Cijfers over pleeggezinnen

Aantal pleegkinderen

In 2022 verbleven 21.705 kinderen en jongeren in een pleeggezin. Het betreft het aantal unieke pleegkinderen dat voor kortere of langere tijd in een pleeggezin heeft gewoond. Sinds 2020 is er sprake van een daling van het aantal jeugdigen in de pleegzorg. In 2020 ging het om 23.093 kinderen en jongeren. In 2021 was het aantal gedaald naar 22.748 pleegkinderen.

Van alle jeugdigen die in 2022 de pleegzorg hebben verlaten, woonde 53 procent langer dan een jaar bij pleegouders. 37 procent daarvan heeft langer dan 2 jaar in een pleeggezin gewoond.  

In 2022 waren er 16.608 pleeggezinnen, waaronder 1.712 nieuwe pleegouders. In datzelfde jaar zijn er 2.228 pleegouders gestopt. Het aantal pleeggezinnen is ook ten opzichte van 2021 gedaald. Toen waren er 17.548 pleeggezinnen (Pleegzorg Nederland, 2023).

Jeugdbescherming en vrijwillige hulpverlening

Bij 56 procent van de pleegkinderen is in 2022 sprake van een jeugdbeschermingsmaatregel. Dat betekent dat het kind met een machtiging van de kinderrechter uit huis is geplaatst. Voor 20 procent van deze kinderen is sprake van een Onder Toezicht Stelling (OTS) en voor 36 procent van de pleegkinderen ligt de voogdij bij een gecertificeerde instelling. Bij 12 procent van de pleegkinderen is sprake van pleegoudervoogdij.

32 procent van de kinderen verblijft bij een pleeggezin zonder jeugdbeschermingsmaatregel en valt daarmee binnen de vrijwillige hulpverlening (Pleegzorg Nederland, 2023).

Pleegzorg voor korte of langere tijd

Pleegzorg kan tijdelijk zijn of voor langere tijd. Van alle kinderen die in 2022 de pleegzorg verlieten, woonde 57 procent langer dan een jaar bij een pleeggezin. Daarvan woonde 37 procent langer dan twee jaar in een pleeggezin. Een jaar eerder ging het om respectievelijk 58 procent en 36 procent. Het aantal kinderen dat korter dan een jaar in een pleeggezin woonde is gestegen van 42 procent in 2021 naar 47 procent in 2022.

Van de nieuwe plaatsingen was in 2022 24 procent deeltijdpleegzorg, vooral weekend- en vakantieopvang. Ten opzichte van 2021 is er daarin een stijging. Toen zat 20 procent van de kinderen in deeltijdpleegzorg.

De meeste plaatsingen, 77 procent, betroffen zoals in eerdere jaren voltijdpleegzorg. In 5 procent van de gevallen ging het om een combinatie van deeltijd- en voltijdpleegzorg.

Leeftijd van pleegkinderen

Van de kinderen en jongeren die in een pleeggezin zijn geplaatst zijn de meeste kinderen tussen de 5 en 11 jaar. De verdeling pleegkinderen per leeftijdscategorie is, met uitzondering van 18-plussers, jarenlang min of meer hetzelfde. In 2022 is, vergeleken met 2017, sprake van bijna vijf keer zoveel jongeren van 18 jaar en ouder. Sinds 1 juli 2018 is het mogelijk voor pleegkinderen om tot hun 21ste in een pleeggezin te blijven, tenzij zij zelf aangeven dit niet meer te willen (Pleegzorg Nederland, 2023).

In 2022 is de verdeling over de verschillende leeftijdsgroepen als volgt:

Leeftijd Kinderen en jongeren in 2022
bij pleeggezin geplaatst
Alle pleegkinderen op 31-12-2022
in pleeggezin
0 - 4 jaar 28 procent 10 procent
5 - 11 jaar 33 procent 35 procent
12-14 jaar 17 procent 20 procent
15-17 jaar 18 procent 20 procent
18 jaar en ouder 4 procent 15 procent

Definitie

Een pleeggezin neemt voor korte of langere tijd een kind op in het gezin dat niet thuis kan wonen. De pleegouders in het pleeggezin worden hierbij begeleid door een pleegzorginstelling. De ouders van het kind worden betrokken bij de hulpverlening. Pleegzorg is een vorm van jeugdhulp die onder de Jeugdwet en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten valt.

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud