Evaluatie passend onderwijs geeft veelzijdig beeld

De invoering van passend onderwijs heeft de organisatie van de ondersteuning van leerlingen en studenten verbeterd. Bij leraren en ouders heeft de stelselwijziging verwachtingen gewekt, maar niet allemaal waargemaakt. Het effect op leerlingen en studenten is niet goed vast te stellen. Dat blijkt uit een vijfjarig evaluatieonderzoek onder regie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).

De onderzoekers concluderen dat de invoering van passend onderwijs in 2014 heeft geleid tot een minder complexe en minder starre organisatie van de ondersteuning van leerlingen. In de meeste regio's is een 'dekkend aanbod': er zijn voldoende voorzieningen voor het ondersteunen van verschillende groepen leerlingen.

Verschillende effecten

Voor verschillende betrokkenen heeft passend onderwijs verschillende effecten gehad. Zo waarderen scholen de vrijheid die ze hebben om de ondersteuning meer naar eigen inzicht in te richten. Ze vinden het daarbij lastig om goede afspraken te maken met jeugdhulpverleners over ondersteuning van leerlingen.

Het valt niet goed vast te stellen of leerlingen meer hulp op maat krijgen. De meeste ouders en leerlingen zijn wel tevreden over de geboden ondersteuning. Tegelijkertijd zijn ouders minder 'ontzorgd' dan was verwacht. De zorgplicht van scholen voorkomt niet dat ouders soms zelf blijven zoeken naar een geschikte plek.

In samenhang beoordelen

Chaja Deen, expert onderwijs en jeugdhulp bij het Nederlands Jeugdinstituut, begrijpt dat de effecten voor kinderen, jongeren en ouders moeilijk te beoordelen zijn. 'We herkennen het idee van een 'kruipend concept', zoals de onderzoekers het noemen. In de afgelopen jaren zijn aan passend onderwijs steeds meer verwachtingen toegeschreven die niet in de wetswijziging waren opgenomen. Dat maakt het lastig om grip te krijgen op de werkelijke opbrengsten van passend onderwijs. We begrijpen daarom het advies van de onderzoekers om een duidelijkere visie te formuleren voor de lange termijn.'

'Een langetermijnvisie moet dan niet alleen over passend onderwijs gaan', vervolgt Deen. 'Passend onderwijs en de transformatie van het jeugdstelsel hebben veel met elkaar te maken in het leven van kinderen en jongeren. De evaluatie bevestigt dat de verschillende stelsels en wetten in samenhang beoordeeld moeten worden om de effecten goed te beoordelen. Duurzame effecten voor kinderen vragen immers een gezamenlijke inspanning.'

Consortium

Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door een consortium van zeven onderzoeksinstituten, op verzoek van het ministerie van OCW en onder regie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek; Nederlands Jeugdinstituut