Wat zijn gevolgen van de onzekere woningmarkt voor jongeren?

De situatie op de woningmarkt is moeilijk, zeker voor jongeren. Er zijn lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen, huren in de vrije sector is erg duur en een huis kopen is voor veel jongeren niet mogelijk. Jongeren ervaren veel onzekerheid en frustratie over het vinden van woonruimte. Welke gevolgen heeft die onzekere woningmarkt voor jongeren?

Krapte op de woningmarkt

Op de huidige woningmarkt heerst krapte. Zo is de vraag naar sociale huurwoningen groter dan het beschikbare aanbod. De wachttijden voor sociale huurwoningen lopen daardoor steeds verder op. In de commerciële huursector zijn de huurprijzen fors gestegen en is er een tekort aan betaalbare huurwoningen. Hierdoor zijn vooral mensen met een lager inkomen relatief veel van hun besteedbare inkomen kwijt aan wonen. Voor veel jongeren zijn huurhuizen helemaal niet te betalen. Daarnaast worden in de huursector veel tijdelijke huurcontracten geboden, bijvoorbeeld voor een jaar. Dat leidt tot veel onzekerheid bij jongeren over hun woonplek. 

Een huis kopen is voor veel jongeren en jongvolwassenen niet mogelijk. De prijzen van koopwoningen zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Voor betaalbare woningen is er veel concurrentie. Het aantal jongeren dat een huis heeft gekocht heeft een dieptepunt bereikt. Er is volgens het CBS in Nederland een woningtekort van zo'n 315.000 huizen.

Deze situatie heeft ingrijpende gevolgen voor jongeren:

  • Jongeren hebben te maken met hoge huurprijzen en onveilige situaties met huurbazen.
  • Jongeren blijven langer bij hun ouders, op kamers of in een gedeelde woning wonen.
  • Er is toenemende ongelijkheid in de kansen op woonruimte. Jongeren zonder financiële ondersteuning van hun ouders, zonder het juiste netwerk en met niet-Nederlands klinkende achternamen hebben minder kansen dan andere jongeren.
  • Jongeren ervaren veel onzekerheid rondom hun woonsituatie en stellen belangrijke beslissingen in hun leven uit.

Hoge huurprijzen en onveilige situaties

Sommige verhuurders maken misbruik van de krapte op de woningmarkt. Bijvoorbeeld door heel hoge huurprijzen te vragen voor kleine kamers en appartementen. 3Vraagt en Brandpunt+ deden onderzoek waaruit blijkt dat ruim de helft van de jongeren het gevoel heeft dat hun huisbaas misbruik maakt van de woningnood. Daarnaast heeft ruim een kwart van de jonge vrouwen situaties met hun huisbaas meegemaakt waarin ze zich onveilig voelden. Het gaat daarbij om seksueel getinte opmerkingen of agressie. 27 procent van de jonge huurders durft weinig te zeggen over onveilige situaties omdat ze bang zijn hun huis te verliezen. Hierbij speelt mee dat jongeren vaak tijdelijke huurcontracten hebben. Jongeren die opkomen voor hun rechten en bezwaar maken tegen bijvoorbeeld een te hoge huurprijs lopen het risico dat hun contract niet wordt verlengd en ze dus hun huis kwijt zijn.

Langer thuis wonen

Jongeren blijven gemiddeld langer bij hun ouders wonen, vaak doordat ze geen zelfstandige woonruimte kunnen vinden. Ook blijven jongeren langer op kamers wonen of delen zij vaker een huis. Andere jongeren gaan weer thuis wonen nadat ze bijvoorbeeld in een studentenwoning hebben gewoond.

Het kan fijn en ondersteunend zijn om weer of nog thuis te wonen. Maar veel jongeren willen wel zelfstandig wonen. Het helpt ze om los te komen van hun ouders en om meer verantwoordelijkheid voor zichzelf te dragen. Het kan dan frustrerend zijn dat ze noodgedwongen bij hun ouders moeten blijven of hun huis moeten delen met huisgenoten. Sommige jongeren hebben het gevoel dat ze afwijken van de norm door bij hun ouders te blijven wonen.

Ongelijkheid in de kansen op woonruimte

Het juiste netwerk hebben is op de krappe woningmarkt nog belangrijker geworden. Een geschikte woonplek vinden gaat voor jongeren vaak 'via via'. Het is dus belangrijk dat jongeren en hun ouders mensen kennen die woonruimtes aanbieden of op mogelijke woonruimtes kunnen wijzen. De Sociaal-Economische Raad (SER) spreekt van een netwerksamenleving waarin het belangrijk is dat je 'gekend wordt'. Jongeren die zo'n netwerk niet van huis uit meekrijgen, hebben minder kansen om een woning te vinden dan jongeren met een goed netwerk.

Ook andere hulpbronnen zijn belangrijker geworden door de krapte op de woningmarkt. Jongeren kunnen met de huidige prijzen van woningen vaak alleen een huis kopen als hun ouders meebetalen. Voor jongeren die geen financiële steun van hun ouders kunnen krijgen is het daardoor moeilijker om een huis te kopen. Mede daarom heeft het kabinet besloten om de belastingvrije schenking voor een eigen woning te verlagen, en per 2024 af te schaffen. Deze maatregel is bedoeld om de ongelijkheid op de woningmarkt te verkleinen.

Daarnaast is er op de woningmarkt sprake van discriminatie. Uit onderzoek blijkt dat makelaars en bemiddelaars meewerken aan verzoeken om bepaalde groepen uit te sluiten van een huurwoning. Ook worden mensen met niet-Nederlands klinkende namen vaker afgewezen voor een huurhuis dan woningzoekers met Nederlands klinkende namen. Voor deze jongeren met een migratieachtergrond is het daardoor moeilijker om woonruimte te vinden dan voor andere jongeren.

Stress en uitstellen levensbeslissingen

De krapte op de woningmarkt leidt tot veel onzekerheid bij jongeren. Ze zoeken soms lang naar een zelfstandige woonruimte en weten vaak niet of het gaat lukken om een geschikte woning te vinden. Ook weten ze niet hoelang ze ergens kunnen wonen. Jongeren wonen vaker antikraak omdat ze op de reguliere markt geen woonruimte kunnen vinden. Ook deze woonsituatie is erg onzeker, omdat ze elk moment hun huis uitgezet kunnen worden. Deze onzekerheid kan leiden tot veel stress en frustratie bij jongeren.

Ook op de arbeidsmarkt is er minder zekerheid voor jongeren. Het duurt langer voordat ze een baan met een vast contract hebben. Zonder een stabiel inkomen en een geschikte woning stellen jongeren belangrijke beslissingen in hun leven uit. Ze gaan bijvoorbeeld later samenwonen en stellen hun kinderwens uit. Jongeren geven aan dat ze het gevoel hebben dat hun leven op pauze staat. Ze ervaren een tussenfase: ze zijn geen kind meer, maar voelen zich ook nog niet echt volwassen.

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur