Hoe ontstaat radicalisering bij jongeren?

Radicalisering is een proces dat voor iedereen anders verloopt. Er is niet één theorie die verklaart waarom jongeren radicaliseren. Wel zijn er verschillende theorieën die veelvoorkomende factoren beschrijven. Op deze pagina lees je waarom juist jongeren kwetsbaar zijn voor radicalisering. En je leest een aantal van de verklarende theorieën.

Kwetsbare levensfase voor radicalisering

Radicalisering komt vooral voor bij jongeren tussen de 14 en 23 jaar. Dat komt door de ontwikkeling die zij doormaken in deze levensfase. Tijdens deze periode vormen jongeren hun identiteit, door uit te vinden wat hun eigen opvattingen, waarden en normen zijn. Jongeren hebben ook vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Aan de andere kant hoort bij deze levensfase ook onzekerheid. Jongeren zijn extra vatbaar voor invloeden van anderen.

Hersenen in ontwikkeling

De hersenen ontwikkelen zich nog in deze leeftijdsfase. Bepaalde hersengebieden zijn nog niet volledig ontwikkeld, zoals de gebieden die zorgen voor rationele afwegingen. Hierdoor zijn jongeren vaak impulsiever en nemen ze eerder risico's. Ook overzien ze de complexiteit van het leven nog niet helemaal.

Radicale gedachten horen bij leeftijdsfase

Door al deze factoren bevinden jongeren zich in een leeftijdsfase waarin ze kwetsbaar zijn om te radicaliseren. Het aantal jongeren bij wie zorgwekkende radicalisering optreedt is echter laag. Het hebben van radicale gedachten is niet per definitie verkeerd. Het hoort bij deze leeftijdsfase.

Theorieën met veelvoorkomende factoren

Combinatie van push en pull factoren

Het vraag-aanbodmodel van Colin Mellis beschrijft hoe jongeren het pad van zorgwekkende radicalisering kunnen inslaan. Het gaat hierbij om het samenspel van push- en pull-factoren waardoor radicalisering ontstaat.

De push-factoren duwen een jongere weg van de samenleving. In dit model noemen ze dit de voedingsbodem. Dit is een combinatie van persoonlijke en contextuele factoren. Voorbeelden zijn gevoelens van frustratie en discriminatie, in combinatie met uitsluiting. Daarnaast spelen bij jongeren identiteitsvragen een rol. In deze levensfase vragen jongeren zich af wie ze zijn en waar ze bij horen. Ze zoeken antwoord op deze vragen.

Als door de voedingsbodem de situatie van de jongere niet stabiel is, kan een 'cognitieve opening' ontstaan waarin de jongere openstaat voor radicaal gedachtengoed. Dit is de pull-factor. Een aanbod van radicale ideeën die de jongere aanspreken. Een groep waartoe de jongere zich aangesproken kan voelen. Deze ideeën hebben vaak een versimpeld zwart-wit beeld: het is duidelijk wat goed en fout is. Deze versimpelde weergave biedt jongeren houvast en is daarom aansprekend om in mee te gaan.

Impactvolle gebeurtenissen als trigger

Impactvolle gebeurtenissen in het leven van jongeren kunnen het proces van radicalisering versnellen, maar ook vertragen of terugdraaien. Deze gebeurtenissen heten ook wel triggerfactoren. Voorbeelden hiervan zijn ouders die scheiden, schooluitval of iemand in de omgeving die overlijdt. In de online tool over triggerfactoren lees je hier meer over.

Waargenomen onrechtvaardigheid

Een ander fenomeen dat bijdraagt aan radicalisering is waargenomen onrechtvaardigheid. Volgens hoogleraar Sociale Psychologie Kees van den Bos speelt dit altijd een rol in radicalisering die leidt tot extremisme. Hij stelt: 'De ervaring dat een ander jou of je groep onrechtvaardig en oneerlijk behandelt, roept gewoonlijk sterke emoties op en zo ontstaat de wens om hier iets aan te doen, zoals in opstand komen.'

De treden van radicalisering

De theorieën van Mellis en Van den Bos geven antwoord op de vraag waarom iemand radicaliseert. Het model van Fathali Moghaddam legt uit hoe het proces van radicalisering kan verlopen. Dit Trappenhuismodel (zie pagina 21-24) beschrijft hoe gevoelens van onrecht in zes overgangsfasen kunnen uitgroeien tot bereidheid tot extremistische acties.

Deze fasen worden treden genoemd. Bij iedere trede heeft de jongere de mogelijkheid om te blijven staan of een stap verder te zetten richting extremisme. Hoe hoger de persoon komt, hoe lastiger het is om eruit te komen. Per trede zijn psychologische processen beschreven die de jongere doormaakt. En ook de mogelijkheden om een stap verder in de radicalisering te voorkomen.   

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur