Hoe werkt meertalig opvoeden?

Veel kinderen groeien op met meer dan één taal. Als jij of je partner een andere taal dan Nederlands spreekt, kun je je kind meertalig opvoeden. Er bestaan nog veel misverstanden over meertalig opvoeden. Zo is het een misverstand dat ouders thuis Nederlands moeten spreken, zodat het kind ook Nederlands leert. Hoe werkt meertalig opvoeden?

Moedertaal

De eerste taal die een kind leert, is belangrijk. De meeste kinderen ontwikkelen tussen 0 en 5 jaar van enkele woordjes gebruiken tot volledig verstaanbaar praten. Wanneer een kind één taal goed en volledig leert spreken, ontwikkelt hij of zij taalgevoel. Hierdoor kan het kind andere talen ook beter leren. Spreek met je kind daarom de taal die jij het beste beheerst. Stimuleer de taalontwikkeling van je kind door samen deze taal bezig te zijn. Je kunt dit doen door boekjes te lezen, te zingen en met elkaar te praten. Zo zorg je ervoor dat je kind een stevige taalbasis krijgt.

Taalontwikkeling stimuleren

Zo kun je de taalontwikkeling van jouw kind stimuleren:

0 tot 3 jaar

  • Benoem wat je aan het doen bent. Benoem voorwerpen waar je kind naar kijkt. Bijvoorbeeld: 'Ik ga nu even opruimen' of 'Dat is een rode auto'.
  • Beloon je kind als het communiceert. Reageer bijvoorbeeld als je kind dingen aanwijst of klanken gebruikt.
  • Luister als je kind spreekt. Kijk je kind aan en wacht geduldig tot het is uitgesproken.
  • Probeer altijd te begrijpen wat je kind bedoelt.
  • Spreekt je kind iets verkeerd uit? Herhaal het dan zoals het wel moet, zonder te zeggen dat je kind het verkeerd doet. Zegt het kind 'auto rijde', zeg dan: 'Ja dat klopt, de auto rijdt' en 'de auto rijdt op de weg'.
  • Praat tegen het kind en geef het goede voorbeeld. Gebruik geen kinderachtige of hele moeilijke taal. Noem dingen bij de juiste naam en gebruik correcte korte zinnen.
  • Blader samen met je kind door een boek en reageer op je kind. Vertel wat je ziet en stel vragen. Laat je kind ook vertellen wat het ziet.
  • Lees vaak samen met je kind, liefst op een vast tijdstip, bijvoorbeeld voor het slapengaan.
  • Laat je kind veel spelen met leeftijdsgenootjes.

3 en 4 jaar

  • Praat veel met je kind, luister goed en beantwoord vragen. Stel zelf ook vragen en vraag naar de mening van het kind.
  • Praat over wat jullie gaan doen.
  • Ga op vaste momenten met je kind in gesprek, zoals tijdens het eten en bij het naar bed gaan. Laat je kind vertellen wat het gedaan heeft. Vertel ook wat jij gedaan hebt.
  • Speel veel spelletjes samen waarbij van beurt moet worden gewisseld. Rollenspellen zijn ook heel leerzaam.
  • Voer een dagelijks ritueel in, zoals samen lezen of een liedje zingen voor het slapengaan.
  • Lees regelmatig voor. Praat samen over het verhaaltje of laat je kind het navertellen.
  • Laat je kind veel spelen met leeftijdsgenootjes.

Meerdere talen

Hebben jij en je partner verschillende moedertalen? Spreek dan allebei in je moedertaal met je kind. Het is belangrijk dat je als ouder de taal spreekt waarin je comfortabel je gevoelens kunt uitdrukken. Een kind dat met verschillende talen opgroeit, zal in het begin soms verschillende talen door elkaar gebruiken. Dit gaat vanzelf over en is niet erg. Kinderen leren vanzelf bij wie ze welke taal moeten spreken en wanneer ze beide talen door elkaar kunnen gebruiken. 

Bezig zijn met de Nederlandse taal 

Het is belangrijk dat je kind ook goed Nederlands leert. Daarvoor moet je kind veel met de Nederlandse taal in contact komen. Wanneer je kind vaak genoeg een goed taalaanbod krijgt, haalt je kind een eventuele achterstand in de Nederlandse taal in. Stimuleer dit bijvoorbeeld door: 

  • je kind ook buiten school in contact te brengen met Nederlands sprekende leeftijdsgenoten, familie en kennissen. 
  • samen te oefenen met schrijftaakjes van school. 
  • naar voorleesmiddagen te gaan in de bibliotheek.
  • Nederlandse liedjes of versjes te zingen. 
  • Nederlandstalige kinderprogramma's te kijken, zoals Nijntje en Woezel & Pip. 
  • online taaloefeningen te doen.

Op de website Kind en taal vind je meer tips voor het stimuleren van taal.

Voor- en vroegschoolse educatie

Kinderen met een achterstand in de Nederlandse taal komen vanaf 2,5 jaar in aanmerking voor voorschoolse educatie. Dit wordt verzorgd op een voorschoolse voorziening, zoals een voorschool of peutergroep. Hier leren kinderen al spelenderwijs de Nederlandse taal. Je kind ontmoet er bovendien andere kinderen. Dat helpt je kind om met anderen te leren omgaan.

Kinderen die naar de basisschool gaan en een achterstand hebben met de Nederlandse taal, komen in groep 1 en 2 in aanmerking voor vroegschoolse educatie. 

Blom, E. (2019). Wat iedereen moet weten over de taalontwikkeling van kinderen in een diverse samenleving. [Oratie]. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Richtlijn Taalontwikkeling (2018) NCJ

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders