Wie bepaalt waar ik woon?
Als je jonger bent dan 18 jaar, mag je niet zomaar zelf beslissen waar je woont. Dan beslissen je ouders daarover. Als je echt niet meer thuis wil of kunt wonen, zijn er verschillende mogelijkheden. Soms is het beter als je even op een andere plek gaat wonen. Je kunt misschien bij familie wonen. Of je kunt samen met je ouders, iemand uit je omgeving die je vertrouwt of een hulpverlener nadenken over andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld een pleeggezin of gezinshuis. Dit kan vrijwillig zijn of in opdracht van de kinderrechter, als het thuis niet veilig voor je is en de hulp die jullie kregen niet voldoende hielp.
Vanaf je achttiende jaar mag je zelf beslissen over waar je woont. Dan ben je dus niet meer verplicht om thuis te wonen. Meer hierover lees je op de website van de Rijksoverheid . Dat wil niet zeggen dat je ouders dit ook meteen goed vinden. In dat geval kunnen onderstaande tips je ook helpen.
Waar moet ik aan denken als ik het huis uit wil?
Het huis uit gaan is een grote stap. Je begint een nieuw leven. Soms is dat positief, bijvoorbeeld omdat je gaat studeren. Dat ligt anders als je onder de 18 jaar bent en niet thuis wilt wonen. Het kan ook moeilijk zijn om een geschikte plek voor jezelf te vinden en alles te kunnen betalen. Lees de volgende tips voor als je erover nadenkt uit huis te gaan.
Denk goed na over waarom je niet meer thuis wilt wonen
Praat met anderen over je situatie om duidelijk te krijgen waarom thuis wonen voor jou zo moeilijk is. Het kan helpen om dat eerst op te schrijven. Zo bereid je jezelf voor op gesprekken met anderen over je situatie.
Zoek iemand die je vertrouwt om mee te praten
Is er een volwassene in je omgeving die je vertrouwt en aan wie je je verhaal kunt vertellen? Denk aan een oom of tante, een buurman of buurvrouw. Of de ouders van een vriend of vriendin. Misschien heb je familie bij wie je tijdelijk kunt of wilt wonen. Bespreek je situatie dan met deze mensen. Je kunt dan bijvoorbeeld samen met hen met je ouders praten over een tijdelijke of langdurige oplossing.
Ga in gesprek met je mentor op school
Je mentor is er niet alleen voor problemen die met school te maken hebben. Diegene kan ook meedenken en je ondersteunen met andere dingen in je leven, zoals de situatie thuis. Vertel je mentor daarom waar je mee zit. Heb je geen klik met je mentor of vind je je problemen toch te persoonlijk? Praat dan met je huisarts. Bij diegene kun je niet alleen terecht met lichamelijke klachten. Je kunt ook praten over hoe het met je gaat.
Zoek hulp of advies online
Je kunt met je verhaal en vragen ook terecht bij organisaties zoals de Kindertelefoon, In je bol, Praten Online en @ease. Dat kun je anoniem doen. Bij deze hulporganisaties luisteren ze naar je. Ook denken ze actief met je mee over oplossingen die bij jouw situatie passen.
Een uitgebreide lijst met telefoonnummers, chatlinks en e-mailadressen van hulporganisaties vind je op Met wie kan ik bellen of chatten?.