Geen totaalbeeld slachtoffers seksuele uitbuiting

Het aantal meldingen van mensenhandel door hulpinstanties is tussen 2014 en 2018 bijna gehalveerd. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen doen instanties minder vaak melding door de aangescherpte privacywetgeving. Met name minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting lijken buiten beeld te raken.

Naar schatting zijn jaarlijks 1.300 minderjarigen slachtoffer van seksuele uitbuiting. In 2018 zijn echter maar 29 minderjarige slachtoffers gemeld bij het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha). Dat zou betekenen dat slechts 2 tot 3 procent van de minderjarige slachtoffers in beeld is.

De politie is wettelijk verplicht om bij seksuele uitbuiting een melding bij CoMensha te maken. Professionals zoals zorgcoördinatoren en hulpverleners die werken in zorginstellingen mogen alleen melding maken bij CoMensha met expliciete toestemming van de slachtoffers of hun voogd. Het ontbreken van meldingen bij CoMensha betekent niet dat slachtoffers niet worden gesignaleerd en beschermd door professionals.

Volgens de Nationaal Rapporteur dient er een oplossing te komen voor het rechtmatig verzamelen van slachtoffergegevens, waarbij hun privacy is gewaarborgd, zodat de aanpak tegen mensenhandel gemonitord kan worden. Daarnaast adviseert de rapporteur de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om prioriteit te geven aan de aanpak voor minderjarige slachtoffers.

Bron: Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen