Zorgen over organisatie onderwijs dit schooljaar

Schoolleiders en schoolbestuurders hebben zorgen over de organisatie van het onderwijs dit schooljaar. Dat blijkt uit de tweede meting van het onderzoek naar de effecten van COVID-19 op het onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie sprak voor het onderzoek met schoolleiders, bestuurders en andere professionals op 898 scholen en instellingen.

Hoewel de ondervraagden ook enkele voordelen zien van afstandsonderwijs, levert het vooral ook beperkingen op. Het heeft nadelige gevolgen voor de motivatie, het welzijn en het perspectief van studenten en leerlingen. Op een deel van de scholen nemen daardoor de verschillen tussen leerlingen toe.

Zo constateerden de meeste scholen voor voortgezet onderwijs dat hun leerlingen een achterstand hebben opgelopen. Scholen in het primair onderwijs signaleren bij een klein deel van de leerlingen een vermindering van de cognitieve ontwikkeling, het welbevinden, de motivatie en de concentratie.

Ook zijn er zorgen over de werkdruk bij docenten, de inzetbaarheid van voldoende personeel en de mogelijkheid om stages te laten doorgaan. In het hoger onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs lagen veel stages noodgedwongen stil. In het mbo konden veel studenten niet terecht in de beroepspraktijkvorming en gingen stages niet door.

De Onderwijsinspectie voert eind september een derde meting uit, waarin grotendeels dezelfde groep scholen en instellingen wordt benaderd. Voor een volledig beeld worden daarin ook in enkele sectoren de ervaringen van leraren, leerlingen en studenten meegenomen.

Bron: Inspectie van het Onderwijs

Meer informatie

Inspectie volgt onderwijs tijdens de coronacrisis