Wet burgerschapsonderwijs gaat op 1 augustus in

De nieuwe wet voor burgerschapsonderwijs op basisscholen en middelbare scholen gaat per 1 augustus in. Daar heeft de Eerste Kamer dinsdag 22 juni mee ingestemd.

De wet verplicht alle scholen hun leerlingen kennis en respect bij te brengen over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Scholen zijn al wettelijk verplicht om burgerschapsonderwijs te verzorgen, maar het is hen vaak niet duidelijk wat er precies wordt verwacht. Minister Arie Slob van Onderwijs heeft daarom de wettelijke opdracht voor scholen aangescherpt.

De wet bevat een gemeenschappelijke kern waaraan alle scholen moeten voldoen. Zo moeten leerlingen onderwijs krijgen in de basiswaarden van de democratische rechtsstaat: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Ook moeten leerlingen kunnen oefenen met de vaardigheden die ze later nodig hebben om te kunnen deelnemen aan de samenleving, zoals naar elkaars mening luisteren en daar respectvol op reageren. Daarnaast staat in de wet dat leerling en personeel zich op school veilig en geaccepteerd moeten kunnen voelen.

'Leerkrachten en scholen kunnen dit niet alleen'

De wet voor burgerschapsonderwijs is een mooi startpunt, vindt Karlijn Stals van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Het is goed dat er meer invulling wordt gegeven aan hoe scholen hier aandacht aan kunnen besteden. Dat geeft leerkrachten en scholen richting en helpt bij het goed toerusten van leerkrachten op deze taak. Maar zij kunnen dit niet alleen.'

Volgens Stals hebben scholen en leerkrachten namelijk al veel verantwoordelijkheden. 'Ze moeten onder meer burgerschapsonderwijs geven, een gezonde leefstijl bevorderen, polarisatie tegengaan en kinderen mediawijs maken. Dit zijn grote opgaven voor onze samenleving. Die taken mogen niet alleen de verantwoordelijkheid van de school en van leerkrachten zijn. Alle volwassenen rondom een kind hebben daarbij een taak, bijvoorbeeld de sportvereniging, de wijkcoach, familieleden en zeker ook de ouders.'

Bron: Ministerie van OCW