Hoe help ik mijn kind verantwoord media te gebruiken?

Kinderen krijgen op jonge leeftijd al te maken met verschillende soorten digitale media. Van filmpjes tot spelletjes en voorleesboeken. Dit kan leuk en leerzaam zijn, maar er moet ook voldoende tijd zijn voor andere activiteiten. Zoals school, sport en afspreken met vrienden. Ook kan het mediagebruik invloed hebben op de gezondheid van je kind. Het is daarom belangrijk je kind te begeleiden bij het mediagebruik. Maar hoe help je jouw kind verantwoord media te gebruiken?

Waarom is verantwoord mediagebruik belangrijk?

Veel ouders zijn bezorgd over het mediagebruik van hun kinderen, omdat het slecht kan zijn voor hun gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan overgewicht, een slechte houding, slaapproblemen, gehoorschade, bijziendheid en andere gezondheidsklachten. Het onderzoek hierover is nog niet eenduidig: wetenschappers zijn het nog niet met elkaar eens. Toch is het wel belangrijk dat ouders zich bewust zijn van eventuele risico's, zodat ze hun kind goed kunnen begeleiden bij het mediagebruik. Vooral belangrijk is: overmatig gebruik is nooit goed.

Mediagebruik en bewegen

Het is belangrijk dat je kind voldoende beweegt op een dag. Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) zouden kinderen en jongeren minimaal een uur per dag matig tot intensief moeten bewegen. Dat kan buitenspelen zijn. Of sporten. Maar actief bewegen via digitale spellen, zoals Just Dance of Ring Fit Adventure, is ook een optie. Lees meer over waarom buitenspelen zo belangrijk is.

Het is belangrijk dat stilzitten en bewegen genoeg worden afgewisseld. Verzin bijvoorbeeld na 20 minuten mediagebruik een 'ver weg-kijkopdracht', zoals samen naar vogels kijken of naar de kleuren van auto's in de straat. Op de site van het Netwerk Mediawijsheid vind je meer tips over bewegen.

Mediagebruik en houding

Wanneer kinderen digitale media gebruiken, zitten ze vaak lang in dezelfde houding. Te lang achter elkaar in een bepaalde houding zitten is niet gezond voor een kind. Stimuleer je kind daarom om regelmatig van houding te wisselen, minimaal om de 20 tot 30 minuten. Ook is het beter voor je kind om liggend op de buik een tablet te gebruiken. Rechtop aan tafel zitten met de voeten stevig op de grond is ook aan te raden.

Mediagebruik en slapen

Het gebruiken van digitale media kan invloed hebben op de nachtrust van je kind. Jongeren van 13 tot en met 18 jaar die dagelijks een scherm gebruiken in het uur voor het slapen, hebben meer slaapklachten. Zij vallen later in slaap, slapen korter en worden 's nachts wakker. Het is belangrijk om goede afspraken te maken over het schermgebruik voor het slapengaan. Probeer het zoveel mogelijk te beperken. En houd jezelf ook aan deze afspraak, zo geef je het goede voorbeeld.

Mediagebruik en gehoorschade

Veel kinderen gebruiken een koptelefoon of oortjes wanneer ze naar muziek luisteren, online games spelen of televisiekijken. Wanneer kinderen dit veel doen en niet goed letten op het volume, lopen ze kans op gehoorbeschadiging. Het gehoor is een bijzonder, maar ook kwetsbaar zintuig.

Gehoorschade ontstaat langzaam. Wanneer je door de jaren heen vaak te hard geluid hoort, kan dit op den duur zorgen voor gehoorschade. Het in aanraking komen met harde geluiden stapelt zich op. Wanneer het gehoor beschadigd raakt, is dat niet meer terug te draaien.

Naast directe gevolgen zoals gehoorverlies, oorsuizen en een overgevoeligheid voor geluid kan gehoorschade ook invloed hebben op andere dingen, zoals hoe goed je kind zich kan concentreren op school of hoe goed het slaapt. Daarom is het belangrijk dat kinderen bij mediagebruik goed op hun gehoor letten. Maak hier samen met je kind afspraken over, waarbij je kunt denken aan het volgende:

  • Geef je kind een setje oordoppen mee als het naar feesten of festivals gaat.
  • Kies een veilige muziekspeler en koptelefoon of oortjes: een over-ear-koptelefoon zit minder dicht op het trommelvlies dan in-ear-oortjes. En met een noise-cancelling-functie hoeft het geluid minder hard, omdat het omgevingsgeluid daardoor al minder hard klinkt.
  • Kijk samen naar het instellen van volumebegrenzers op de muziekspeler of telefoon.

Heeft je kind het wel eens over het horen van een piep of ruis na het luisteren? Dat kan een teken zijn dat het gehoor al een kleine beschadiging heeft opgelopen. Als dit vaker voorkomt of een aantal dagen aanhoudt, is het verstandig hiermee langs de huisarts te gaan.

Mediagebruik en bijziendheid

Als kinderen media gebruiken, kijken ze daarbij meestal naar schermen. Te lang te veel beeldschermgebruik heeft een effect op hoe de ogen groeien. Ook op het risico dat kinderen lopen op de ontwikkeling van bijziendheid, en het verergeren hiervan. Bijziendheid is een oogafwijking waarbij je voorwerpen van dichtbij goed kunt zien, maar waarbij je veraf minder scherp ziet.

Meerdere dingen spelen een rol in het ontstaan van bijziendheid. Maar we weten dat weinig buitenkomen en veel bezig zijn met het kijken naar een punt dichtbij, zoals een smartphone of een boek, bijdraagt aan de kans op het ontwikkelen van bijziendheid.

Het is goed voor de oogontwikkeling om voldoende daglicht te krijgen en regelmatig verder weg te kijken. De 20-20-2-regel helpt hierbij. Die stimuleert kinderen om voldoende buiten te spelen en dichtbij kijken af te wisselen met het ver weg kijken. Bovendien is deze regel voor kinderen makkelijk te onthouden: na 20 minuten aaneengesloten beeldschermgebruik of ander dichtbijwerk zoals lezen moet je kind 20 seconden in de verte kijken, plus twee uur per dag naar buiten gaan.

Invloed van bijziendheid

Als een kind bijziend is en geen lenzen of bril draagt om de ogen te ondersteunen is dat niet goed. Het kan het op school moeilijker maken om mee te doen, omdat ze bijvoorbeeld het bord niet helemaal kunnen zien. Verder kunnen allerlei dagelijkse dingen ook meer moeite kosten en daar kan een kind last van hebben. Denk aan een spelletje niet goed kunnen volgen wanneer ze buiten aan het spelen zijn met anderen.

Er zijn een paar dingen waar je aan kunt merken dat je kind misschien niet goed ver ziet:

  • Je kind herkent jou of andere bekenden niet goed van ver weg.
  • Je kind zegt bijna nooit iets over dingen die je ver weg kan zien, zoals een vliegtuig in de lucht.
  • Je kind knijpt met de ogen bij het televisiekijken.

Op het consultatiebureau onderzoekt de jeugdarts de ogen van je kind een paar keer. Twijfel je erover of je kind nog wel goed ziet? Dan is het belangrijk dat je dit tijdens zo'n afspraak zegt. Als de jeugdarts of huisarts denkt dat het nodig is kan deze je vertellen waar je naartoe moet voor verder onderzoek naar de ogen van je kind.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders