Geen daling aantal slachtoffers kindermishandeling

90– tot 127 duizend kinderen waren naar schatting in 2017 slachtoffer van kindermishandeling. Dat is niet significant meer of minder dan in 2005 en 2010, blijkt uit de derde Nationale prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen.

De studie is onder meer gebaseerd op cijfers van Veilig Thuis. 29 procent van de gerapporteerde kinderen kreeg te maken met meerdere vormen van mishandeling. Emotionele verwaarlozing kwam het vaakst voor. Net als eerder waren een lage opleiding, werkloosheid, een niet-Nederlandse afkomst, opgroeien in een eenouder-, stief- of groot gezin en een jonge leeftijd van het kind risicofactoren voor kindermishandeling.

Ans van de Maat, directievoorzitter van het Nederlands Jeugdinstituut: 'Dit onderzoek maakt pijnlijk duidelijk dat we er, ondanks alle inspanningen van beleidsmakers, professionals en vrijwilligers, niet in slagen kindermishandeling terug te dringen. We mogen die risicofactoren niet interpreteren als oorzaken van kindermishandeling, maar ze bieden wel aanknopingspunten voor preventief beleid. In ieder geval benadrukken ze de urgentie van een integrale, sociaaldomeinbrede aanpak.'

Opvallend is dat bij 60 procent van de gerapporteerde gezinnen de ouders gescheiden waren of bezig waren met een scheiding. Van de Maat: 'Scheiding en de daarmee samenhangende onmacht van ouders kan kinderen veel schade berokkenen. Het overheidsprogramma 'Scheiden zonder schade' en de lopende herziening van de richtlijn 'Scheiding en problemen van jeugdigen' moeten alle beroepsgroepen helpen om kinderen te beschermen tegen schadelijke gevolgen van een scheiding.'

De prevalentiestudie is uitgevoerd in opdracht van het WODC.

Bron: WODC; Nederlands Jeugdinstituut