Mediagebruik bij kleuters

Beperkt mediagebruik kan onder bepaalde voorwaarden iets toevoegen aan de ontwikkeling van kleuters. Maar experimenteren, spelen en leren zonder scherm blijft onmisbaar. Op deze pagina vind je een overzicht van wat we tot nu toe weten over mediagebruik bij kleuters. Ook lees je over de voordelen en nadelen rond vier ontwikkelingsgebieden: denken en leren, lichamelijk, sociaal-emotioneel en spel en fantasie.

In het kort

Adviezen voor mediagebruik bij kleuters

  • Houd mediagebruik beperkt en wissel het af met mediavrije activiteiten, zoals buitenspelen. Spelen en ontdekken is in deze fase namelijk erg belangrijk.
  • Zorg dat de inhoud van media geschikt is voor de leeftijd, dat het een bewust gekozen activiteit is én dat het mediagebruik samen met een volwassene gebeurt.

Mediagebruik van kleuters

Kleuters zijn nieuwsgierig en leren door te kijken, proberen en herhalen. Ze kunnen genieten van filmpjes, spelletjes en tv-programma's die aansluiten bij hun interesses en belevingswereld. Herkenbare situaties uit het dagelijkse leven spreken hen aan, zoals boodschappen doen of aankleden. Ook fantasiefiguren waarin ze zichzelf herkennen zijn interessant.  
 
Kleuters vinden het nog lastig om informatie goed te verwerken en te begrijpen. Ze kunnen ook nog niet veel informatie tegelijk tot zich nemen. Het helpt daarom als media rustig en duidelijk zijn. Herhaling geeft houvast en maakt leren leuker. Kleuters kijken daarom graag dezelfde filmpjes of spelen spelletjes opnieuw.

Jonge kinderen willen graag zelfstandig media gebruiken. Hun motoriek is nog in ontwikkeling, maar ze swipen en klikken net zo lang tot iets lukt. Door uit te proberen, leert een kleuter de verschillende media steeds beter te bedienen. Denk aan digitale kleurplaten maken, online spelletjes spelen of emoji's sturen naar oma. De motoriek van kinderen is in het mediagebruik een stuk verder ontwikkeld dan hun begrip van deze media.

Denken en leren

In het kort

Mediagebruik kan positieve en negatieve effecten hebben op het denken en leren van kleuters. Het is van belang dat media geschikt is voor de leeftijd. En dat het mediamoment actief wordt gekozen, niet te lang duurt, begeleid wordt door een volwassene en geen mediavrije activiteiten vervangt.

Mogelijke positieve effecten

Media die speciaal zijn ontwikkeld voor jonge kinderen kunnen een positieve bijdrage leveren aan de taalontwikkeling. Vooral media met interactieve elementen stimuleren de woordenschat en het taalbegrip, zoals meezingen, praten of iets aanwijzen. Digitale prentenboeken zijn hier een goed voorbeeld van. Als bijvoorbeeld een plaatje van een banaan te zien is en het woord 'banaan' wordt uitgesproken, leren kinderen niet alleen het woord, maar ook de betekenis in context.

Ook educatieve televisieprogramma's hebben een aantoonbaar positief effect op de cognitieve ontwikkeling van kleuters. Bijvoorbeeld Sesamstraat. Ze dragen bij aan het leren van letters, cijfers en basisbegrippen.

Digitale leermiddelen kunnen bovendien extra motiverend zijn. Spelenderwijs leren via een tablet of computer biedt uitdaging en stimuleert doorzettingsvermogen. Als iets niet in één keer lukt, krijgen kinderen de kans om opnieuw te proberen zonder oordeel. Zo leren ze dat fouten maken hoort bij het leren.

Mogelijke negatieve effecten

Mediagebruik kan ook negatieve effecten hebben op het denken en leren. Apps of programma's met felle kleuren en veel geluid die snel schakelen tussen scènes, kunnen te overweldigend zijn voor het ontwikkelingsniveau van kleuters. Zoals de filmpjes van Cocomelon. Dit komt doordat kleuters prikkels nog niet altijd goed kunnen verwerken. Ook hebben ze moeite met informatie die snel of onduidelijk wordt aangeboden.

Overmatig of passief mediagebruik zonder begeleiding kan leiden tot oppervlakkig leren, een kleinere woordenschat en een slechtere concentratie. Daarom is begeleiding belangrijk. Als ouders of opvoeders samen met hun kind media gebruiken, begrijpt het kind de inhoud beter en blijft het geconcentreerder. Begeleiden kan door vragen te stellen, woorden te herhalen of uitleg te geven. Zo is mediagebruik niet alleen leuk, maar ook een leerzaam en sociaal moment. 

Als media op de achtergrond aanstaan of als er meerdere schermen tegelijk worden gebruikt, kan dit de aandacht van zowel kinderen als ouders afleiden. Voor jonge kinderen van 4 tot 6 jaar is geconcentreerde aandacht juist belangrijk om nieuwe informatie op te nemen, verbanden te leggen en vaardigheden te oefenen. Afleiding door achtergrondmedia kan dit verstoren en de kwaliteit van interactie met ouders verminderen, terwijl die juist belangrijk is voor taalontwikkeling en denkvaardigheden.

Door vaste routines te maken voor mediamomenten, ontstaat er meer rust en voorspelbaarheid. Kinderen kunnen zich dan beter focussen op één activiteit tegelijk. Dit versterkt hun concentratie, geheugen en begripsvorming. Bewust mediamomenten inplannen draagt dus indirect bij aan een betere leeromgeving.

Lichamelijk

In het kort

Mediagebruik is geen vervanging voor fysieke beweging. Het kan wel de motorische ontwikkeling van kleuters stimuleren. Het gaat dan om gezamenlijk mediagebruik dat past bij de leeftijd en het moment van de dag, afgewisseld met fysieke activiteiten.

Mogelijke positieve effecten

Sommige computerspelletjes, filmpjes of kinderprogramma's stimuleren kinderen om mee te bewegen. Ze zingen mee met liedjes, klappen in hun handen of doen dansjes en bewegingen na van personages op het scherm. Dit soort activiteiten kan de grove motoriek ondersteunen, vooral als kinderen actief meedoen en plezier beleven aan het bewegen.

Mediagebruik kan ook de fijne motoriek stimuleren. Bij het bedienen van een tablet of smartphone leren kleuters de bewegingen van handen en vingers precies af te stemmen. Om iets te laten gebeuren op het scherm moeten ze bijvoorbeeld tikken, slepen of swipen op het juiste moment, en met de juiste kracht. Dit vraagt om coördinatie en controle, vaardigheden die ook op andere dagelijkse momenten van pas komen.

Mogelijke negatieve effecten

Media zijn niet nodig voor een gezonde lichamelijke ontwikkeling. Voor gezonde motorische groei is bewegen in de fysieke wereld onvervangbaar. Dat betekent rennen, klimmen, rollen, springen, tekenen, bouwen en spelen zonder scherm. Mediagebruik mag daarbij een aanvulling zijn, maar geen hoofdactiviteit.  

Te lang en te veel beeldschermgebruik heeft een negatief effect op de ogen. Dit komt doordat kinderen dan vaak en lang achter elkaar naar een punt dichtbij kijken. Kinderen kunnen daardoor bijziend worden, waarbij ze voorwerpen van veraf wazig zien. Deze bijziendheid kan ook verergeren. Het is goed voor de oogontwikkeling om voldoende daglicht te krijgen en regelmatig verder weg te kijken. 

Voelen en emoties

In het kort

Kleuters leren omgaan met hun eigen emoties en die van anderen. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat ze niet altijd meteen hun zin krijgen, op hun beurt moeten wachten en dat samen spelen soms betekent dat je iets moet delen. Deze sociale vaardigheden ontwikkelen zich vooral door ervaringen in het dagelijks leven. Media kunnen een waardevolle rol spelen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kleuters. Maar echte interactie met anderen blijft de basis. 

Mogelijke positieve effecten

Media kunnen de ontwikkeling van sociale vaardigheden ondersteunen. In verhalen, filmpjes, spelletjes en kinderprogramma's komen allerlei herkenbare emoties en sociale situaties voorbij. Door mee te leven met personages leren kinderen omgaan met gevoelens en sociale regels. 

Educatieve filmpjes zoals Bluey besteden hier veel aandacht aan. Liedjes en sketches gaan vaak over emoties zoals blij zijn, jaloers zijn of iemand helpen. Onderzoek laat zien dat kleuters hierdoor positiever kunnen leren denken over mensen die anders zijn dan zijzelf. En dat hun sociale vaardigheden hierdoor kunnen versterken.

Mogelijke negatieve effecten

Te veel mediagebruik kan ervoor zorgen dat kinderen minder tijd overhouden om met andere kinderen te spelen. Juist dat echte contact is belangrijk om emoties te oefenen en empathie te ontwikkelen.

Ook het mediagebruik van ouders speelt een grote rol. Kinderen krijgen minder aandacht als hun ouders veel op hun telefoon kijken tijdens gezamenlijke momenten. Bijvoorbeeld tijdens het eten of samen spelen. Dit kan verwarrend of stressvol zijn. Kinderen hebben de nabijheid van volwassenen nodig om zich veilig te voelen en hun emoties te leren begrijpen. Dit kan ook leiden tot meer driftbuien of onrustig gedrag, omdat kinderen de aandacht van hun ouder terug proberen te krijgen.

Daarnaast is het bekijken en nadoen van belangrijke mensen in hun omgeving een van de meest intuïtieve vormen van leren voor kinderen. Als kleuters zien dat volwassenen hun schermen veel gebruiken, denken ze dat dit normaal gedrag is. 

Spel en fantasie

In het kort

Apps en televisieprogramma's die kinderen uitnodigen om mee te doen, te raden of te bewegen, kunnen een positief effect hebben op de spelontwikkeling van kleuters. Maar tijd met media doorbrengen betekent vaak minder tijd voor vrij spel. En dat is op deze leeftijd van groter belang. 

Om kleuters uit te dagen in hun spel en fantasie zijn minder prikkels juist meer waard. Als kinderen zelf of met anderen dingen ontdekken en uitproberen tijdens het spelen, geeft dat hen meer mogelijkheden.

Mogelijke positieve effecten

Kleuters spelen graag situaties na die ze op het scherm zien. Dit nadoen is niet zomaar kopiëren. Het helpt kinderen juist om hun spel te verdiepen en te ontwikkelen. Tijdens het fantasiespel imiteren kleuters niet alleen wat ze hebben gezien. Ze voegen ook hun eigen ideeën en emoties toe. Door die combinatie van nadoen en zelf bedenken, oefenen kinderen hun creativiteit, sociale vaardigheden en vermogen om zelf problemen op te lossen.

Mogelijke negatieve effecten

Te veel mediagebruik kan ten koste gaan van vrij spel. Zoals zelfverzonnen rollenspellen, bouwen, tekenen of spelen met andere kinderen. Daarnaast kunnen snelle en sterk visuele media de verbeeldingskracht van kleuters juist beperken. Zoals drukke video's of apps met veel prikkels. Kleuters worden dan vooral 'vermaakt' in plaats van uitgedaagd om zelf iets te verzinnen.

Tijdens het spelen is ook het mediagebruik van volwassenen van invloed. Als ouders, opvoeders en andere volwassenen tijdens het spelen afgeleid zijn door hun telefoon, reageren ze minder op signalen van hun kind. Daardoor kunnen jonge kinderen sneller afhaken of minder initiatief nemen in hun spel. Het geeft kinderen ook minder vertrouwen om in spel nieuwe dingen uit te proberen.

De interactie tussen ouder en kind is belangrijk om een vertrouwde omgeving voor het kind te creëren, waarin fantasierijk spel gestimuleerd wordt en het kind het spel ook kan volhouden. Ook maakt het uit in welke omgeving kinderen spelen. Als de tv aanstaat, of als er muziek opstaat, kan dit het kind afleiden en het spel en de fantasie van het kind belemmeren.  

Rebecca Wald

Rebecca Wald

senior inhoudsdeskundige Opgroeien en opvoeden
r.wald [at] nji.nl