Nederlandse jongeren zijn kampioen in welzijn

Nederlandse scholieren zijn positief over hun sociale relaties, worden weinig gepest en hebben weinig psychosomatische klachten in vergelijking met andere Europese scholieren. Wel neemt de druk door schoolwerk toe, blijkt uit het internationale vergelijkende onderzoek Health Behaviour in School-aged Children (HBSC).

Nederlandse jongeren hebben een goede relatie met hun ouders. Vooral bij 15-jarigen is het verschil met andere landen groot. 81 procent praat makkelijk met hun vader over hun zorgen, tegen gemiddeld 65 procent internationaal. Nog beter praten 15-jarigen met hun moeder: 90 procent vindt dat makkelijk, tegen 80 procent internationaal. Op sociale steun van vrienden en het hebben van aardige en behulpzame klasgenoten scoren de Nederlandse scholieren minstens 10 procentpunt hoger dan andere scholieren. Verder komt pesten in Nederland beduidend minder voor dan in de andere landen. Het percentage jongeren dat een voldoende geeft voor levenstevredenheid is in Nederland beduidend hoger dan gemiddeld.

Het percentage 13- en 15-jarige Nederlandse jongeren dat druk door schoolwerk ervaart is tussen 2013 en 2017 sterk gestegen, terwijl dat in de andere landen nauwelijks het geval is. In 2017 is het percentage 15-jarigen dat die druk ervaart nagenoeg even hoog als het internationale gemiddelde. Voor Nederlandse 13-jarigen ligt het percentage in 2017 iets onder het gemiddelde; bij de 11-jarigen is het aanzienlijk minder.

'De trend dat de Nederlandse jeugd het goed doet, zet zich consequent door', constateert directievoorzitter Ans van de Maat van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Hopelijk hebben jongeren en hun opvoeders daardoor de veerkracht die nodig is om de psychosociale gevolgen van de coronacrisis relatief goed door te komen.'

Wel staat dat positieve beeld in schril contrast met het alsmaar stijgende gebruik van jeugdzorg in Nederland, signaleert Van de Maat. 'Inmiddels krijgt een op de acht kinderen tot en met 17 jaar jeugdzorg. Als samenleving moeten wij extra werk maken van goede basisvoorzieningen voor onze jeugd, zoals goede opvang en onderwijs, sport- en spelmogelijkheden, en positieve ondersteuning van volwassenen in de omgeving. We weten namelijk dat dat de gevolgen van de crisis wat kan temperen. Daarbij is het essentieel dat we luisteren naar wat volgens kinderen en jongeren de beste manier is om die basisvoorzieningen vorm te geven.'

Meer dan tweehonderdduizend scholieren uit 45 voornamelijk Europese landen namen in 2017 en 2018 deel aan het HBSC-onderzoek, dat om de vier jaar wordt herhaald. Het onderzoek geeft een beeld van de leefsituatie en psychische gezondheid van 11-, 13- en 15-jarige scholieren. In Nederland wordt het onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Bron: HBSC Nederland; Nederlands Jeugdinstituut