Aanpassing PIJ-maatregel nadelig voor jongeren

Het pedagogisch belang van de PIJ-maatregel gaat verloren door wetswijzingen die minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming wil doorvoeren, stelt de Raad voor de rechtspraak. Dat heeft gevolgen voor het karakter van het jeugdstrafrecht.

De wijzigingen zijn onderdeel van een wetsvoorstel voor herziening van het strafrecht. Ze hebben tot doel terbeschikkingstelling (tbs) en Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) te stroomlijnen. De minister presenteert de wijzigingen als wetstechnische aanpassingen om de PIJ-maatregel eenvoudiger toepasbaar te maken. Volgens de Raad wordt dat doel niet bereikt, doordat het voorstel nieuwe onduidelijkheden introduceert.

De Raad mist een uitgebreide toelichting, waardoor een goede afweging van nut en noodzaak niet mogelijk is. De Raad adviseert de aanpassingen van de PIJ-maatregel los te koppelen van dit wijzigingsvoorstel en eerst samen met de praktijk de knelpunten te inventariseren. Die inventarisatie kan leiden tot een nieuw wetsvoorstel met gedegen toelichting.

Mocht de minister daar niet toe besluiten, dan beveelt de Raad met klem aan de term 'PIJ-maatregel' niet te wijzigen in 'jeugd-tbs'. Dat wekt ten onrechte de indruk dat het verschil tussen tbs voor volwassenen en voor jongeren klein is. Bovendien is de term 'jeugd-tbs' nadelig voor jongeren, vanwege het stigmatiserende karakter.

Brigit Rijbroek van het Nederlands Jeugdinstituut onderschrijft dat jongeren met een PIJ-maatregel de kans moeten blijven krijgen om zich te ontwikkelen. 'De orthopedagogische insteek van het jeugdstrafrecht zorgt dat we de normale ontwikkeling van jongeren blijven stimuleren. Ze krijgen de kans zich te herstellen. We hebben ook steeds meer wetenschappelijke kennis over de elementen waardoor jongeren beslissen uit het criminele circuit te stappen. Voor verbetering van de doorlopende zorglijn voor deze jongeren is een dialoog met de praktijk onmisbaar.'

Bron: Raad voor de rechtspraak; Nederlands Jeugdinstituut