Make a Move

Make a Move is een groepsprogramma over seksualiteit en relaties voor laagopgeleide jongens van 12 t/m 17 jaar. In acht wekelijkse groepsbijeenkomsten verkennen de jongens stapsgewijs thema's als mannelijkheid, meiden, daten en seksualiteit.

Erkend als: 
Goed onderbouwd
Op: 
Door: 
Deelcommissie Jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering
Erkend als integraal vve-programma.: 
Momenteel in herbeoordeling: 
Deze erkenning is ouder dan 5 jaar. De erkenningscommissie beoordeelt deze interventie opnieuw.
Gericht op: 
Seksualiteit
Leeftijd: 
12 tot en met 17 jaar
Doel: 
Bevorderen positieve ontwikkeling, Preventie van problemen
Methode: 
Groepsgerichte aanpak
Locatie: 
In een instelling
Uitvoering: 
Basisvoorziening, Gespecialiseerde hulp, Voorziening voor lichte hulp en ondersteuning

Doelgroep

Make a Move is bedoeld voor laagopgeleide jongens van 12 t/m 17 jaar. Deze groep heeft  een verhoogd risico op het plegen van seksuele grensoverschrijding. Het programma kan ingezet worden in instellingen voor jeugd en opvoedhulp, residentieel of ambulant, onderwijs of jongerenwerk. Het programma is geschikt voor jongens met een IQ vanaf 80.

Doel

Make a Move heeft als doel het bevorderen van (aspecten van) seksuele gezondheid en het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij jongens. Met Make a Move wordt beoogd dat jongens binnen relationele en seksuele interacties aanvaardbaar en positief gedrag vertonen, passend bij hun leeftijd en omstandigheden.

Aanpak

Het programma bestaat uit acht gestructureerde groepsbijeenkomsten. De bijeenkomsten vinden wekelijks plaats en duren anderhalf uur. De totale duur van het programma bedraagt dus acht weken. In elke bijeenkomst staat een thema centraal. De bijeenkomsten worden door twee - bij voorkeur een man en een vrouw - daartoe opgeleide begeleiders begeleid.

Onderbouwing

Make a Move is een preventieprogramma dat hoofdzakelijk is gericht op het bewerkstelligen van een positieve attitude en het ontwikkelen van sociaal-relationele vaardigheden ten aanzien van een gezonde seksuele ontwikkeling en respectvolle seksuele en relationele omgang (vrij van dwang, manipulatie, discriminatie of geweld). De verwachting is dat de kans op het uitoefenen van seksuele grensoverschrijding door jongens met Make a Move wordt verkleind doordat het programma zich richt op het vergroten van kennis en vaardigheden. Dit zijn twee van de vier belangrijkste voorspellers van gedrag volgens het ASE-model (De Vries, 1988): attitudes, vaardigheden, eigen-effectiviteit en intentie.Tijdens discussies en rollenspellen worden jongens gestimuleerd om te reflecteren op hun eigen ideeën en gedrag en worden zij blootgesteld aan de mening van anderen. Dysfunctionele gedachten worden uitgedaagd, mythes en vooroordelen worden ontkracht, onjuiste kennis wordt gecorrigeerd en positieve attitudes en  gewenst gedrag worden positief bekrachtigd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken die effectief zijn gebleken bij vaardigheidstraining (Michie, Johnston, Francis, Hardeman & Eccles, 2008). Jongens krijgen criteria aangereikt voor aanvaardbaar en positief seksueel gedrag, leren deze toe te passen middels rollenspelen, door het beoogde gedrag zelf actief uit te proberen en hierop feedback te krijgen (enactive learning) en door anderen te observeren en feedback te geven (observational learning (Brug, et al., 2007).

Onderzoek

In een proefimplementatie in instellingen voor jeugd en opvoedhulp is onderzoek gedaan naar de effecten van het programma. De effectstudie, uitgevoerd door Universiteit Maastricht, biedt geen aantoonbaar bewijs voor de effectiviteit van Make a Move op de belangrijkste uitkomstmaten. Het aantonen van effecten werd  bemoeilijkt doordat het programma tijdens de proefimplementatie, vermoedelijk voor een belangrijk deel ten gevolge van ongunstige omstandigheden (transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten en de daarbij behorende bezuinigingen en ontslagen) vaak niet uitgevoerd werd zoals bedoeld. Binnen de interventiegroep wezen de scores op sociale norm (ideeën over opvattingen van vrienden over grensoverschrijdend gedrag) en eigen-effectiviteit ten aanzien van groepsdruk (de mate waarin iemand zichzelf in staat acht om weerstand te bieden aan groepsdruk) wel in de gewenste richting.

Meer weten?

Meer weten over deze interventie? Neem contact op met: