Groei van lichte jeugdzorg flink toegenomen

In tien jaar jeugdzorg onder gemeentelijke verantwoordelijkheid, ofwel decentralisatie, is door de marktwerking de groei van lichte zorg flink toegenomen en het gebruik van zware zorg nauwelijks afgenomen. Dat blijkt uit de Stand van de Jeugdzorg 2025 van de Jeugdautoriteit. 'Het gesprek moet gaan over de vraag wanneer zorg de goede keuze is, maar ook over wanneer we ervan moeten afzien', aldus Katy Hofstede van het NJi.

Er zijn de laatste jaren fors meer jeugdzorgaanbieders bijgekomen. Het merendeel daarvan biedt lichte hulp, die de afgelopen tien jaar steeds vaker wordt ingezet. De Jeugdautoriteit wijt dat aan de marktwerking: die maakt het aantrekkelijk om de 'krenten uit de pap te halen'. Lichte problemen moeten we volgens de Jeugdautoriteit vaker gaan oplossen in sociale verbanden: in de buurt, op school, thuis of in het netwerk. Dit kost op termijn minder, waardoor er meer jeugdzorggeld kan gaan naar de zware zorg, die die laatste tien jaar nauwelijks is afgenomen. 

Niet wachten op elkaar

Om de toegang tot de jeugdzorg te beperken, werkt het Rijk aan wetgeving die gemeenten niet langer verplicht alle gevraagde jeugdhulp te vergoeden. Deze wet kan gemeenten helpen bepalen welke jeugdhulp ze wel of niet aanbieden en om minder geld te besteden aan lichte hulp. Tijdens het wachten op deze wet kunnen gemeenten ondertussen al zelf maatregelen nemen, vindt de Jeugdautoriteit. Zo zouden ze nu al grenzen kunnen stellen door vaker nee te zeggen tegen jongeren en hun ouders die om zorg vragen die volgens de gemeente niet nodig is. Maar veel gemeentes vinden dit gesprek lastig, ziet de Jeugdautoriteit. De organisatie roept gemeenten op om wél keuzes te maken, het ongemakkelijke gesprek te voeren en niet te wachten op elkaar. Want er verandert pas echt iets als we samen in beweging komen, aldus de Jeugdautoriteit.

'Zorg kan niet alles oplossen'

'Volgens de Jeugdautoriteit komt de brede maatschappelijke discussie die over jeugdzorg gevoerd moet worden niet van de grond', zegt Katy Hofstede. 'Het NJi herkent dat, en staat achter hun oproep om dat gesprek wel te voeren. Dat is inderdaad een moeilijk gesprek: het moet gaan over de vraag wanneer zorg de goede keuze is, maar ook over wanneer we ervan moeten afzien. Zorg kan niet alles oplossen. Kinderen en jongeren hebben een hoopvol toekomstperspectief nodig, en een gemeenschap om bij te horen. Het debat moet dus ook gaan over onderliggende maatschappelijke oorzaken van de hulpvraag, zoals armoede, een gebrek aan huisvesting, en angst over de toekomst.'

Maatschappelijke trends

Volgens Hofstede moeten we niet vergeten hoeveel impact maatschappelijke trends op kinderen en jongeren kunnen hebben. 'Jeugdbeleid is niet het enige beleid dat de jeugd raakt. Ook huisvesting, armoede en milieuvervuiling zijn van het grootste belang. De overheid rekent die thema's niet tot het jeugdbeleid, maar voor kinderen en jongeren zijn dit de grote thema's. Die hebben dagelijks te maken met bijvoorbeeld geldzorgen in hun gezin, eenzaamheid, of een zwart toekomstbeeld. Het zit verweven in hun leven en heeft invloed op hun welzijn.'

Volgens de Jeugdautoriteit zijn de maatschappelijke verwachtingen van de jeugdzorg te hoog. Hofstede: 'Er wordt inderdaad verwacht dat zorg leidt tot welzijn. Dat maakt dat we snel naar zorg 'grijpen' als veelbelovende oplossing. Maar ook als er zorg wordt ingezet, kunnen problemen blijven bestaan. Hulpverleners zijn passanten, ze voegen toe aan dat wat er al aanwezig is. De omgeving thuis, op school en in de wijk hebben uiteindelijk de grootste invloed. Dáár speelt het leven zich af. We kunnen onszelf dus ook de vraag stellen hoe we die alledaagse omgeving meer gaan waarderen.'

Meer informatie

Bericht de JeugdautoriteitStand van de Jeugdzorg 2025Bericht De Volkskrant

Lees ook

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.