Interventies voor het voorkomen van uithuisplaatsing

Er zijn in de Nederlandse jeugdzorg interventies die mede ontwikkeld zijn om uithuisplaatsing te voorkomen. Meestal gaat het om hulpvormen voor gezinnen die op meerdere terreinen tegelijk problemen hebben. Bijvoorbeeld het huishouden, de financiën en de opvoeding.

Vaak laten de kinderen zelf ook problemen zien. Bijvoorbeeld gedrags- of emotionele problemen. De inzet van de interventies gebeurt geregeld in combinatie met een jeugdbeschermingsmaatregel. Dit is omdat de situatie dan onveilig is voor het kind en de ouders vrijwillig geen hulp aanvaarden. Er is in ons land relatief veel onderzoek naar deze hulpvormen gedaan. Dat laat zien dat deze interventies zeker de moeite waard zijn om te overwegen als alternatief voor uithuisplaatsing.

Effecten interventies

Om wat voor interventies gaat het en wat weten we van de effecten?

Intensieve Pedagogische Thuishulp (IPT)

Dit is een verzamelnaam voor verschillende, meer specifieke hulpvormen die hierna aan bod komen. Onderzoek laat positieve effecten zien bij onder meer emotionele problemen en gedragsproblemen bij de kinderen. En op blootstelling aan stressvolle gebeurtenissen. Echter, na afsluiting bestaan vaak nog aanzienlijke problemen.

Ambulante Spoedhulp (ASH) en Families First (FF)

Ambulante Spoedhulp (ASH) en Families First (FF) worden typisch in crisissituaties ingezet. Studies wijzen op positieve resultaten met betrekking tot het voorkomen van een uithuisplaatsing. Studies naar met name Families First wijzen op 80-90 procent van de kinderen die aan het einde van de interventie nog thuis wonen; een jaar later is dat ongeveer 75 procent. Onderzoek is wel nodig om na te gaan welke werkzame elementen van beide interventies het beste voor welke gezinnen ingezet kunnen worden.

Ambulante Spoedhulp (ASH)Families First (FF)

Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling (IAG)

Onderzoek heeft zich niet gericht op effecten op het voorkomen van uithuisplaatsing, maar vindt wel positieve effecten van de interventie op probleemgedrag van kinderen en opvoedingsbelasting van ouders. Ook wordt gevonden dat IAG de eigen kracht van ouders significant verbetert. Wat weer bijdraagt aan vermindering van gedragsproblemen van kinderen. Dit in tegenstelling tot residentiele zorg en pleegzorg waarbij dit nauwelijks het geval is.

Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling (IAG)

Multisysteem Therapie (MST)

Nederlands onderzoek laat zien dat MST effectiever is dan de gebruikelijke jeugdzorg voor zowel extreem gewelddadige als niet extreem gewelddadige jongeren. Dat suggereert dat de interventie er ook in slaagt om gunstige effecten te bereiken bij moeilijk te behandelen jongeren in residentiële hulp. Ook veel internationaal onderzoek vindt voornamelijk positieve resultaten, hoewel één studie geen verschil vond met gebruikelijke zorg.

Multisysteem Therapie (MST)

Gezin Centraal (GC)

Uit onderzoek blijkt dat aan het eind van de behandeling de opvoedingsbelasting van ouders en gedragsproblematiek van het kind of de jongere flink is verminderd. De mate waarin het hulpverleners lukt binnen het gezin methodisch te werken, blijkt een voorspeller te zijn voor positieve resultaten van een hulptraject. Aannemelijk is dat die positieve resultaten bijdragen aan het voorkomen van uithuisplaatsing, maar dat is nog niet onderzocht.

Gezin Centraal (GC)

Multidimensionele Familietherapie (MDFT)

Van MDFT is alleen uit Nederlands onderzoek bekend dat de interventie bij adolescenten meer blijvende effecten had op het plegen van delicten en problematisch middelengebruik dan residentiele hulp. De interventie kan dus dienen als alternatief voor opname in jeugdzorginstelling.

Multidimensionele Familietherapie (MDFT)

Jouw Ingebrachte Mentor (JIM)

Een studie naar de JIM-aanpak laat zien dat de betrokkenheid van volwassenen uit het informele netwerk kan helpen. Bijvoorbeeld bij het voorkomen van uithuisplaatsing van adolescenten met complexe behoeften.

Jouw Ingebrachte Mentor (JIM)

School2Care

Dit is een geïntegreerd aanbod van onderwijs, jeugdzorg en andere zorg en begeleide vrijetijdsbesteding. Het is bestemd voor jongeren van 12 tot en met 17 jaar met zeer complexe problemen die niet of nauwelijks nog naar school gaan. Kleinschalig onderzoek wijst op positieve resultaten als het gaat om voorkomen van schooluitval. Kwalitatief evaluatie-onderzoek geeft aanwijzingen dat het programma bijdraagt aan voorkoming van uithuisplaatsing.

School2Care

Methodieken voor uitvoering OTS

Ongeveer de helft van de uithuisplaatsingen gebeurt met een kinderbeschermingsmaatregel. Dit is meestal een ondertoezichtstelling (OTS). In de loop der jaren zijn verschillende methoden ontwikkeld voor het uitvoeren van de ondertoezichtstelling met het doel uithuisplaatsingen te voorkomen.

De eerste daarvan is de Deltamethode. En goede uitvoering ervan bleek effectief: het voorkomt of verkort uithuisplaatsingen. Een variant die later uit de Deltamethode is doorontwikkeld, Verve, liet bij de voorkoming van uithuisplaatsing geen duidelijke uitkomsten zien. In Amsterdam is een andere variant ingevoerd, het Generiek Gezinsgericht Werken (GGW). Volgens de cijfers van de aanbieder leidt deze methode tot 60 procent minder uithuisplaatsingen.

Werkzame elementen

Onderzoek laat zien dat veel van de hierboven genoemde methoden op elkaar lijken als het gaat om de veronderstelde werkzame elementen. Ze besteden vrijwel allemaal aandacht aan:

  • het goed in kaart brengen van de situatie en de verwachtingen
  • een gedegen planning en evaluatie van de activiteiten
  • werken aan verandering, met name positievere relaties, communicatie en interactie
  • een goede samenwerking met en ondersteuning van kinderen, jongeren en het gezin
  • het leren van opvoedvaardigheden
  • het helpen bij concrete vraagstukken met betrekking tot huisvesting, huishouden, verzorging, omgaan met instanties
  • activering van het sociale en professionele netwerk

De verschillen zitten met name in de tijdsduur van het traject, de intensiteit en of er een 24-uurs bereikbaarheid is. Ook zijn er verschillen tussen welke consultatiemogelijkheden van experts er zijn en de manier waarop supervisie en intervisie voor de professionals vorm krijgt. Frequente, telefonische, contacten tussen de hulpverlener en het gezin en een intensieve intervisie voor de hulpverlener lijken bij te dragen aan de effectiviteit.   

Voorkomen uithuisplaatsing

In welke mate met genoemde interventies uithuisplaatsing is te voorkomen, is niet zo in het algemeen te zeggen. De cijfers die bekend zijn, laten een interessant beeld zien: zoals hierboven genoemd wijzen enkele studies op 75 procent van de kinderen die een jaar na de interventie nog thuis wonen. In de jeugdbescherming wijzen cijfers op 60 procent minder uithuisplaatsingen.

Onderzoek laat ook zien dat er grote verschillen kunnen zijn in de effecten van interventies en tussen studies naar dezelfde interventies. Dit wijst erop dat de kwaliteit van implementatie een interventie waarschijnlijk cruciaal is voor de effectiviteit.

Andere hulp nodig dan jeugdzorg

Verder is belangrijk om bij dit overzicht van interventies op te merken dat het hier gaat om hulpvormen binnen de jeugdzorg. Die blijken vaak ontoereikend om de problemen aan te pakken die een belangrijke invloed hebben op het hele gezin. Zoals schulden, huisvestingsproblemen, relatieproblemen tussen de ouders en verslavings- of psychische problematiek bij een ouder. Samenwerking met andere hulpinstanties is in dat verband essentieel.

Familienetwerkberaden

In de lijst van interventies lezen we ook geregeld over het potentiële nut van familienetwerkberaden. Een internationale overzichtsstudie suggereert echter dat deze aanpak niet duidelijk leidt tot minder meldingen van kindermishandeling. En ook niet tot minder uithuisplaatsingen en een snellere afsluiting van dossiers bij jeugdzorg. Afhankelijk van het soort studie is er soms een gunstig beeld, soms ook niet.

  • Dijkstra, S. e.a. (2014). De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
  • Meyer. R. e.a. (2020). Kunnen ambulante interventies uithuisplaatsingen in de jeugdhulp voorkomen? Evaluatie van de interventie Ambulante spoedhulp. Nijmegen: Praktikon.
  • Rooijen. K. van (2021). Literatuurreview over effecten van uithuisplaatsing en interventies ter voorkoming van uithuisplaatsing (prepublicatie).
  • Visscher, L. e.a. (2019). Interventions for families with multiple problems: Similar contents but divergent formats. Child & Family Social Work, 9, 1-10. DOI: 10.1111/cfs.12646
  • Visscher, L. e.a. (2021). Toward tailored care for families with multiple problems: A quasi-experimental study on effective elements of care. Familiy Process (open access)
  • Yperen, T. van e.a. (2020). Veiligheid in gezinnen: een zaak voor iedereen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud