Kinderombudsman: Armoede bedreigt welzijn kind

Kinderen die opgroeien in armoede geven hun leven een lager rapportcijfer dan andere kinderen. Ze hebben minder vertrouwen dat hun leven in de toekomst goed zal zijn. Dat schrijft de Kinderombudsman in het onderzoeksrapport Opgroeien in onzekerheid. Hannes van de Ven van het NJi: 'Maak het makkelijker om gebruik te maken van voorzieningen voor gezinnen in armoede.'

Ondanks initiatieven zoals schoolontbijten, laptops en sportabonnementen voor kinderen in armoede staat hun welzijn en ontwikkeling onder druk, aldus de Kinderombudsman. Er is integraal armoedebeleid nodig om te zorgen dat zij zich goed kunnen ontwikkelen. Daarvoor haalt de Kinderombudsman veertien belangrijke omgevingsvoorwaarden aan, die gebaseerd zijn op het Kinderrechtenverdrag. De helft heeft betrekking op het eigen gezin, zoals goede verzorging en aandacht van ouders. De andere helft gaat over de omgeving, bijvoorbeeld een sociaal netwerk en een veilige buurt. De kinderen die hun leven het laagste cijfer geven, scoren ook het laagst op deze voorwaarden.

De Kinderombudsman vraagt de rijksoverheid en gemeenten om hun armoedebeleid op te stellen aan de hand van de veertien omgevingsfactoren. Daarbij is het zaak kinderen te vragen hoe het met hen gaat en wat zij nodig hebben. En ondersteun ouders financieel en zo nodig ook bij de opvoeding, aldus de Kinderombudsman.

Integraal én proactief

Maak armoedebeleid niet alleen integraal, maar ook proactief, adviseert Hannes van de Ven van het Nederlandse Jeugdinstituut. 'Er zijn allerlei potjes beschikbaar voor mensen - en zeker kinderen - die leven in armoede. Zorg dat die meteen ingezet kunnen worden. Zodat ouders niet voor elke kostenpost, zoals zwemles of een fiets, zelf bij een loket moeten aankloppen. Het is vernederend als mensen voor alles wat ze nodig hebben een aanvraag moeten indienen. Maak het makkelijker om gebruik te maken van de voorzieningen die er zijn.'

'Het beeld is vaak dat mensen in armoede daar zelf schuld aan hebben', vervolgt Van de Ven. 'Dat ze verkeerde keuzes hebben gemaakt. Als je zo naar mensen kijkt, krijg je beleid dat vooral inzet op controle. Maar het is zelden hun eigen schuld als mensen in armoede leven. Het komt meestal door pech, structurele ongelijkheid, of een levensgebeurtenis zoals een scheiding of een faillissement. En kinderen hebben al helemaal geen schuld. Kijk daarom vanuit een menselijker perspectief en bied mensen wat ze nodig hebben, met vertrouwen dat ze daar goed mee omgaan.'

Tijd en ruimte

'Vergeet niet dat ook veel mensen die in armoede leven gewoon werken', zegt Van de Ven. 'Ze hebben vaak geen tijd of mentale ruimte om zelf uit te zoeken op welke steun ze recht hebben en dat aan te vragen. Als je je inkomen hard nodig hebt, is je werk belangrijk en neem je niet snel vrij om naar het gemeentehuis te gaan. Ga daarom als gemeente zelf naar die mensen toe.'

'Voor kinderen is leven in armoede extra schrijnend', stelt Van de Ven. 'Armoede belemmert hun ontwikkelingskansen. Ze kunnen bijvoorbeeld door de situatie thuis minder goed focussen op school, waardoor er een lagere kans is op een diploma op hoog niveau.'

Waardering voor ouders

'Gelukkig zijn er nog best veel kinderen die hun leven een voldoende geven, ook al leven ze in armoede. Ondanks hun situatie slagen ouders erin om hun kinderen fijn te laten opgroeien. Daar mogen we waardering voor hebben, want deze ouders hebben het niet makkelijk.'

Een aflevering van de recente NJi-podcast De Beleidsmakers Jeugd gaat over wat gemeenten kunnen doen voor kinderen die opgroeien in armoede. Beleidsmakers van Eemsdelta en Amsterdam vertellen hoe hun gemeenten armoede structureel aanpakken.

Beluister de aflevering

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.