'Werk bij integrale hulp meer samen met het gezin'

Om integraal werken beter te laten slagen is het belangrijk dat professionals meer samenwerken met gezinnen. Dat blijkt uit onderzoek waar Laura Nooteboom op 22 april op promoveerde aan de Universiteit Leiden.

Nooteboom deed onderzoek in de literatuur, onder professionals en onder ouders uit kwetsbare gezinnen naar de werkzame en belemmerende elementen van integraal werken.

Sinds de decentralisatie zijn er kortere lijnen tussen professionals in de wijk. Tegelijk bestaan er nog te veel knelpunten, vooral voor gezinnen met meervoudige en complexe problematiek. Door te weinig samenhang in de hulpverlening krijgen zij vaak niet de juiste hulp, aldus Nooteboom.

Samenwerken met gezinnen

Integrale hulp gaat volgens Nooteboom niet alleen om het samenwerken met andere professionals, maar ook om het samenwerken met gezinnen. Zo moeten professionals samen met het gezin prioriteiten stellen wanneer er sprake is van meerdere problemen. Volgens de ondervraagde professionals en ouders werkt het niet als die tegelijkertijd aangepakt worden.

Ook het samen in kaart brengen van de behoeften van een gezin en samen beslissen over passende hulp op maat is noodzakelijk. Het is daarbij voor ouders belangrijk om verschillende soorten hulp aan te bieden, verwachtingen te bespreken en verschillende perspectieven op te nemen in het hulpplan.

Hulpverlening samen evalueren

Om tot goede prioritering en gedeelde besluitvorming te komen, is het van belang om de hulpverlening regelmatig te evalueren met gezinnen en betrokken professionals. Zo lukt het professionals beter om in te spelen op veranderende hulpvragen en krijgen gezinnen meer inzicht in hun hulpverleningstraject.

Tot slot is het volgens Nooteboom nodig om te investeren in toekomstige professionals. Hierbij is het cruciaal dat er niet alleen in verschillende vakken aandacht is voor integraal werken, maar dat interprofessioneel opleiden de norm wordt. Door toekomstig professionals uit verschillende vakgebieden samen te laten leren, leren zij de visie en werkwijze van andere disciplines kennen.

Bron: Universiteit Leiden