Wat kan ik verwachten in een pleeggezin?

Tip 1: Leer elkaar kennen

Het is soms lastig om te wennen aan een pleeggezin. Dat is logisch, want alles is nieuw. Het kan helpen om samen iets leuks te ondernemen, zoals een spelletje spelen of een film kijken. Ook kan het helpen als je elkaar beter leert kennen door dingen met elkaar te delen. Bijvoorbeeld door te vertellen wat je lievelingseten of favoriete dier is.

Het is ook fijn om te weten welke regels er in het pleeggezin zijn, zodat je weet wat er van je verwacht wordt. Als je de regels in huis nog niet goed kent, kun je dit aan je pleegouders of andere kinderen in huis vragen. Je kunt bijvoorbeeld vragen:

• 'Wat zijn de afspraken over eten, slapen en taken in huis?'
• 'Mag ik vrienden uitnodigen om te spelen?'
• 'Wat zijn de afspraken over contact met mijn ouders, broers en zussen?'

Als iets niet duidelijk is, vraag dan altijd om uitleg. Wat je ook wilt weten: stel je vraag. Je mag alles vragen.

Lees meer bij Wie ben ik als pleegkind?

Tip 2: Geef jezelf en je pleeggezin de tijd

Wennen aan een nieuw gezin kost tijd, voor jou en je pleeggezin. Dat is normaal. Bespreek wat je nodig hebt om je thuis te voelen. Misschien helpt het als je je eigen spullen hebt, zoals een knuffel, foto's of boeken. Heb je een ander geloof of een andere culturele achtergrond dan je pleeggezin? Praat daar samen over. Je kunt bijvoorbeeld vertellen welk eten je wel of juist niet eet, welke feestdagen voor jou belangrijk zijn en welke gewoontes je gewend bent van thuis.  Het is oké als het even duurt voordat jullie elkaar begrijpen. Maar probeer altijd eerlijk te zeggen wat je voelt of nodig hebt.

Tip 3: Probeer over je gevoelens te praten

In een nieuw pleeggezin kan het best spannend zijn om over je gevoelens, vragen of zorgen te praten. Misschien voel je je soms verdrietig, boos of bang. Of heb je het gevoel dat je je te veel moet aanpassen. Dat soort gevoelens zijn heel normaal. Het kan helpen om dan met elkaar te praten. Bijvoorbeeld zo:

• Schrijf eventueel op wat je wilt zeggen. Dat kan het gesprek makkelijker maken.
• Vraag of degene tijd heeft om te praten, bijvoorbeeld 'Kan ik je iets vertellen?'.
• Zeg wat je voelt, bijvoorbeeld: 'Ik voel mij verdrietig'.
• Benoem een voorbeeld van wat er is gebeurd, zoals 'Weet je nog dat ik stil was tijdens het eten?'
• Vertel hoe je je voelt en waarom, zoals 'Ik ben verdrietig, omdat [reden]'.
• Vraag of je samen een oplossing kunt bedenken.

Tip 4: Vraag om hulp als je dat nodig hebt

Vind je het moeilijk om het gesprek over je gevoelens of vragen te starten? Je hoeft dit niet alleen te doen. Je kunt hulp vragen aan je pleegzorgbegeleider. Diegene is er om naar je te luisteren en je te helpen.

Je kan ook iemand anders in vertrouwen nemen bij wie je je fijn voelt. Zo'n persoon noemen we een JIM: Jouw Ingebrachte Mentor. Dit is iemand die er speciaal voor jou is en met wie je kunt praten zonder dat anderen het hoeven te weten, zoals de buren, een mentor, sportcoach of familielid. Samen met je pleegzorgbegeleider kijk je wie jouw JIM kan worden.

Vind je het fijner om met iemand te praten die je niet kent? Dan kun je contact opnemen met een vertrouwenspersoon van Jeugdstem, de Kindertelefoon. Je kunt ook via je huisarts hulp vragen van een praktijkondersteuner. Daarnaast kun je je aansluiten bij Jongwijs: een netwerk waar jongeren in pleegzorg elkaar ontmoeten en ervaringen delen.

Tip 5: Probeer ruzie in je pleeggezin samen op te lossen

In ieder gezin is er weleens ruzie. Dat is heel normaal, ook in een pleeggezin. Wees vooral niet te streng voor jezelf als het gebeurt. Soms kun je het niet voorkomen, ook al doe je je best. Het is dan fijn om wat tijd voor jezelf te nemen. Zoek een plekje waar je je veilig voelt en tot rust kan komen, en leg uit dat je even tijd voor jezelf nodig hebt. Als je er klaar voor bent is het goed om rustig met de ander te praten over wat er is gebeurd. Vertel wat je lastig vond en luister ook naar hoe de ander zich voelde. Samen kunnen jullie bedenken wat goed ging, wat beter kan en hoe je ruzies in de toekomst kunt voorkomen.

De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met pleegkinderen die zijn aangesloten bij Jongwijs.