In gesprek met NJi’ers Agnes en Mirella: tussen waarheidsvinding en werkelijk contact

Een meisje van tien schuift onrustig heen en weer op haar stoel. De professional stelt een vraag over thuis, maar het meisje antwoordt niet. In plaats daarvan vertelt ze dat haar schoenen niet lekker zitten. 'Dat lijkt een klein detail', zegt Mirella van den Burg, 'maar het is een test. Kinderen voelen haarfijn aan of er écht naar hen geluisterd wordt. Als je oog hebt voor dat kleine ongemak, durven ze soms ook iets te zeggen over het grote geheim dat ze meedragen.'

Als je je zorgen maakt om een kind, is het spannend om terughoudend te zijn

Waar vertrouwen begint 

'Dat moment waarop een kind voorzichtig aftast of jij te vertrouwen bent, is het moment waarop verbinding kan ontstaan', vertelt Agnes Derksen. 'In het veiligheidsdomein zijn we gewend om bezig te gaan met waarheidsvinding. We willen weten wat er precies aan de hand is, zodat we kunnen ingrijpen. Maar zodra we een kind vooral als bron van informatie benaderen, vergeten we iets belangrijkers: de relatie.' 

Mirella vult aan: 'Dat spanningsveld maakt dit werk zo complex. Aan de ene kant draag je de verantwoordelijkheid om te signaleren, veiligheid te waarborgen en te handelen. Aan de andere kant is er de menselijke kant van het contact. En juist dát maakt het verschil. Niet het probleem direct proberen op te lossen, maar het kind écht zien en horen.' 

Vertragen en reflecteren 

Wat betekent het om in dat spanningsveld te werken, tussen iets willen doen en eerst even stil te staan? Agnes: 'Als je je zorgen maakt om een kind, is het spannend om terughoudend te zijn. Het kan onzeker voelen om niet direct in actie te komen, of om niet te weten wat het juiste moment of de juiste woorden zijn. Veel professionals herkennen die twijfel. Breng ik het kind in een loyaliteitsconflict? Wat als ik iets zeg dat het erger maakt? Die gevoelens horen erbij en laten zien hoe groot je betrokkenheid is.'

In plaats van te streven naar snelle oplossingen, helpt het volgens Mirella om te vertragen en te reflecteren. 'Wat kan ik wél doen? Wat is een kleine stap die verschil maakt voor dit kind of gezin? En als dat niet lukt, wie in het netwerk kan dat misschien beter? Door te luisteren vanuit oprechte nieuwsgierigheid en betrokkenheid ontstaat vertrouwen. En pas als er vertrouwen is, kan een kind laten zien wat het nodig heeft.'

Een andere versnelling 

Echt in contact komen vraagt om een andere versnelling, legt Agnes uit. 'Rustiger, aandachtiger, met ruimte voor stilte. In het contact met collega's en ouders is er vaak een hoger tempo en een gevoel van tijdsdruk. Maar in het gesprek met een kind werkt dat niet. Dat betekent soms even afstand nemen van de snelheid en de vanzelfsprekendheid van je werk. In alle rust meedenken op het niveau van het kind, tijd geven om een antwoord te formuleren en checken of je vraag goed overkomt. Pas dan kan het kind ervaren dat jouw aandacht oprecht is.' 

Niet overnemen, maar versterken 

Vertrouwen en veiligheid bouw je niet alleen; ze ontstaan in verbinding tussen mensen. Mirella: '"Niet loslaten" betekent in dit werk niet dat jij altijd betrokken blijft, maar dat je bijdraagt aan een omgeving waarin het kind niet alleen gelaten wordt. Daarom is het zo belangrijk om niet te denken in termen van overnemen, maar van versterken. Zodat de steun om het kind heen blijft bestaan, ook als jouw taak erop zit.'

Een kind leeft in een netwerk van mensen. Ouders, familie, vrienden en bekenden uit de buurt of van de sportclub. Agnes: 'Jouw rol als professional is om samen met het kind te onderzoeken wie belangrijk is en bij wie het zich goed voelt. Door die steunfiguren in beeld te brengen, kun je helpen om een omgeving te bouwen die blijft.' 

Steeds vaker worden ook ervaringsdeskundigen betrokken, merkt Mirella op. 'Zij weten als geen ander hoe het voelt om niet gehoord te worden en kunnen helpen woorden te geven aan wat voor een kind nog moeilijk is om te zeggen.'

Samenwerken in de basis 

Naast het informele netwerk is er het netwerk van professionals dat rondom een kind betrokken is. Denk aan de leerkracht, jeugdprofessional in de wijk, sportcoach en schoolmaatschappelijk werker. Agnes: 'Zij vormen de vaste gezichten in het leven van het kind, de mensen die blijven als de hulpverlening stopt. Het vraagt om afstemming tussen al deze professionals, zodat er continuïteit ontstaat in het contact met het kind. Te vaak raakt een kind uit beeld als de ene taak is afgerond en een nieuwe hulpverlener het overneemt.' 

Mirella: 'Dat vraagt van professionals dat zij hun taak goed overdragen aan de volgende professional, maar soms ook wat langer blijven om te zorgen voor continuïteit. Als dit niet past bij de rol of afspraken in de organisatie, moet dit dus op tafel komen en belangrijk worden gemaakt. Ook vraagt het dat gemaakte afspraken worden geëvalueerd en wordt gekeken of deze nog passend zijn.'  

Soms vraagt dit werk om het lef om binnen je eigen organisatie het gesprek te voeren, zegt Agnes. 'Krijg ik ruimte om te vertragen, te blijven, echt te luisteren? Wat ligt binnen mijn invloedssfeer? Kleine stappen, zoals reflectie, intervisie of samen optrekken met collega's, kunnen al verschil maken.'

Vertrouwen dat blijft 

Vaak zijn situaties van onveiligheid niet eenduidig. Ze zijn rommelig, diffuus, afwisselend tussen momenten waarop het goed gaat en momenten waarop het weer misloopt. Mirella: 'Veiligheid is geen vaststaand doel dat je kunt bereiken door de juiste stappen te zetten. Het krijgt steeds opnieuw vorm in de relaties om een kind heen.' 

Agnes vult aan: 'Wanneer een ouder of kind zich weer durft te melden, ook na een moeilijke periode, dan is dat misschien wel het grootste teken van vertrouwen. Het laat zien dat er een omgeving is ontstaan waarin hulp vragen mag, en waarin kinderen ervaren dat volwassenen blijven, ook als het moeilijk wordt.' 

Tips van Agnes en Mirella 

  1. Luister tussen de regels door. Let op wat een kind zegt. En op wat het niet zegt.
  2. Werk in een andere versnelling. Neem tijd om te luisteren en te reflecteren, ook als de situatie spannend voelt. Pas je tempo aan aan het kind, niet andersom.
  3. Versterk in plaats van overnemen. Kijk wie in het netwerk van het kind steun kan bieden. Zie jezelf niet als de enige die het kind helpt, maar als iemand die het netwerk van steun versterkt.
  4. Werk samen met ervaringsdeskundigen. Zij kunnen kinderen helpen woorden te geven aan wat moeilijk is om te zeggen.
  5. Bouw aan continuïteit in samenwerking. Zorg dat kinderen niet uit beeld raken bij de overdracht tussen professionals. 

Lees ook

Foto Mirella van den Burg

Mirella van den Burg, MSc

inhoudsdeskundige Vakmanschap en professionalisering
m.vandenburg [at] nji.nl