A201: Druk en impulsief gedrag
Onderdeel van:Code | Probleem | Niveau |
---|---|---|
A | Psychosociaal functioneren jeugdige | As |
A200 | Gedragsproblemen | Groep |
Code | Probleem | Niveau |
---|---|---|
A | Psychosociaal functioneren jeugdige | As |
A200 | Gedragsproblemen | Groep |
De ene jeugdige is van nature drukker, beweeglijker en levendiger dan de andere. Er is sprake van druk en impulsief gedrag (overbeweeglijkheid, motorische onrust, ongecontroleerd gedrag en weinig remmingen) in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau. De problemen zijn voornamelijk omgevingsgestuurd of situatiegebonden. Er is sprake van een beperking in het functioneren van de jeugdige, of er is sprake van lijdensdruk. Er is echter (nog) geen sprake van een significante beperking in het functioneren van de jeugdige. De lijdensdruk kan worden ervaren door de jeugdige zelf, door zijn ouders of door iemand uit de omgeving (bijvoorbeeld de leerkracht).
Denk bijvoorbeeld aan:
Druk gedrag komt veel voor bij peuters en kleuters. Bij jongens zie je het opvallend meer dan bij meisjes (Feddema & Wagenaar, 2006). Actief zijn hoort bij kleuters. Hun spel duurt ook korter, ze gaan sneller over van het ene spel naar het andere. Via spel beoefenen zij hun motorische vaardigheden. Naarmate zij behendiger worden, verandert hun spelgedrag; het spel verloopt rustiger, doelmatiger en neemt langere tijd in beslag. Met de leeftijd nemen druk gedrag en impulsiviteit dus af (Zero to Three, 1999). Bij toename van het aantal symptomen, bij een langere duur, wanneer symptomen voorkomen op meerdere levensgebieden, wanneer structureringsmaatregelen geen effect hebben en wanneer de problemen leiden tot disfunctioneren, is er sprake van een ontwikkeling naar een stoornis in de impulsbeheersing (DSM 5).
Verwar het hierboven beschreven probleem niet met onderstaande problemen.
Code | Probleem |
---|---|
A202 | Opstandig gedrag en/of antisociaal gedrag |
A902 | Overmatige stress |
C102 | Aandachtsproblemen |