Cijfers over angst- en stemmingsproblemen

Aantal jongeren met emotionele problemen

Emotionele problemen onder scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs zijn in de afgelopen vier jaar fors toegenomen. De grootste toename van problemen is te zien onder meisjes, zo blijkt uit het HBSC-onderzoek 2021. Om inzicht te krijgen in problemen van leerlingen is gebruik gemaakt van de SDQ-vragenlijst waarin onder meer gevraagd wordt naar gevoelens van angst, somberheid en piekeren.

In het basisonderwijs ervaren in 2021 23,4 procent van de leerlingen emotionele problemen. In het voortgezet onderwijs gaat het om 27,9 procent die zegt daar last van te hebben. In 2017 ging het om respectievelijk 10,9 procent en 18,2 procent van de leerlingen. In zowel basis- als voortgezet onderwijs zijn de verschillen tussen jongens en meisjes met emotionele problemen groot. Zo heeft 43 procent van de meisjes in het voortgezet onderwijs emotionele problemen. Onder de jongens gaat het om ruim 13 procent. In  het basisonderwijs zegt bijna 33 procent van de meisjes en ruim 14 procent van de jongens emotionele problemen te ervaren.

In 2021 is met name onder meisjes een aanzienlijke stijging te zien in het percentage die zegt daar last van te hebben. In 2017 gaf 27,6 procent van de meisjes in het voortgezet onderwijs aan emotionele problemen te ervaren. In 2021 is dit percentage gestegen naar ruim 43 procent. Ook onder meisjes in de basisschool is het aandeel dat met emotionele problemen kampt flink gestegen, van 14,4 procent in 2017 naar 32,6 procent in 2021. Hoewel jongens in zowel het basis- als voortgezet minder met emotionele problemen kampen is ook bij hen sprake van een  (lichtere) stijging in de afgelopen vier jaar. In het voortgezet onderwijs gaf in 2017 9,4 procent van de jongens aan emotionele problemen te ervaren. In 2021 ging het om 13,3 procent.

Binnen het HBSC-onderzoek is ook gevraagd hoe vaak leerlingen last hebben van psychosomatische klachten. Van de meisjes in het voortgezet onderwijs zegt in 2021 70,1 procent vaker dan één keer per week last te hebben van psychosomatische klachten. Vier jaar eerder ging het om 56,2 procent. Onder jongens gaat het om respectievelijk 54,1 procent in 2021 en 42,1 procent in 2017 (HBSC, 2021).

Definitie

Angst is een beklemmende, onaangename emotionele toestand die veroorzaakt wordt door dreiging of gevaar. Angst wordt problematisch wanneer er een overmatige uiting is van normale angsten, zodanig dat deze het normaal dagelijks functioneren negatief beïnvloedt. Stemmingswisselingen zijn gezonde pogingen om nare ervaringen van verlies of frustratie te verwerken. Normale stemmingswisselingen kunnen overgaan in stemmingsproblemen als de emotionele ontregeling (verdriet, somberheid of labiel zijn) langer duurt dan twee weken. Onderzoekers vatten angstproblemen en stemmingsproblemen vaak samen onder de noemer internaliserende problemen of emotionele problemen.

Het is normaal dat kinderen en jongeren angsten en stemmingswisselingen hebben. Vaak zijn het zelfs goede reacties op bepaalde gebeurtenissen. Zo is het normaal om bang te zijn als er gevaar dreigt, bijvoorbeeld bij geweld, in het verkeer of tijdens het spelen.

Angsten en stemmingswisselingen worden problematisch als:

  • ze langer duren en/of heftiger zijn dan verwacht mag worden op grond van de aanleiding. Wat 'langer dan verwacht' is, hangt niet alleen af van de aanleiding maar ook van de leeftijd. Als een sombere, verdrietige of eenzame stemming binnen één of twee weken opklaart en het normale dagelijkse functioneren niet verstoort, is er volgens het Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek - Jeugd (de CAP-J) geen sprake van een probleem of stoornis;
  • ze het functioneren negatief beïnvloeden of wanneer een kind of jongere er onder lijdt.

Meer informatie

Angst

Meer informatie over gebruikte onderzoek:

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud