Tips voor een samenhangende aanpak

Voor een gezonde, veilige en kansrijke ontwikkeling van kinderen en jongeren is het belangrijk om jeugdhulp in de gemeente te verbinden met  preventieve activiteiten vanuit gemeente en onderwijs. Sterke gezinnen, sterke scholen en sterke wijken zijn de pijlers van preventief en positief jeugd- en onderwijsbeleid. Voor een samenhangende aanpak is het daarom van belang om ook samen te werken met partners die zich bezighouden met preventie en vrije tijd. Op deze pagina staan hiervoor aandachtspunten.

1. Benut de analyse van de lokale situatie

Maak voor de inrichting van de zorg voor jeugd en gezin en de onderwijsondersteuning een analyse van problemen in wijken en op scholen. Let daarbij ook op de demografische ontwikkeling, zoals krimp of groei van de bevolking. Deze analyse geeft aanknopingspunten voor het verhelderen van de vraag, het noodzakelijke aanbod, de professionals die hierbij ingezet moeten worden en de rol die een wijk- of gebiedsteam wel of niet kan spelen.

2. Zorg voor een verbonden visie en sturing op resultaten

Baseer de inrichting op een gezamenlijke lokale visie op onderwijs en ontwikkeling van de jeugd. Zorg voor een duidelijke sturing van proces en inhoud zodat helder is wie waarvoor verantwoordelijk is. Breng de betrokken instanties en personen in kaart en zorg voor een duidelijke overlegstructuur op beleidsniveau en in de uitvoering. Voor iedereen moet helder zijn welke meerwaarde de gezamenlijke aanpak oplevert. De keuzes in de aanpak en de financiering van gezamenlijke activiteiten en arrangementen horen logisch voort te komen uit de gezamenlijke visie. Het maken van bestuurlijke afspraken kan het beste daar gebeuren waar de meeste energie en verbinding is. Dat kan het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) zijn, de Lokaal of Regionaal Educatie Agenda (LEA/REA) of de RMC-regio.

3. Zorg voor een heldere taakverdeling en samenwerking

Let erop dat de taken, verantwoordelijkheden en de samenwerking van de diverse formele en informele voorzieningen die een rol spelen bij de hulp en ondersteuning duidelijk vastgelegd zijn. Zodat duidelijk is wanneer welke partner betrokken moet zijn en aangesproken kan worden.

4. Versterk eigen kracht

Zorg ervoor dat de lokale hulp en ondersteuning gericht is op het aansluiten bij de eigen kracht van  kinderen en jongeren, ouders en hun sociale omgeving. Het versterken van eigen kracht betekent  het vergroten van de opvoedcapaciteiten van ouders en mede-opvoeders. Stem het aanbod hiervoor af op de hulpvragen en behoeften van de doelgroep. Dat aanbod is kort waar mogelijk en langer waar nodig. Onderwijs en jeugdhulp werken volgens het principe van eigen kracht door een kind niet uit de school te halen als het niet nodig is. En door ervoor te zorgen dat professionals op school steeds beter met onderwijs- en ondersteuningsvragen omgaan.

5. Zorg voor slimme verbindingen in preventie en vroegsignalering

Probeer gezinnen en jeugdigen snel te bereiken zodat problemen klein en hanteerbaar kunnen blijven. En zodat het beroep op dure gespecialiseerde hulp zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Leg daarom de nadruk op preventie en vroege signalering. Zet stevig in op brede en lichte opvoed- en opgroeiondersteuning, bijvoorbeeld vanuit schoolmaatschappelijk werk, preventieve programma's in het onderwijs of snelle hulp bij lichte problemen. Maak gebruik van de mogelijkheden van scholen, opvangvoorzieningen en informele organisaties in de pedagogische basis. Zie de school als 'vind- en werkplaats' voor het versterken van het gewone opvoeden en opgroeien.

Kies voor het preventief inzetten van jeugdhulp in voorschoolse voorzieningen, kinderopvang en scholen om de basisondersteuning van de school te versterken. Zorg ervoor dat professionals uit de scholen en de wijken de signalen over ondersteuningsbehoeften van kinderen en gezinnen bij elkaar brengen. Leerkrachten hebben dus niet alleen een rol in het signaleren van leerproblemen, maar ook in het signaleren van opvoed- en opgroeiproblemen. De Preventiematrix Verbinding onderwijs-jeugdhulp biedt gemeenten de mogelijkheid om samen met het onderwijs te kijken naar manieren waarop gemeentelijke voorzieningen en onderwijs elkaar kunnen versterken om samen de gezondheid, veiligheid en kansen van kinderen kunnen te vergroten.

Bekijk voor meer informatie de pagina Meer inzicht en samenhang in het preventieve aanbod.

6. Zorg voor afgestemde toegang tot specialistische expertise

Kies als uitgangspunt dat lichte hulp wordt ingezet waar dat mogelijk is en intensieve of specialistische hulp als dat moet. Houd er rekening mee dat dit veel vraagt van de flexibiliteit van het hulpaanbod en van de expertise van de professionals. Zorg ervoor dat de professionals in de school, de kinderen, jongeren en ouders en de jeugdhulp samen beoordelen welke onderwijsondersteuning en jeugdhulp nodig is. En dat ze, wanneer nodig, op basis van een gezamenlijk plan specialistische expertise inschakelen.

Om na signalen uit het onderwijs snel jeugdhulp te kunnen inzetten, moet de inrichting van de ondersteuning in de buurt of wijk goed aan bij die van de school of kinderopvang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het buurtteam kinderopvang en po, een stedelijk en regionaal jeugdteam voor het vo en (v)so en een jeugdteam op het mbo. Kies voor een werkwijze waarin gezamenlijk de ondersteuningsbehoeften van kind of jongeren, gezin en professional worden beoordeeld en een passend aanbod wordt bepaald.

7. Organiseer samenhangende hulp

Als er in gezinnen sprake is van problemen op verschillende gebieden zoals opvoeding, scholing, arbeid, financiën en huisvesting, is het belangrijk dat de hulp in samenhang wordt geboden. Vaak gebeurt dit vanuit een (sociaal) wijkteam. Let erop dat de zorgcoördinatie samen met het gezin plaatsvindt, de hulp onderling wordt afgestemd en het gezin niet wordt doorverwezen maar de hulp erbij wordt gehaald. Stem doel en werkwijze van de hulp af met kinderen, jongeren, ouders, professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Zorg ook dat de hulp in de wijk is afgestemd op de ondersteuning op school. Bij complexe ondersteuningsvragen kan het nodig zijn dat professionals van het (speciaal) onderwijs en de jeugdhulp samenwerken in de uitvoering van hulp en ondersteuning, bijvoorbeeld in onderwijs-zorgarrangementen. Hiermee kan onder meer voorkomen worden dat kinderen en jongeren thuiszitten.

8. Borg professionaliteit

Zorg voor goed opgeleide professionals met specifieke expertise in opvoed- en opgroeiproblemen en in het omgaan met verschillen en gedragsproblemen. Goed opgeleide professionals zijn in staat de juiste inschatting te maken van mogelijkheden en belemmeringen, de veiligheid van het kind of de jongere, en de noodzaak om specialistische hulp in te zetten. Ze opereren vanuit een multidisciplinair samengesteld team waarin ze hun professionaliteit kunnen inzetten en onderhouden. Ze hebben oog voor de bijdrage die vrijwilligers aan kinderen, jongeren en ouders kunnen bieden en weten deze in te zetten. Ook hebben ze aandacht voor het belang van schoolsucces, voor de gevolgen van prestatiedruk en voor de wijze waarop  school, ouders en jongeren zelf daarmee omgaan. Professionals uit de jeugdhulp zijn dus in staat om schoolgericht te werken en kennen de ondersteuningsstructuur binnen het onderwijs. Op hun beurt zijn scholen in staat goed in te spelen op de aanwezigheid van jeugdhulp, aan te geven wat ze van jeugdhulp nodig hebben en wat ze zelf kunnen.

9. Implementeer kwaliteitszorg

Stel concrete doelen op alle niveaus: kind en gezin, school en wijk, samenwerkingsverband, gemeente en regio. Benoem prestatie-indicatoren, houd de voortgang bij, stel de resultaten vast en voer op basis hiervan verbeteringen door. Let op de (kosten)effectiviteit door de resultaten te meten van de aandacht voor preventie, vroegsignalering en samenwerking met de informele sector. Dit biedt aanknopingspunten voor verbetering en verdere ontwikkeling. Ook door te leren van casuïstiek en de lessen daaruit weer te vertalen naar de afspraken tussen voorzieningen, kunnen werkprocessen steeds beter worden georganiseerd. Gebruik waar mogelijk gezamenlijke indicatoren voor de kwaliteitsbewaking.

Eva de Jong

Eva de Jong

senior medewerker inhoud