Grote regionale verschillen in pleegzorggebruik

De verschillen in pleegzorggebruik tussen jeugdregio's en gemeenten zijn groot. Er zijn regio's met minder dan honderd pleegkinderen, maar ook regio's met bijna tweeduizend pleegkinderen. Onderzoekers van de DSP-groep signaleren meerdere factoren voor deze verschillen.

De onderzoekers vergeleken de landelijke CBS-cijfers over pleegzorg en analyseerden de cijfers van drie niet nader benoemde regio's. Uit interviews met onder anderen gemeentelijk beleidsadviseurs, pleegzorgaanbieders en verwijzers concluderen ze dat er een aantal verklaringen zijn voor de grote verschillen. De verschillen kunnen voortkomen uit moeilijk te beïnvloeden factoren, zoals sociaaleconomische omstandigheden. Er zijn ook beïnvloedbare factoren. In een regio waar pleegzorg bijvoorbeeld een bekende vorm van hulp is, maken hulpverleners daar meer gebruik van.

Uit de CBS-cijfers blijkt dat de inzet van pleegzorg tussen 2015 en 2017 met bijna 4 procent is toegenomen. De vraag naar extra pleeggezinnen blijft groot. Volgens de respondenten zorgt een groter aanbod niet voor meer pleegzorg, maar wel voor beter passende matches. Het gaat niet om de plek die vrij is, maar om de plek die past bij het kind.

Mariska de Baat het Nederlands Jeugdinstituut hoort de vraag om extra pleeggezinnen ook regelmatig bij zorgaanbieders. 'Door de Jeugdwet is er veel meer aandacht voor pleegzorg en gezinshuizen. Ik hoor bij zorgaanbieders dat nagedacht wordt over de uitbreiding van pleegzorg en gezinshuizen en het afbouwen van groepen. Het is een thema dat leeft: meer gezinsvormen en minder residentiële hulp.'

Bron: DSP-groep; Nederlands Jeugdinstituut