Minder overgewicht bij kind door schoollunch

Door de invoering van een schoollunch in combinatie met meer bewegen op alle basisscholen kan het percentage kinderen van 4 tot 18 jaar met overgewicht of obesitas in 2040 dalen. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM, samen met de Universiteit Maastricht, Wageningen University & Research en de Vrije Universiteit Amsterdam.

De invoering van schoollunches en meer beweging kan het percentage kinderen met overgewicht in 2040 mogelijk terugbrengen van de verwachte 13,5 procent naar 10,2 procent. Het percentage kinderen met obesitas kan dalen van 2,8 procent naar 2,3 procent. Hiermee kunnen de ambities van het Nationaal Preventieakkoord voor kinderen met overgewicht en obesitas in 2040 voor een groot deel worden gehaald.

Onder ouders en kinderen, leerkrachten en schooldirecties bestaat veel draagvlak voor de introductie van een zelfsmeerlunch, waarbij kinderen op school zelf een gezonde lunch klaarmaken. Meer bewegen op school kan door middel van extra sport- en spelactiviteiten onder begeleiding van bijvoorbeeld medewerkers van de naschoolse opvang en buurtsportcoaches.

4,50 euro per dag

Een zelfsmeerlunch gecombineerd met een beweegaanbod kost 4,50 euro per kind per dag. Ouders zijn bereid om rond de 1,75 euro per kind per dag te betalen voor het tussenschoolse aanbod. Wel moet er financiële ondersteuning komen voor minder daadkrachtige gezinnen.

Volgens Martijn van Wietmarschen van het NJi is het belangrijk om op alle plekken in de leefomgeving van het kind aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl. 'School, maar ook de buitenschoolse opvang en de kinderopvang zijn daar goede voorbeelden van. Maar een gezonde leefstijl is meer dan alleen voeding. Ook het mentaal welbevinden van kinderen is essentieel. Zo moeten alle kinderen kunnen meedoen in de samenleving en goed contact hebben met andere mensen in hun omgeving.'

Om een gezonde leefstijl bij kinderen te bevorderen, is ondersteuning van gezinnen met gezondheidsachterstanden noodzakelijk, vindt Van Wietmarschen. 'Er moet breed worden gekeken naar wat er speelt binnen een gezin. Als financiële ondersteuning een randvoorwaarde is voor een gezonde levensstijl, dan moeten de betrokken partijen dat integraal oppakken.'

Bron: RIVM