In deze video's kunnen jongeren bepaalde klachten herkennen en daardoor denken dat ze een mentale stoornis hebben. Hoe ga je hiermee om als professional? 

Zelfdiagnoses: de voor- en nadelen  

Zelfdiagnoses via sociale media hebben voor- en nadelen. Uit onderzoek weten we dat jongeren video's met zelfdiagnoses soms behulpzaam vinden, omdat ze zich minder alleen voelen in de problemen die zij ervaren. Ook kunnen ze tips vinden hoe ze met problemen kunnen omgaan en zoeken ze eerder hulp. Maar jongeren kunnen ook onterecht getriggerd worden, of onzeker raken door zulke video's. Vooral als zij problemen denken te herkennen en zich hierdoor gaan identificeren met een stoornis.  

Wat kun je als professional doen bij zelfdiagnoses? 

Wees nieuwsgierig zonder oordeel 

Het kan best een uitdaging zijn om met een jongere te praten die zichzelf een zelfdiagnose heeft gegeven. Zeker als je denkt dat die zelfdiagnose niet klopt. Dit kan de therapeutische relatie verstoren en soms zelfs de begeleiding of behandeling moeilijk maken.  

Je kunt het beste de jongere en de zelfdiagnose serieus nemen. Het is belangrijk om nieuwsgierig te zijn en de jongere niet te vooroordelen. Vraag bijvoorbeeld waarom de jongere denkt dat er sprake is van een bepaalde mentale stoornis. Welke klachten herkent de jongere bij zichzelf? Waarom is het voor deze jongere belangrijk om dit label erop te plakken?  Deze informatie kun je gebruiken om te begrijpen wat er in het leven van de jongere speelt. En welke klachten voor de jongere het meest belemmerd zijn.  

Dit betekent niet dat je de zelfdiagnose accepteert, maar wel dat je de jongere accepteert, net als diens klachten en diens redenen om een label te plakken. Uit onderzoek onder professionals blijkt ook dat therapie hierdoor beter ontvangen wordt. Ook ontstaat er zo ruimte voor de jongere om de klachten op een goed doordachte manier te leren begrijpen en bespreken met de professional.  

Help met het vinden van balans 

Jongeren willen of kunnen vaak niet helemaal stoppen met sociale media. Maar ze staan er vaak wel voor open om te leren hoe ze sociale media kunnen gebruiken zodat die positief zijn voor hun mentale gezondheid. Het is daarom belangrijk dat ze een balans vinden in het omgaan met zelfdiagnosesvideo's, en dat ze leren welke video's behulpzaam zijn en welke niet. Uit onderzoek weten we dat het lang kan duren voordat jongeren helpende filmpjes kunnen herkennen.  

Het helpt als er iemand met ze meekijkt, zoals een ouder of professional. Je kunt dan samen bespreken wat jullie zien: klopt de informatie? Door wie is het gemaakt? Hoe voelt de jongere zich na het zien van deze video? Hoe komt het dat deze video zo'n gevoel geeft, terwijl een andere video weer een ander gevoel veroorzaakt? Zo kun je samen ontdekken op welke momenten welke video's behulpzaam zijn of juist niet.  

Ook kun je samen bespreken hoe een jongere weerbaarder wordt tegen misinformatie. Bijvoorbeeld door informatie te checken bij een volwassene, of bij goede bronnen op het internet, zoals Injebol.nl. Ook hierbij is het belangrijk om nieuwsgierig te zijn en niet te oordelen. Dan hebben jongeren niet het idee dat je hen afkeurt, of hun gebruik van sociale media. 

De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Mieke Oldeman van de Universiteit van Amsterdam.  

 

Martijn van Wietmarschen

Martijn van Wietmarschen

senior inhoudsdeskundige Kwaliteit, beleid en monitoring
m.vanwietmarschen [at] nji.nl