In tien jaar ruim 2.500 amv's uit zicht verdwenen

Meer dan 2.500 alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn in de afgelopen tien jaar met onbekende bestemming vertrokken uit asielzoekerscentra. Een deel viel mogelijk in handen van mensenhandelaren. Dit leidt NRC af uit cijfers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en voogdij-instelling Nidos.

Ruim 11.700 alleenstaande minderjarige vluchtelingen vroegen de afgelopen tien jaar asiel aan in Nederland. Ten minste 2.556 kinderen vertrokken voortijdig. Dat aantal kan nog hoger liggen omdat cijfers van Nidos over de jaren 2011 tot en met 2014 ontbreken. Vooral het afgelopen jaar is het aantal verdwenen kinderen flink gestegen. Volgens het COA en Nidos komt dat doordat meer kinderen uit veilige landen zoals Marokko en Algerije asiel aanvragen.

Van de meeste vertrokken kinderen is de huidige verblijfplaats onbekend. Een deel van de kinderen reist volgens het COA en Nidos waarschijnlijk door naar familie in Nederland of elders in Europa. Een onbekend deel valt in handen van mensenhandelaren die het kind in Nederland of het buitenland uitbuiten voor illegale arbeid, criminaliteit of prostitutie.

Zelfs kinderen die al eerder slachtoffer waren van mensenhandel of daar een verhoogd risico op liepen, zijn mogelijk in handen gevallen van mensenhandelaren. Deze kinderen krijgen als ze asiel aanvragen intensieve begeleiding in beschermde opvanghuizen. In tien jaar verdwenen ruim honderd kinderen uit deze beschermde opvang.

De cijfers bevestigen eerdere bevindingen van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen dat alleenstaande minderjarige vluchtelingen extra risico lopen op seksuele uitbuiting.

Bron: NRC