Overzicht verkiezingsplannen voor de jeugd
Nederland gaat op 29 oktober naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het NJi bekeek de verkiezingsprogramma's van de partijen die in de peilingen de grootste zijn. Wat vinden zij belangrijk voor het opgroeien en opvoeden in onze samenleving? Je vindt hier een overzicht van hun plannen voor kinderen en jongeren voor de thema's wonen, onderwijs, participatie, zorg en gezin.
Wonen
Starters- en studentenhuisvesting
Vrijwel alle partijen willen meer betaalbare woningen voor starters en jongeren. Zo is NSC voor woningruil, CDA voor doorstroommaatregelen, BBB voor starterscontracten, SP voor een Nationaal Woonfonds, VVD voor koopfondsen en huis-sparen en D66 zelfs voor de bouw van nieuwe steden bij openbaarvervoerknooppunten. SGP, BBB en NSC zien ook kansen in intergenerationeel wonen zoals 'knarrenhofjes', een woonvorm voor jonge ouderen en oudere jongeren.
Andere partijen leggen accenten op betaalbaarheid en regulering. PvdD wil speculatie tegengaan, DENK de rente op studieschulden afschaffen en Volt de hospitaverhuur stimuleren en de kostendelersnorm afschaffen. NSC pleit voor een huurregister en belasting op snelle doorverkoop.
PVV, JA21 en FVD richten zich vooral op migratie en willen dat statushouders geen voorrang meer krijgen. Voor studentenhuisvesting wijzen CDA en CU op de druk van internationale studenten en pleit D66 voor gelijke woonrechten voor mbo-, hbo- en wo-studenten. Daarnaast pleiten Volt, NSC, SGP en SP voor meer campuswoningen en de ombouw van kantoorpanden.
Leefbare wijken en ontmoetingsplekken
Het gros van de partijen ziet sterke en veilige wijken als cruciaal. GroenLinks-PvdA, ChristenUnie, SP en PvdD willen investeren in sport, jeugdwerk en ontmoetingsplekken. CDA, D66, DENK, NSC, VVD en Volt leggen de nadruk op brede voorzieningen en veiligheid, terwijl BBB wijst op het verdwijnen van dorpsvoorzieningen. JA21, PVV, FVD en SGP benadrukken leefbaarheid en veiligheid voor gezinnen.
In de aanpak verschillen ze. GroenLinks-PvdA kiest voor jongerenwerk en preventie, VVD legt verantwoordelijkheid bij ouders en wil bestuurlijke boetes, en D66 biedt stages als alternatief voor crimineel geld. NSC stimuleert maatschappelijke stages en vrijwilligerswerk, CU speeltuinen en gemeenschapsvoorzieningen, en SP en PvdD zetten sport en cultuur in tegen armoede. Volt wil bewonersparticipatie en BBB meer aandacht voor leefbaarheid in dorpen. PVV en JA21 koppelen wijkdruk aan migratie, FVD pleit voor minder sociale huur.
Daarbij willen GroenLinks-PvdA, SP, Volt, CU en D66 het Actieplan Dakloosheid steunen en dakloosheid in 2030 beëindigen.
Duurzaamheid
De partijen hebben uiteenlopende plannen voor verduurzaming. ChristenUnie, PvdD en Volt zien dit nadrukkelijk als verantwoordelijkheid tegenover toekomstige generaties, met steun van GroenLinks-PvdA en CDA. Zo wil CDA verplichte wijkgerichte verduurzamingsplannen, Volt een Nationaal Isolatieplan en 25 procent groen in elke wijk, en GroenLinks-PvdA een isolatieoffensief en vergroening van schoolpleinen.
PvdD pleit voor een energieneutrale woningvoorraad in 2030, afstandsnormen voor veestallen bij scholen en bescherming tegen schadelijke stoffen. SP koppelt het Nationaal Woonfonds aan betaalbare én duurzame woningen.
Meer terughoudend zijn VVD en BBB, die vooral letten op haalbaarheid en betaalbaarheid. NSC spreekt van een uitvoeringscrisis, terwijl PVV, FVD en JA21 zich verzetten tegen verplichte verduurzaming en regels die bouwprojecten vertragen. PVV wil bovendien klimaat- of 'woke'-indoctrinatie in het onderwijs stoppen.
Onderwijs
Basisvaardigheden en curriculum
Bijna alle partijen benadrukken de cruciale rol van lezen, schrijven en rekenen als kernvakken en als fundament voor de ontwikkeling van kinderen. Digitale vaardigheden en geletterdheid wordt door een groot aantal partijen ook gezien als een essentiële basisvaardigheid die in het curriculum moet worden verankerd.
BBB, FVD en de PVV zijn uitgesproken kritisch over wat zij zien als randzaken, ideologische thema's of 'woke'- en lhbtqia+-gedachtegoed in het curriculum, zoals de Week van de Lentekriebels, en willen dit uit de scholen weren. DENK wil dat ouders zeggenschap hebben over onderwijs over seksualiteit.
Onderwijskwaliteit
Alle partijen erkennen het bestaan van een lerarentekort en de negatieve impact daarvan op de onderwijskwaliteit en lesuitval. De meeste partijen zien de hoge werkdruk en administratieve lasten als een belangrijke oorzaak van het tekort en willen dit aanpakken door regeldruk te verminderen en leraren meer professionele ruimte te geven. FVD, GroenLinks-PvdA, SP, PvdD, DENK en Volt pleiten voor kleinere klassen als middel om zowel de onderwijskwaliteit als de werkdruk te verbeteren. Daarnaast pleiten PvdD, D66, DENK, SGP, Volt en GroenLinks-PvdA voor het stimuleren van brede brugklassen of het later selecteren van leerlingen om kansengelijkheid te bevorderen en vroege uitsluiting te voorkomen.
Onderwijsvrijheid
ChristenUnie, SGP, FVD, BBB, CDA en DENK staan pal voor Artikel 23 van de Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs garandeert, inclusief de identiteitsgebonden regels van scholen. SP, Volt, VVD, PvdD en GroenLinks-PvdA willen Artikel 23 aanpassen om segregatie op basis van geloof of afkomst tegen te gaan en een acceptatieplicht voor leerlingen in te voeren. NSC, BBB en Ja21 staan open voor een debat over modernisering van Artikel 23. PVV stelt dat islamitisch onderwijs geen bescherming verdient onder Artikel 6 of 23 van de Grondwet en verboden moet worden.
Participatie
Sociale media en veiligheid
Partijen maken zich zorgen over de invloed van sociale media op jongeren. SGP en SP willen een verbod onder de 15 jaar, waarbij SP ook het principe 'thuis of in de kluis' op school voorstelt. CU kiest voor 14 jaar, NSC voor 12 jaar bij smartphones en 15 jaar bij sociale media, en PvdD voor 14 en 16 jaar. D66 wil een grens van 15 jaar voor verslavende apps.
Andere partijen richten zich op toezicht. VVD wil schadelijke algoritmes verbieden, D66 strengere regels voor nepbeelden en haatberichten, en CDA de mogelijkheid om anonieme accounts te verbieden. GroenLinks-PvdA stelt een digitale kijkwijzer voor en Volt wil structureel onderzoek en begeleiding van jongeren, ouders en professionals.
Daarnaast zijn CDA, CU, NSC en JA21 voor een vorm van dienstplicht zonder opkomstplicht, terwijl PvdD, FVD en SP zich daartegen verzetten.
Diversiteit en identiteit
Vrijwel alle partijen spreken zich uit tegen discriminatie en voor gelijke kansen. Er is wel een groot verschil in interpretatie. D66, GroenLinks-PvdA, PvdD en Volt willen meer bescherming en emancipatie van lhbtqia+-jongeren, met maatregelen zoals een verbod op conversietherapie, kortere wachttijden in de transzorg en afschaffing van onnodige geslachtsregistratie.
BBB waarschuwt voor wat zij ziet als doorgeschoten symboolpolitiek, terwijl SGP een verbod wil op hormoonbehandelingen bij kinderen en een klassiek gezinsbeeld in de Grondwet wil verankeren. PVV en FVD keren zich tegen wat zij 'woke-ideologie' noemen en tegen transgenderzorg voor minderjarigen. Daarnaast willen verschillende partijen jongeren meer inspraak geven. D66, GroenLinks-PvdA, PvdD, SP, DENK en Volt pleiten voor verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 of 17 jaar.
Zorg
Jeugdzorg
Een aantal partijen wil de Hervormingsagenda Jeugd voortzetten (VVD, Volt, CDA, CU). Andere willen een stelselwijziging, zoals NSC met een herverdeling van verantwoordelijkheden en wettelijke minimumnormen, en FVD met het terugdraaien van de decentralisatie. Bij preventie en gezinsondersteuning pleiten D66, PvdD en CDA voor versterking van de sociale basis.
NSC, CDA en GroenLinks-PvdA willen de 18-jaarsgrens versoepelen, SP vraagt om stabiliteit in plaatsingen en betere financiering van gezinshuizen. SGP ziet kleinschalige voorzieningen als belangrijk, mét ruimte voor vrijheidsbeperkende maatregelen, terwijl JA21 knelpunten in deskundigheid en financiën bij gemeenten benadrukt, en pleit voor meer regionale samenwerking en lokale democratie.
Ggz
Bijna alle partijen willen investeren in de ggz en de wachttijden terugdringen. VVD wil de aanpak verbreden met meer samenwerking tussen zorg, onderwijs en sport, en benadrukt het belang van 24/7-crisiszorg. CDA zet in op vroege signalering en programma's die mentale veerkracht versterken. Volt pleit voor gratis ggz voor jongeren tot 25 jaar en laagdrempelige toegang tot expertise. SP wil ggz-ondersteuning onderdeel maken van de buurtzorg, met voldoende behandelcapaciteit. GroenLinks-PvdA wil hulp ook toegankelijk maken zonder diagnose, om medicalisering te voorkomen.
PvdD, SP en GroenLinks-PvdA willen daarnaast de marktwerking terugdringen of afschaffen; BBB wil de rol van de markt opnieuw beoordelen. NSC en CU leggen de nadruk op het versterken van eigen veerkracht en het vermijden van medicalisering bij lichtere problemen.
Gezin
Kinderopvang
Een groot deel van de partijen wil kinderopvang gratis of bijna gratis maken. VVD richt zich daarbij op werkende ouders, met op termijn vijf dagen volledig gratis opvang. D66 en CDA pleiten ook voor bijna gratis opvang, waarbij het CDA voor hogere inkomens een inkomensafhankelijke bijdrage laat bestaan. GroenLinks-PvdA, SP en CU gaan verder en willen opvang als publieke voorziening gratis beschikbaar stellen voor alle kinderen. Volt stelt ontwikkelplekken voor vanaf 2 jaar, drie dagen per week en uiteindelijk gratis.
PvdD wil gratis kinderopvang voor lage inkomens en de arbeidseis dat beide ouders moeten werken om in aanmerking te komen voor toeslag afschaffen. Niet alle partijen zien gratis opvang als oplossing. NSC wil maximumprijzen instellen om stijgingen te voorkomen. SGP vindt kinderopvang geen overheidstaak en stelt voor de toeslag te vervangen door een bredere kinderbijdrage.
Inkomensondersteuning
Veel partijen willen het toeslagenstelsel eenvoudiger maken. D66, SP en GroenLinks-PvdA willen het grotendeels afschaffen en vervangen door hogere inkomens en publieke voorzieningen. Volt stelt een vaste basisuitkering per huishouden voor, terwijl PvdD pleit voor een negatieve inkomstenbelasting.
Andere partijen willen bestaande regelingen samenvoegen. Zo wil SGP één kinderbijdrage in plaats van meerdere toeslagen, CDA één systeem met een vast en variabel deel, en DENK maandelijkse uitbetaling en hogere kinderbijslag en kindgebonden budget. CU wil de kinderbijslag verhogen naar 4.500 euro per kind per jaar.
Daarnaast richten sommige partijen zich op lagere lasten. VVD stelt een uitkeringsplafond en werkbonus voor tweeverdieners voor, BBB wil vaste toelages en een hogere belastingvrije voet, en FVD een belastingvrije voet van 30.000 euro. PVV wil btw op boodschappen schrappen, terwijl JA21 pleit voor bredere belastingverlaging.
Stagevergoeding
Veel partijen vinden dat stagiairs bij een fulltime stage recht hebben op een eerlijke vergoeding, maar verschillen van mening over de hoogte en vorm. Volt wil minimaal 550 euro per maand verplicht stellen, PvdD 500 euro en NSC 450 euro belastingvrij, met steun voor mkb'ers.
GroenLinks-PvdA gaat het verst met een verplicht minimum van 750 euro per maand. DENK, CDA en D66 pleiten voor een wettelijk recht op een passende stagevergoeding. Daarnaast wil CDA een stagefonds in tekortsectoren en D66 een strenger beleid tegen stagediscriminatie.
SP, SGP en CU benadrukken vooral dat stagiairs niet als goedkope arbeidskrachten mogen worden ingezet en altijd een fatsoenlijke vergoeding moeten krijgen. SP koppelt dit aan betere bescherming tegen uitbuiting, SGP legt de nadruk op een rechtvaardige beloning voor alle studenten en CU wil dat elke jongere verzekerd is van een stageplaats mét vergoeding, maar zonder een landelijk minimum vast te leggen.
Minimumloon
Meerdere partijen willen het minimumloon verhogen of het minimumjeugdloon afschaffen. DENK wil het minimumloon verhogen naar 18 euro per uur, ook voor jongeren. D66 verhoogt zowel het minimumloon als het jeugdloon en wil dat jongeren vanaf 18 jaar een volwassen loon krijgen. PvdD wil het minimumjeugdloon afschaffen vanaf 18 jaar.
NSC en GroenLinks-PvdA verhogen het minimumloon naar 18 euro per uur, waarbij GroenLinks-PvdA en SP ook het jeugdloon vanaf 18 jaar afschaffen. De SP wil bovendien dat jongeren vanaf 15 jaar minstens 75 procent van het minimumloon krijgen. Het CDA spreekt over een fatsoenlijk loon, maar stelt geen verhoging voor.
SGP noemt geen plannen voor het minimumloon, maar wel salarisverhogingen en bijscholing voor verpleegkundigen en verzorgenden. Hetzelfde geldt voor FVD bij zorgmedewerkers, politie, militairen en leraren. SGP bij verpleegkundigen en verzorgenden. En JA21 bij zorgprofessionals in lagere schalen.
Lees ook
-
Kinderen willen dat politiek hen hoort
Kinderen willen dat politiek hen hoortNieuwsKinderen vinden dat politici meer naar hen moeten luisteren. Dat blijkt uit een peiling onder 582 kinderen van 8 tot en met 14 jaar.
-
Aandacht voor verkiezingen in het gezin
Aandacht voor verkiezingen in het gezinOudersGa als gezin aan de slag met de verkiezingen: praat met elkaar over stemmen, doe een stemwijzer of organiseer een thuisdebat.
-
Ilias (14) over jeugdparticipatie: 'Als je ergens iets van vindt, mag je je daar over uitspreken'
ErvaringenHet is zo belangrijk dat er naar jongeren wordt geluisterd.Ilias Âdmi (14) zit onder meer in het UNICEF jongerenpanel. Hij hoopt dat meer jongeren zich durven uit te spreken.
Nieuwsbrief Jeugd
Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers [at] nji.nl (pers[at]nji[dot]nl)
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)