Bewust of onbewust opvoeden?
Niet iedereen denkt direct aan het woord 'opvoeden' als ze met kinderen werken of spelen. Onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut laat zien dat de meeste begeleiders zich wel bewust zijn van hun rol in de ontwikkeling van kinderen. Door met de kinderen in gesprek te gaan en hen van hun fouten te laten leren, dragen ze bij aan belangrijke opvoeddoelen.
Begeleiders die zichzelf niet als opvoeder zien, noemen wel dat ze verantwoordelijkheden hebben. Ze belonen en corrigeren gedrag van kinderen. Ze zien zichzelf dus niet als opvoeder, maar zijn zich wel bewust van hun invloed op de ontwikkeling.
Ondersteuning voor begeleiders
Een andere uitkomst van het onderzoek is dat begeleiders behoefte hebben aan meer tijd, kennis en begeleiding. Als ze meer tijd hebben, kunnen ze beter samenwerken met ouders. Met meer kennis over opvoeding en ontwikkeling, kunnen ze beter reageren op gedrag van de kinderen. Om die tijd en kennis te krijgen, hebben ze begeleiding van de organisatie of van koepelorganisaties nodig.
Daarbij is het wel van belang dat de ondersteuning past bij de rol die de begeleiders hebben. Als je een vrijwilliger opleidt tot pedagogisch professional, dan kan dat ook zorgen voor afstand tussen de vrijwilliger en het kind. Een vrijwilliger hoeft bijvoorbeeld niet altijd door te vragen als een kind ergens niet over wil praten en kan zich zo meer als een gelijke opstellen.