Mediagebruik door pubers
Voor pubers zijn de fysieke en online leefwereld niet meer van elkaar te scheiden. Ze gebruiken media om te ontspannen, te leren, zichzelf te uiten en contact te houden met anderen. Media kunnen pubers veel bieden, maar brengen ook uitdagingen met zich mee. Op deze pagina vind je een overzicht van wat we tot nu toe weten over mediagebruik door pubers. Ook lees je over de voordelen en nadelen rond vier ontwikkelingsgebieden: denken en leren, lichamelijk, sociaal-emotioneel en spel en fantasie.
Alles over Mediaopvoeding
In het kort...
Onderbouwde adviezen voor mediagebruik van pubers:
- Voor pubers van 10 tot 12 jaar geldt het advies van maximaal 2 uur schermtijd per dag.
- Voor pubers vanaf 12 jaar is het advies maximaal 3 uur schermtijd per dag.
- Puber hebben nog steeds begeleiding nodig bij het maken van bewuste keuzes en reflecties op hun online ervaringen.
Mediagebruik van pubers
Pubers zijn op zoek naar zelfstandigheid en willen graag hun eigen keuzes maken, ook als het gaat om media. Ze gebruiken media vooral zelfstandig, vaak buiten het zicht van ouders of andere volwassenen. Sociale media, games, video's en andere platforms bieden pubers ontspanning en de mogelijkheid om zich te uiten en contact te houden met vrienden. Vaak gebruiken pubers meerdere media tegelijk: chatten terwijl er een serie opstaat, of muziek luisteren tijdens het gamen.
In deze leeftijdsfase krijgen veel kinderen hun eerste eigen telefoon. Het verschilt sterk op welke leeftijd dat gebeurt. Het advies van de overheid is dat dit bij voorkeur gebeurt in groep 8, bij de overgang naar de middelbare school. Voor kinderen voelt dit als een grote stap: hun telefoon geeft toegang tot een nieuwe wereld en maakt hen onafhankelijker van hun ouders. Voor ouders en professionals betekent dit een nieuwe fase waarin begeleiding, afspraken en en voorbeeldgedrag belangrijker worden, omdat het kind meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt.
Pubers zijn hun identiteit aan het ontdekken. Dat gaat samen met experimenteren en het opzoeken van grenzen, ook online. Ze zoeken soms spanning of sensatie, bijvoorbeeld door mee te doen aan online challenges of door filmpjes te kijken met stunts, ruzies of geweld. Ook vergelijken ze zichzelf offline en online veel met anderen: vrienden, klasgenoten, influencers, leraren en ouders. Dat kan helpen bij het vormen van hun identiteit, maar het kan ook zorgen voor onzekerheid.
Een nieuwe ontwikkeling in het mediagebruik van pubers is kunstmatige intelligentie (AI). Pubers praten steeds vaker met chatbots zoals ChatGPT. Ze gebruiken deze om informatie te zoeken, ideeën te verkennen of creatief te experimenteren. AI-tools bieden nieuwe leermogelijkheden, maar de antwoorden zijn niet altijd juist of neutraal. Een chatbot zegt wat de gebruiker wil horen en geeft weinig tegenspraak. Daarom is het belangrijk dat jongeren leren hoe AI-systemen werken en hoe ze de betrouwbaarheid van antwoorden kunnen beoordelen. Professionals kunnen hierbij ondersteunen door dit onderwerp bespreekbaar te maken, zowel in onderwijs als in opvoed- of hulpverleningssituaties.
Pubers worden steeds handiger met media. Tegelijkertijd hebben ze nog wel begeleiding nodig bij het maken van bewuste keuzes en reflecties op hun online ervaringen. Hun brein is nog volop in ontwikkeling, waardoor ze niet altijd alle risico's en gevolgen kunnen overzien. Een puber kan bijvoorbeeld meedoen aan een online challenge zonder stil te staan bij de risico's ervan. Voor ouders en professionals blijft het daarom belangrijk om betrokken te blijven.
Denken en leren
In het kort
Media bieden pubers kansen om te leren, hun kritisch denkvermogen te ontwikkelen en sociale en cognitieve vaardigheden te oefenen. Tegelijkertijd kunnen de concentratie en motivatie verminderen door risico's zoals afleiding, multitasken en oppervlakkige prikkels. Begeleiding van ouders, opvoeders en professionals is daarom belangrijk: samen praten over mediagebruik, geschikte inhoud kiezen en grenzen stellen, zodat pubers gezonde en leerzame mediagewoontes ontwikkelen.
Mogelijke positieve effecten
Digitale media kunnen het leren op verschillende manieren ondersteunen. Denk aan apps om woordjes te oefenen voor Frans, platforms waar leerlingen samen huiswerk maken of instructievideo's die moeilijke vakken uitleggen. Als media goed aansluiten bij het niveau en de leerdoelen van een puber, kunnen ze motiveren en helpen om informatie beter te begrijpen. Ook sommige games stimuleren logisch denken, samenwerken en doorzettingsvermogen. Het helpt vooral als pubers niet alleen passief kijken, maar actief bezig zijn, zelf keuzes maken, oefenen of experimenteren.
Digitale media kunnen bovendien het denken zelf stimuleren. Door interactieve leeromgevingen, games of creatieve tools worden jongeren uitgedaagd om problemen op te lossen, strategieën te bedenken en feedback te verwerken. Dat bevordert vaardigheden als plannen, logisch redeneren en doorzettingsvermogen. De directe feedback die veel digitale toepassingen bieden, helpt jongeren inzicht te krijgen in hun eigen leerproces: wat werkt, wat niet, en hoe kunnen ze hun aanpak verbeteren? Zo dragen digitale media bij aan zelfsturing, motivatie en een beter begrip van leerstof.
Media kunnen ook bijdragen aan het ontwikkelen van kritisch denken. Online komen jongeren in aanraking met politieke en sociale thema's, tegenstrijdige perspectieven en uiteenlopende informatiebronnen. Daardoor denken ze na over hun eigen leefwereld. Ook nemen ze soms een eigen standpunt in. Het vraagt wel vaardigheden om informatie te beoordelen: wat klopt, wat niet, en hoe weeg je verschillende meningen tegen elkaar af?
Mogelijke negatieve effecten
Als pubers dagelijks veel tijd besteden aan passieve media kan dit ten koste gaan van hun concentratie en geheugen. Vooral snelle, kortdurende prikkels , zoals korte video's of constant scrollen, zorgen voor oppervlakkige aandacht en minder ruimte voor diepe focus. Jongeren geven zelf vaak aan dat hun gedachten tijdens het leren of huiswerk snel afdwalen naar hun telefoon of sociale media. Daarnaast speelt de constante beschikbaarheid van digitale apparaten een rol. Meldingen, openstaande tabbladen en de voortdurende verleiding om iets te checken creëren een omgeving waarin het moeilijk is om geconcentreerd te blijven, zowel op school als thuis. Veel jongeren ervaren stress of onrust als ze hun telefoon niet regelmatig kunnen controleren.
Pubers gebruiken vaak meerdere media tegelijk: scrollen op sociale media terwijl ze een serie kijken, of muziek luisteren tijdens het gamen. Dit zogenoemde media-multitasken maakt het lastiger om zich echt goed te concentreren op wat ze doen en om informatie goed te onthouden. Onderzoek laat zien dat jongeren die vaak multitasken niet alleen op dat moment minder gefocust zijn, maar ook op andere momenten sneller worden afgeleid. Het langdurig combineren van verschillende mediaprikkels kan het vermogen verminderen om de aandacht vast te houden bij één taak.
Ouders, opvoeders en professionals kunnen puber helpen om bewust om te gaan met afleiding, en momenten van rust en offline-tijd in te bouwen. Zo leren pubers hun aandacht beter te richten en evenwicht te vinden tussen online en offline activiteiten.
Lichamelijk
In het kort
Digitale media bieden kansen voor een gezonde leefstijl, maar er is ook risico op slaapproblemen, te weinig beweging en fysieke klachten. Daarom is het belangrijk dat pubers leren om hun mediagebruik in balans te brengen met voldoende beweging, slaap en rust.
Mogelijke positieve effecten
Media kunnen bijdragen aan de lichamelijke ontwikkeling en gezondheid van pubers. Bijvoorbeeld door sport-challenges of apps die beweging stimuleren, zoals stappentellers. Zo kunnen jongeren hun voortgang bijhouden, doelen stellen en zichzelf belonen, wat motiveert om actief te blijven. Ook kunnen ze elkaar via sociale media uitdagen of aanmoedigen om meer te bewegen.
Ook kunnen jongeren via sociale media kennis opdoen over gezonde leefstijl, voeding of sport. Er zijn veel influencers en online communities die een gezonde levensstijl promoten. Zij kunnen jongeren inspireren en een gevoel van verbondenheid geven. Digitale media kunnen zo het lichaamsbewustzijn van jongeren vergroten en hen helpen om gezonde keuzes te maken, zo lang ze kritisch blijven over de betrouwbaarheid van de informatie.
Mogelijke negatieve effecten
Veel schermtijd hangt vaak samen met minder lichamelijke beweging, een slechtere houding en vermoeidheid. En soms ook met lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, nekpijn, rugpijn of vermoeide ogen. Genoeg pauze en afwisseling van online en offline activiteiten is daarom belangrijk. Hierover kunnen ouders en opvoeders afspraken maken met pubers.
Overmatig mediagebruik kan ook het slaappatroon verstoren. Pubers nemen hun telefoon vaak mee naar bed en gebruiken deze tot laat in de avond of zelf 's nachts. Het kijken van video's of chatten met vrienden kan zorgen voor emoties en onrust in het hoofd, waardoor pubers moeilijker kunnen inslapen. Ook stellen veel jongeren hun bedtijd uit door nog "even" op hun telefoon te blijven. Hierdoor slapen pubers vaak korter en minder diep, met gevolgen voor hun energieniveau, stemming en concentratie overdag.
Daarnaast kan het blauwe licht van schermen de aanmaak van het slaaphormoon melatonine vertragen. Dit effect is meestal klein in vergelijking met de invloed van gedrag en content: vooral het uitstellen van het slaapmoment en mentale stimulatie spelen een belangrijke rol. Voor pubers is het daarom belangrijk om mediagebruik in de avond bewust te beperken, rustmomenten in te bouwen en te zorgen voor een slaapkameromgeving die ontspanning ondersteunt.
Zelfmetingsapps en sport-trackingtools bieden voordelen zoals inzicht in beweging of slaap, maar kunnen ook druk en stress veroorzaken. Sommige jongeren raken sterk gericht op cijfers en doelen, zoals het aantal stappen of calorieën. Ze ervaren onrust of schuldgevoel als ze hun doelen niet halen. Dit kan leiden tot een ongezonde focus op prestaties of lichaamsgewicht. Het helpt als ouders, opvoeders en professionals met jongeren praten over de betekenis van deze metingen: dat ze bedoeld zijn als hulpmiddel, niet als oordeel over zichzelf.
Voelen en emoties
In het kort
Pubers gebruiken sociale media, video's en games niet alleen voor ontspanning, maar ook om zichzelf te ontdekken en contact te maken met anderen. Dit kan hun zelfvertrouwen en sociale vaardigheden versterken, en biedt mogelijkheden om hun identiteit te verkennen. Tegelijkertijd kunnen online vergelijking en intensief gebruik leiden tot onzekerheid of negatieve gevoelens. Begeleiding blijft daarom belangrijk om jongeren te helpen reflecteren op hun ervaringen, zowel online als offline.
Mogelijke positieve effecten
Online contact via media biedt jongeren extra mogelijkheden om sociale relaties te onderhouden en nieuwe vriendschappen op te bouwen. Via sociale media blijven zij verbonden met vrienden, ook buiten school of hun directe omgeving. Er bestaan zorgen dat jongeren vooral online vrienden hebben, maar uit onderzoek blijkt dat sociale media hun bestaande vriendschappen meestal aanvullen in plaats van vervangen. Voor jongeren die zich offline moeilijk kunnen uiten of weinig aansluiting vinden, kan online contact een waardevolle aanvulling zijn. Online kunnen zij steun en begrip vinden. Digitale platforms en diensten bieden een plek om gevoelens te delen en contact te onderhouden.
Door online contact te onderhouden en te reageren op berichten van anderen, oefenen jongeren empathie: ze leren zich inleven, emoties herkennen en steun bieden. Creatief bezig zijn, helpt hen ook om hun identiteit te vormen en zelfreflectie te ontwikkelen. Zoals foto's bewerken, video's maken of verhalen delen.
Mogelijke negatieve effecten
Intensief of problematisch gebruik van sociale media kan samenhangen met stress, angst of somberheid. Maar het is nog onduidelijk hoe dit verband houdt met elkaar: sommige jongeren voelen zich mogelijk slechter door het gebruik van sociale media, terwijl anderen juist meer sociale media gebruiken, omdat ze zich al ongelukkig voelen. De impact hangt sterk af van persoonlijke kenmerken, context en hoe sociale media gebruikt wordt.
Sommige jongeren lijken gevoeliger voor negatieve media-effecten. Dat geldt bijvoorbeeld voor jongeren met een laag zelfbeeld, sociale angst, eenzaamheid en depressieve klachten. Zij kunnen sneller geraakt worden door negatieve feedback of sociale vergelijking met anderen. Ook ervaren zij vaker druk om voortdurend online aanwezig te zijn.
Onderzoek laat zien dat juist deze jongeren vaker geneigd zijn tot problematisch of compulsief mediagebruik. Tegelijkertijd gebruiken ze sociale media soms als copingstrategie om negatieve gevoelens te verlichten of aansluiting te zoeken. Dit helpt vaak tijdelijk, maar kan op lange termijn gevoelens van eenzaamheid of isolatie kan versterken.
Spel en fantasie
In het kort
Bij oudere kinderen is spel vaak minder zichtbaar dan bij jonge kinderen. Toch blijft spelen belangrijk tijdens de puberteit. Media bieden een brede 'speeltuin' waar pubers kunnen experimenteren en hun creativiteit kunnen ontdekken en inzetten. Maar overmatig gamen of intensief gebruik van sociale media kan andere activiteiten onder druk zetten. Zoals slaap, school en offline contact. Begeleiding is daarom belangrijk: niet om spelplezier te beperken, maar om het mediagebruik in gezonde banen te leiden, met aandacht voor afwisseling, creativiteit en plezier.
Mogelijke positieve effecten
Gamen is voor veel pubers een belangrijke vorm van ontspanning. In online games kunnen ze contact hebben met vrienden, samenwerken, doelen behalen en successen behalen. Gamen kan de fantasie, het doorzettingsvermogen en de oplossingsgerichtheid stimuleren. Ook kan het bijdragen aan zelfvertrouwen en sociale verbondenheid, zeker als pubers spelen met vrienden.
Ook sociale media bevatten speelse elementen: filters, challenges, trends, memes en inside jokes dagen jongeren uit om hun humor, creativiteit en fantasie te gebruiken en ontwikkelen. Deze vormen van spel en expressie zijn belangrijk voor de identiteitsontwikkeling van pubers.
Mogelijke negatieve effecten
Tegelijkertijd is er ook een groep jongeren die moeite heeft om grenzen te stellen aan hun mediagebruik. Sociale media en games zijn zo ontworpen dat ze de aandacht vasthouden: denk aan likes, notificaties, streaks, beloningen of gepersonaliseerde aanbevelingen. Deze spelelementen activeren het beloningssysteem in de hersenen en geven korte dopamineshots, wat het aantrekkelijk maakt om steeds terug te keren. Vooral pubers zijn hier gevoelig voor. Dit komt doordat de hersengebieden die gericht zijn op beloning en prikkels eerder ontwikkelen dan de gebieden die zorgen voor zelfcontrole en planning.
Overmatig gamen of sociale media-gebruik kan ten koste gaan van andere belangrijke activiteiten, zoals slaap, schoolwerk, sport en offline contact. Voor sommige jongeren kan intensief gamen of sociale mediagebruik leiden tot problematisch gebruik of verslaving. In zulke gevallen is er sprake van controleverlies, toenemend gebruik en negatieve gevolgen voor school, gezondheid en relaties. Het gaat hierbij om een klein percentage jongeren en komt dus zeker niet bij iedere jongere voor. Wel weten we dat een kwetsbaarheid in de fysieke wereld vaak ook een kwetsbaarheid in de online omgeving betekent. Jongeren die bijvoorbeeld veel stress ervaren, gepest worden of zich eenzaam voelen zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van problematisch mediagebruik.
Bronnen
- Alonzo, R., J. Hussain, S. Stranges & K.K. Anderson (2020). Interplay between social media use, sleep quality, and mental health in youth: A systematic review. Sleep Medicine Reviews, nummer 56, 101414.
- Boer, M., G.W. Stevens, C. Finkenauer, M.E. de Looze & R.J. van Den Eijnden (2020). Social media use intensity, social media use problems, and mental health among adolescents: Investigating directionality and mediating processes. Computers in Human Behavior, nummer 116, 106645.
- Brautsch, L. A., L. Lund, M.M. Andersen, P.J. Jennum, A.P. Folker & S. Andersen (2022). Digital media use and sleep in late adolescence and young adulthood: A systematic review. Sleep Medicine Reviews, nummer 68, 101742.
- Bussone, S., C. Trentini, R. Tambelli & Valeria Carola. (2020). Early-Life Interpersonal and affective risk factors for pathological gaming. In Frontiers in Psychiatry, jaargang 11, p. 423.
- Christakis, D. A., & L. Hale (Eds.). (2025). 'Handbook of children and screens: Digital media, development, and well-being from birth through adolescence'. Springer Nature.
- Feldman, F. S., & E. Tompany. (2020). Ontwikkelingspsychologie, jaargang 8. Pearson.
- GeenPaniek - Gezondheid, jongeren en hun digitale omgeving. Raad Voor Volksgezondheid en Samenleving.
- Haidt, J. (2024). 'Generatie angststoornis: Wat sociale media met onze kinderen doen' (K. van Klaveren, Vert.). Ten Have.
- Koning, I., H. Vossen, H. Brons & R. van den Eijnden. (2025). Richtlijn Gezond Schermgebruik: Richtlijn voor opvoeders. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- Leonhardt, C., D. Danielsen & S. Andersen. (2025). Associations between screen use, learning and concentration among children and young people in western countries: a scoping review. Children and Youth Services Review, nummer 177, 108508.
- Lund, L., I.N. Sølvhøj, D. Danielsen & S. Andersen. (2021). Electronic media use and sleep in children and adolescents in western countries: a systematic review. Jaargang 21, nummer 1.
- Mayer, Richard & Fiorella, Logan. (2022). The Cambridge Handbook of Multimedia Learning. Nummer 3.
- Mihara, S., & S. Higuchi (2017). Cross‐sectional and longitudinal epidemiological studies of Internet gaming disorder: A systematic review of the literature. Psychiatry and Clinical Neurosciences, jaargang 71, nummer 7, p. 425–444.
- OECD (2023), OECD Digital Education Outlook 2023: Towards an Effective Digital Education Ecosystem, OECD Publishing.
- Orben, A., & A.K. Przybylski (2019). The association between adolescent well-being and digital technology use. Nature Human Behaviour, jaargang 3, nummer 2, p. 173–182.
- Problematisch gamen en preventie (Trimbos-instituut)
- Samenleving, R. V. V. E. (2023, January 16). Schermgebruik, blauw licht en slaap (RIVM).
- Uncapher MR, K Thieu M, Wagner AD. Media multitasking and memory: Differences in working memory and long-term memory. Psychon Bull Rev. Jaargang 23, nummer 2, p. 483-90.
- Valkenburg, P. M., & J.T. Piotrowski (2017). Plugged in.
- Van Der Schuur, W. A., S.E. Baumgartner, S.R. Sumter & P.M. Valkenburg (2015). The consequences of media multitasking for youth: A review. Computers in Human Behavior, nummer 53, p. 204–215.
Lees ook
-
Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?
Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?ProfessionalsDoenLees meer over Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?Het is belangrijk om met ouders te praten over mediagebruik van hun kind. Als ze vragen hebben, maar ook als ze er niet bewust mee bezig zijn.
Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?
-
Hoe begeleid ik ouders in mediaopvoeding?
Hoe begeleid ik ouders in mediaopvoeding?ProfessionalsDoenLees meer over Hoe begeleid ik ouders in mediaopvoeding?Mediaopvoeding vraagt grotendeels hetzelfde van ouders als de rest van de opvoeding, vertelt Nick van Hummel van het NJi.
Hoe begeleid ik ouders in mediaopvoeding?
-
Verhalen en blogs over mediaopvoeding
Verhalen en blogs over mediaopvoedingWetenLees meer over Verhalen en blogs over mediaopvoedingOp deze pagina delen jongeren, ouders en professionals hun ervaringen en kennis over mediaopvoeding
Verhalen en blogs over mediaopvoeding
-
Sociale media en identiteitsontwikkeling
Sociale media en identiteitsontwikkelingWetenLees meer over Sociale media en identiteitsontwikkelingVeruit de meeste jongeren zijn vandaag de dag actief op sociale media. Hoe hangt dat samen met hun identiteitsontwikkeling?
Sociale media en identiteitsontwikkeling