D105: Problematische gezinscommunicatie
Onderdeel van:Code | Probleem | Niveau |
---|---|---|
D | Gezin en opvoeding | As |
D100 | Ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding | Groep |
Code | Probleem | Niveau |
---|---|---|
D | Gezin en opvoeding | As |
D100 | Ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding | Groep |
Bij deze problematiek gaan verschillende gezinsleden op een problematische manier met elkaar om. Het kan gaan om de omgang/communicatie tussen alle gezinsleden of tussen een aantal gezinsleden. Voorbeelden van disfunctionele communicatie en omgangsvormen zijn:
Bij te grote betrokkenheid is er sprake van een communicatiepatroon binnen het gezin waardoor de jeugdige onvoldoende toekomt aan het ontwikkelen van zichzelf als een autonoom individu en niet leert zelfstandig te functioneren los van (de normen, waarden en opvattingen van) het gezinssysteem. Dit komt bijvoorbeeld als volgt tot uiting:
Bij te weinig betrokkenheid is er sprake van een communicatiepatroon binnen het gezin waardoor de jeugdige te veel aan zijn lot wordt overgelaten, te autonoom moet functioneren, er (te) geringe relationele en emotionele betrokkenheid is en de jeugdige te veel is aangewezen op (sociale) netwerken buiten het gezin. Dit komt bijvoorbeeld als volgt tot uiting:
Belangrijke kenmerken van verstoorde communicatie binnen het gezin zijn:
Met name tijdens de adolescentiefase, waarin een jongere het proces doormaakt van loskomen van het stamgezin en het verwerven van een eigen identiteit, kan een communicatiepatroon dat gekenmerkt wordt door een te grote betrokkenheid van de gezinsleden op elkaar, tot spanningen en conflicten leiden (Remmerswaal & Verheij, 1991). Het verwerven van een eigen identiteit enerzijds en het deel uitmaken van een gezin waarin overmatige betrokkenheid en wederkerige afhankelijkheid centraal staan anderzijds, staan op gespannen voet met elkaar.
Verwar het hierboven beschreven probleem niet met onderstaande problemen.