Pilots
Vijf jeugdhulpregio's zijn in november begonnen aan een pilottraject om jeugdhulp in gezinsvormen te stimuleren in hun regio. De centrale vraag is: wat kunnen de jeugdhulpregio's doen om kinderen 'zo thuis mogelijk' te laten opgroeien? De deelnemende regio's zijn Noord-Limburg, Groningen, Zuid-Kennemerland, Midden-IJssel/Oost-Veluwe en Flevoland.
Belangrijke vraagstukken
In een eerste bijeenkomst hebben de vertegenwoordigers van de regio's een lijst van belangrijke vraagstukken opgesteld die ze willen beantwoorden. Bijvoorbeeld:
- Hoe creëer je meer diversiteit in gezinsvormen, zodat je jeugdhulp in gezinsvormen flexibel kunt op- en afschalen zonder het kind te verplaatsen?
- Hoe maak je in de praktijk de overstap van residentiële jeugdhulp naar meer jeugdhulp in gezinsvormen?
- Hoe organiseer je de werving van pleeg- en gezinshuisouders meer kindgericht?
- Hoe kun je de besluitvorming over de terugkeer van een kind naar huis vormgeven samen met kinderen, ouders, andere opvoeders, gemeente, jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling?
- Hoe kunnen pleegouders, pleegkinderen en biologische kinderen participeren bij vernieuwing en innovatie?
- Hoe zorg je dat lokale teams en pleegzorgaanbieders goed samenwerken?
- Hoe ontwikkel je een intensief ambulant aanbod voor ouders, zodat de situatie thuis verbetert en het kind veilig kan terugkeren naar huis?
Initiatiefnemers
Het pilottraject is een initiatief van het project 'Ruimte voor jeugdhulp in gezinsvormen' van de VNG, Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen en het Nederlands Jeugdinstituut. De pilots worden gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.