Wat is opvoeden?

Opvoeden betekent dat volwassenen kinderen helpen opgroeien in de wereld. Het doel is dat kinderen stap voor stap leren zelfstandig te worden, leren omgaan met anderen en rekening houden met zichzelf en hun omgeving. Hoe dat verloopt, verschilt per gezin en per situatie. Ieder kind, iedere ouder en elke situatie vraagt iets anders.

Het dagelijkse opvoeden 

Opvoeden vindt plaats in het dagelijkse contact tussen volwassenen en kinderen. In de kleine dingen van alledag: het herinneren aan afspraken over schermtijd, het uitleggen van emoties of samen fietsen door het verkeer. Soms vraagt dat om geduld, soms om duidelijkheid. Soms is nabijheid nodig, en soms helpt juist wat afstand. Opvoeden is steeds opnieuw zoeken naar wat een kind nodig heeft en wat past bij de opvoeder; dat is voor alle opvoeders een leerproces.  

Onbewust leren in alledaagse situaties 

Veel opvoeden gebeurt zonder dat opvoeders er bewust bij stilstaan. Kinderen leren door te kijken, te luisteren en te ervaren wat volwassenen doen. In alledaagse situaties nemen zij waarden, regels en gewoonten over. Als een volwassene door rood loopt omdat er toch geen auto aankomt, ziet een kind dat en onthoudt het: soms mag rood toch. Zulke momenten ontstaan vanzelf en maken onderdeel uit van het alledaagse leren door observeren.  

Bewust meegeven van waarden en gewoonten 

Daarnaast zijn er situaties waarin opvoeders een kind bewust iets willen meegeven, door als gezin aandacht voor elkaar te hebben tijdens het avondeten of uitleg te geven over gedrag. Een volwassene kan uitleggen waarom iedereen aan tafel blijft zitten en een kind vragen terug te komen wanneer het wegloopt. Soms lukt dat, en soms, wanneer de vermoeidheid toeslaat, lukt dat even niet. 

Opvoeden is steeds weer uitproberen en ontdekken wat werkt, voor het kind én voor de opvoeder. 

Opvoeden is een wisselwerking 

Kinderen hebben volwassenen nodig die hen steunen en richting geven, thuis, op school en in de buurt. Ze groeien als ze ervaren dat iemand er voor hen is. Kinderen zijn er niet in de eerste plaats voor volwassenen, volwassenen wel voor hen. Tegelijkertijd kunnen opvoeders veel van kinderen leren, over geduld, over kijken naar de wereld en soms ook over zichzelf.  

Opvoeden is daarmee een wisselwerking: terwijl volwassenen kinderen helpen bij het opgroeien, groeien zij zelf ook in hun rol als opvoeder. 

Wat hebben kinderen nodig?

Kinderen ontwikkelen zich als zij zich veilig en geborgen voelen. Ze vertrouwen erop dat een ouder of opvoeder hen beschermt, troost en ruimte geeft om te spelen en te leren. Daarbij hebben zij zowel vrijheid als grenzen nodig. Dat zorgt ervoor dat ze zich op hun gemak voelen en kunnen groeien. 

Op die manier leren kinderen stap voor stap meer zelf te doen, ontwikkelen ze zelfvertrouwen en ontdekken zij de wereld. Verbondenheid met ouders en andere belangrijke volwassenen vormt daarbij de basis. 

Wie zijn betrokken bij opvoeden?

Ouders en opvoeders spelen een centrale rol, maar staan er niet alleen voor. Ook anderen voeden mee op: de leerkracht die structuur biedt in de klas, de buur die interesse toont, de sportcoach die een compliment geeft. Samen vormen deze mensen het netwerk waarin een kind zich ontwikkelt en opgroeit. Ook voor opvoeders zelf is steun waardevol: iemand die luistert, meedenkt of helpt bij de opvoeding. 

Verschillende manieren van opvoeden 

Er zijn verschillende manieren om een kind op te voeden. Geen enkele manier is perfect en veel manieren zijn goed. De eigen opvoeding, persoonlijkheid, waarden en normen en de situatie waarin iemand zich bevindt, bepalen mede de aanpak. 

De verdeling van taken rondom opvoeding en ouderschap, en de mate van steun die iemand ervaart, hebben invloed op hoe de opvoeding verloopt. Opvoeders kunnen kinderen helpen te groeien door naar hen te kijken en luisteren. Wat vindt een kind prettig en wat niet? Heeft een tiener vooral grenzen nodig of juist ruimte om zelf te ontdekken? 

In de opvoeding gaat het niet alleen om wat het beste bij het kind past, maar ook om wat bij de opvoeder hoort en wat die waardevol vindt. De ene opvoeder hecht meer waarde aan respect, de ander aan zelf keuzes kunnen maken. 

Wat leren kinderen van volwassenen?

Kinderen leren veel van het voorbeeld dat volwassen geven: hoe zij met anderen omgaan, hoe zij voor zichzelf zorgen, maar ook hoe zij dingen uitleggen. Uitleg helpt kinderen om de wereld beter te begrijpen: waarom iemand verdrietig is of waarom er afspraken zijn over het tijdstip om thuis te komen.  

Door wat volwassenen doen en zeggen, ontdekken kinderen stap voor stap hoe de wereld werkt en wat belangrijk wordt gevonden. Zo vormt opvoeding, bewust en onbewust, de basis waarop kinderen verder kunnen groeien. 

  • Hoex, J. (2022). Opgroeien doe je samen.
  • Ince, D. & Kalthoff, H. (2020). Opgroeien en opvoeden.
  • Manen, M. van (2022). Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Pedagogische sensitiviteit in de omgang met kinderen. Rotterdam: NIVOZ.
  • Pas, A. van der (2023). Handboek methodische ouderbegeleiding deel 2: naar een psychologie van ouderschap. Amsterdam. Uitgeverij SWP.   
  • Pas, A. van der (2019). Handboek methodische ouderbegeleiding deel 3: opvoedproblemen nader verklaard. Amsterdam. Uitgeverij SWP. 

 

Foto Maartje van Dijken

Maartje van Dijken

senior inhoudsdeskundige Opgroeien en opvoeden
m.vandijken [at] nji.nl