Ontwikkeling naar zelfstandigheid
Vanaf hun 16e jaar worden jongeren steeds zelfstandiger. Ze leren op eigen benen staan en gaan dingen zelf regelen. Emotioneel en financieel maken ze zich meer los van hun ouders. Ze krijgen steeds meer een eigen identiteit, met eigen normen en waarden en een eigen mening. Jongeren en jongvolwassenen krijgen te maken met verwachtingen vanuit hun omgeving en de wereld. Daarmee moeten ze leren omgaan.
In deze leeftijdsfase maken jongeren hun studie- en beroepskeuze. Ze gaan studeren of werken en gaan misschien op zichzelf wonen. Jongeren en jongvolwassene besteden in deze periode veel tijd aan vriendschappen en gaan relaties aan. Er ontstaan nieuwe vriendschappen en oudere vriendschappen blijven niet vanzelfsprekend bestaan. Verder ontwikkelen ze zich op het gebied van seksualiteit en vrijetijdsbesteding.
Jouw rol als ouder
In de periode waarin jongeren hun zelfstandigheid ontwikkelen, verandert de rol van ouders. Van sturend wordt die meer adviserend. Bij vragen of moeilijkheden heeft je kind nog wel jouw hulp en steun nodig. Je kunt kinderen in deze leeftijdsfase het beste wat ruimte geven en accepteren dat zij hun eigen keuzes maken, bijvoorbeeld op het gebied van school, werk en seksualiteit.
Je kind gaat misschien wel op zichzelf wonen en maakt een groei door met diens opleiding en werk. Als ouder kun je te maken krijgen met nieuwe uitdagingen in de opvoeding. Bijvoorbeeld met het gebruik van alcohol, tabak en drugs, de omgang met sociale media, de toekomst van je kind, stemmingswisselingen, twijfels over diens identiteit of problemen met politie en justitie.