Cijfers over overgewicht

Kinderen en jongeren met overgewicht

Grafiek Jeugd met overgewicht
Leeftijd 2018 2019 2020 2021
4 tot 12 jaar 11,9% 12,0% 13,2% 15,5%
12 tot 16 jaar 11,6% 14,7% 19,3% 15,9%
16 tot 20 jaar 15,5% 16,2% 14,3% 18,6%

In 2021 had 15,5 procent van de 4- tot 12-jarigen en 15,9 procent van de 12- tot 16-jarigen overgewicht. Onder 4-12-jarigen is er opnieuw een stijging van het aantal kinderen dat met overgewicht kampt. In 2021 ging het om 13,2 procent. De lockdowns tijdens de coronapandemie hebben hierop wellicht een grote invloed gehad.

Onder 12- tot 16-jarigen is er echter na een stijging in eerdere jaren, in 2021 sprake van een daling van het aantal jongeren dat met overgewicht te kampen heeft. In 2020 ging het om 19,3 procent van de jongeren. In 2021 is dit gedaald naar 15,9 procent van de 12- tot 16-jarigen.

Het percentage kinderen en jongeren van 4 tot 12 jaar en van 12 tot 16 jaar met ernstig overgewicht is opnieuw toegenomen. Onder de 4- tot 12-jarigen is er een stijging van 2 procent in 2019 naar 2,7 procent in 2020 en 3,6 procent in 2021. Onder jongeren van 12 tot 16 jaar is er een stijging van 1,9 procent in 2019 naar 2,3 procent in 2020 en 2,9 procent in 2021.

Wat ernstig overgewicht bij jongeren van 16 tot 20 jaar betreft, is er na een daling in 2019 - 2020 van 3 procent naar 2,5 procent in 2021 sprake van een stijging. In 2021 heeft 4,3 procent van deze jongeren met ernstig overgewicht te maken. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquête (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022).

Onderzoek onder scholieren

In het HBSC-onderzoek (Health Behavior in School-aged Children) is in 2021 aan jongeren gevraagd wat ze van hun eigen lichaam vinden. Naast de beleving van hun gewicht is leerlingen ook gevraagd of zij een dieet volgen of iets anders doen om af te vallen.

35,1 procent van de middelbare scholieren en 30,4 procent van de basisschoolleerlingen vond zichzelf te dik. Meisjes vonden zich vaker te dik dan jongens. Bij de meisjes in het voortgezet onderwijs ging het om 45,8 procent en bij jongens om 22,9 procent. In het basisonderwijs ging het om respectievelijk 37,9 procent en 22,9 procent. De verschillen tussen jongens en meisjes zijn significant.

Het percentage leerlingen dat op dieet is, is aanzienlijk lager dan de percentages leerlingen die zichzelf te dik vinden. In zowel basis- als voortgezet onderwijs zegt circa 7,7 procent van de leerlingen een dieet te volgen. In het voortgezet onderwijs zijn de verschillen hierin tussen jongens en meisjes significant. In het basisonderwijs volgen weliswaar meer meisjes dan jongens een dieet, maar het verschil is hierin niet significant. In het voortgezet onderwijs zegt 9,3 procent van de meisjes een dieet te volgen. Onder de jongens gaat het om 6,4 procent.

Er zijn geen verschillen in gewichtsbeleving tussen jongeren met en zonder migratieachtergrond. Wel volgen middelbare scholieren met een migratieachtergrond vaker een dieet dan jongeren zonder migratieachtergrond. Het gaat om respectievelijk 10 procent en 7 procent van de leerlingen die zegt een dieet te volgen (Boer, van Dorsselaer, de Looze e.a. 2022).

Definitie

Overgewicht is een overschrijding van het normale vetgehalte van het lichaam die de gezondheid kan beïnvloeden. Obesitas is een ernstige mate van overgewicht.

Body Mass Index

De internationaal gehanteerde Body Mass Index (BMI) wordt zowel bij volwassenen als kinderen gebruikt om te bepalen of er sprake is van overgewicht. De BMI geeft de verhouding weer tussen lengte en gewicht van een persoon en wordt berekend door het gewicht van het lichaam in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Bijvoorbeeld: als iemand 1,73 meter lang is en 88 kilogram weegt, is de BMI 88 kg : (1,73 x 1,73) = 29 kg/m2. Voor volwassenen geldt dat er bij een BMI tussen de 25 en 30 sprake is van overgewicht. Over obesitas wordt gesproken bij een BMI hoger dan 30.

Voor kinderen gelden andere afkapwaarden voor overgewicht en obesitas. Kinderen zijn in de groei en daarom zijn lengte, gewicht en dus ook de BMI afhankelijk van de leeftijd. Er zijn voor de leeftijdscategorie 2 tot 19 jaar internationale afkapwaarden voor jongens en meisjes van de verschillende leeftijden vastgesteld. Zo ligt de grens voor overgewicht bij 5-jarigen op een BMI van 17,4 voor jongens en 17,2 voor meisjes. Voor 10-jarigen ligt die grens op een BMI van 19,8 voor jongens en 19,9 voor meisjes.

De BMI is op populatieniveau een goede voorspeller van verhoogd risico, maar zegt op individueel niveau onvoldoende over de werkelijke gezondheidstoestand. De BMI moet daarom altijd geïnterpreteerd worden door te kijken naar de lichaamssamenstelling, het vetpercentage en de vetverdeling.

Meer informatie:

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud