Cijfers over angststoornissen
Aantal jongeren met een angststoornis
Gegevens in een tabel
Percentage van totaal aantal jongeren met een angststoornis
13 t/m 17 jaar | 18 t/m 24 jaar | |
---|---|---|
totaal | 10,5 | 10,1 |
gegeneraliseerde angststoornis | 0,6 | 2,3 |
sociale fobie | 3,7 | 4,7 |
specifieke fobie | 4,5 | 5,4 |
paniekstoornis | 0,2 | 0,6 |
agorafobie | 0,7 | 0,2 |
Actuele landelijke cijfers over het aantal jongeren met een angststoornis, zoals gedefinieerd in de DSM-5, zijn beperkt aanwezig. Het meest recente landelijk onderzoek is het derde NEMESIS onderzoek naar de psychische gezondheid van volwassenen. De jongste groep die meedeed bestond uit 18- tot 24-jarigen (ten Have e.a., 2022). Daarnaast is in 1997 een populatiestudie 'Prevalentie van psychiatrische stoornissen bij Nederlandse adolescenten' uitgevoerd onder jongeren van 13 tot en met 17 jaar en hun ouders (Verhulst et. al., 1997).
Uit het Nemesis-3 onderzoek blijkt dat 30 procent van de 18- tot 24-jarigen ooit in hun leven een angststoornis heeft gehad. Angststoornissen komen vaker voor bij jonge vrouwen dan jonge mannen (respectievelijk 37,6 procent en 23,1 procent). Circa 20 procent heeft in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek te maken gehad met een angststoornis (ten Have e.a., 2022).
Onder jongeren van 13 tot en met 17 jaar bleek dat ruim 10 procent van deze jongeren in de zes maanden voorafgaand aan de meting enige angststoornis had (Verhulst et al., 1997).
Volgens beide studies zijn de meest voorkomende angststoornissen de sociale fobie en de specifieke fobie. Deze stoornissen komen meer voor bij meisjes en jonge vrouwen dan bij jongens en jonge mannen.
Landelijke studies naar de prevalentie van angststoornissen onder kinderen ontbreken. De aanwezige cijfers zijn schattingen gebaseerd op voornamelijk buitenlands onderzoek. Geschat wordt dat 2- 6 procent van de kinderen te maken heeft met een angststoornis (GGZ standaard, 2017).
Definitie
Een angststoornis wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een pathologische (ziekelijke) angst. Als angst geen reële grond heeft, de dreiging niet in de buurt is en iemand er sociale problemen door ondervindt, is er sprake van een stoornis.
Angststoornissen bij kinderen en jongeren uiten zich op allerlei manieren:
- lichamelijk, zoals trillen, hoofdpijn, buikpijn
- cognitief, zoals vervelende gedachten over nare dingen die kunnen gebeuren, overmatig piekeren
- gedragsmatig, zoals angstige situaties uit de weg gaan, huilen, verstijven, bevriezen, prikkelbaar of opstandig gedrag, vragen om geruststelling
Meer informatie
Bronnen
- American Psychiatric Association (2014). Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5). Amsterdam: Boom Psychologie & Psychiatrie.
- Angst bij kinderen en adolescenten (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie).
- GGZ-standaarden (2017). Angstklachten en angststoornissen.
- Ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. NEMESIS-3 Cijfers per aandoening. Geraadpleegd op: 15 oktober 2024.Trimbos-instituut, Utrecht.
- Verhulst, F.C., Ende, J. van der, Ferdinand, R.F., Kasius, M.C. (1997). 'De prevalentie van psychiatrische stoornissen bij Nederlandse adolescenten'.
Lees ook
-
Cijfers over angst- en stemmingsproblemen
Cijfers over angst- en stemmingsproblemenVoor wieProfessionalsBeleidsmakersHoeveel jongeren hebben emotionele problemen? Hoe hangt angst samen met de leefomstandigheden?
-
Cijfers over depressie
Cijfers over depressieVoor wieProfessionalsBeleidsmakersWat is de definitie van depressie? En hoeveel kinderen en jongeren in Nederland hebben een depressie? Je leest de cijfers op deze pagina.