'Niet 4.000 maar 15.000 kinderen zitten thuis'

Er zijn in Nederland niet vierduizend maar vijftienduizend kinderen die niet naar school gaan. Dat staat in het rapport 'Thuiszitters tellen' van Oudervereniging Balans.

In het Thuiszitterspact, met afspraken over het verminderen van het aantal kinderen dat niet naar school gaat, spreekt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) van vierduizend leerlingen.

Volgens Balans heeft het verschil in cijfers te maken met de definitie van een 'thuiszitter' volgens OCW: een kind dat langer dan drie maanden thuis zit. Volgens de oudervereniging is drie maanden geen onderwijs te lang voor een kind. Het mist hierdoor contact met leeftijdgenoten en er is een grotere kans op uitval. Balans deed daarom onderzoek naar kinderen met minimaal een maand schoolverzuim. De oudervereniging vroeg daarvoor informatie op bij DUO en via Wob-verzoeken bij gemeenten.

In het onderzoek onderscheidt Balans, naast de 4.000 leerlingen die langer dan drie maanden thuis zitten, drie andere groepen. Het gaat om 1.205 kinderen met verzuim van meer dan één maar minder dan drie maanden, 2.880 kinderen die minder dan drie maanden niet op een school staan ingeschreven en 6.022 kinderen met een vrijstelling van leerplicht.

Balans pleit ervoor om alle verzuimende kinderen vanaf vier weken verzuim te registreren. Ook moet meerdere keren per schooljaar worden gemeten hoeveel kinderen niet naar school gaan, om te zien of er gevallen bij komen. Daarnaast moet OCW zich focussen op kinderen die een maand verzuimen in plaats van de drie maanden van het Thuiszitterspact.

Bron: Oudervereniging Balans

Lees ook