'Diversiteit leidt niet per se tot spanning in klas'

Etnische diversiteit op scholen hoeft niet te leiden tot spanning in de klas. Zo nemen klasgenoten van verschillende etniciteit het juist voor elkaar op als ze gepest worden. Dat concludeert Marianne Hooijsma uit onderzoek waarop zij 13 februari promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hooijsma onderzocht positieve en negatieve interetnische relaties tussen klasgenoten aan de hand van sociale netwerkgegevens. Binnen etnische groepen is de kans groot dat jongeren die niet in dezelfde klas zitten elkaar verdedigen tegen pesten. Dat gebeurt minder vaak bij jongeren met een verschillende afkomst. Maar als jongeren klasgenoten zijn, is het even waarschijnlijk dat jongeren van verschillende of dezelfde afkomst het voor elkaar opnemen.

Diversiteit in de klas kan dus een positief effect hebben op interetnische relaties. Het bleek echter ook dat diversiteit op school niet genoeg is om negatieve relaties tussen jongeren met een verschillende achtergrond te verbeteren.

De nadruk leggen op overeenkomsten, zoals bij elkaar in de klas zitten of een gezamenlijke hobby of muzieksmaak, kan volgens Hooijsma een manier zijn voor leerkrachten om jongeren van verschillende etnische afkomst zich meer verbonden met elkaar te laten voelen.

Hooijsma, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut, zegt over haar onderzoek: 'Door diversiteit zijn er op samenlevingsniveau vaker spanningen tussen groepen. Ik wilde dat naar een lager niveau trekken en onderzoeken wat er met die spanning gebeurt in een klas. Een belangrijk onderwerp, want wat jongeren in de klas meemaken, dragen ze de rest van hun leven met zich mee.'

Dat diversiteit minder invloed heeft op negatieve dan op positieve relaties, kan te maken hebben met sociale doelen, vermoedt Hooijsma. 'Uit eerder onderzoek bleek dat het behalen van sociale doelen belangrijk is voor jongeren. Positieve relaties met klasgenoten uit dezelfde etnische groep helpen bij het behalen van deze doelen. Het is een aspect dat interessant is om verder te onderzoeken. Want wat voor invloed heeft diversiteit uiteindelijk op hoe jongeren met elkaar omgaan? Dat kan belangrijke informatie zijn voor interventies die de relaties tussen etnische groepen op scholen proberen te verbeteren.'

Bron: Rijksuniversiteit Groningen; Nederlands Jeugdinstituut